Partij van de Arbeid

BIJDRAGE VAN JELTJE VAN NIEUWENHOVEN FRACTIEVOORZITTER PVDA TBV HET DEBAT OVER DE REGERINGSVERKLARING D.D. 26 JULI 2002

Voordat ik met mijn bijdrage begin wil ik graag van de gelegenheid gebruikmaken om stil te staan bij de gezondheidstoestand van Prins Claus.

Ik wil de voorzitter van de Kamer verzoeken om - naar ik hoop namens de gehele Kamer - onze zorg over te brengen aan de Koningin en haar veel sterkte te wensen in deze moeilijke tijd.

Het kabinet Balkenende is een feit.

Daarvoor is een felicitatie op zijn plaats.

Dat nieuwe kabinet - en dat zeg ik met een blik op Vak K - het is even wennen...

Het meest opvallende is natuurlijk dat de ministersploeg dertien mannenbroeders telt en maar één vrouw.

Dat is een stap terug in de tijd.

Je maakt mij niet wijs dat in heel Nederland maar één vrouw te vinden was met de vereiste kwaliteiten.

Als ik vroeger tegen mijn vader zei: 'Ik heb echt wel gezocht, maar niet gevonden', dan zei hij: 'Dan moet je beter zoeken'.

De minister-president heeft vanmorgen mooi gesproken.

Zijn woorden over het respect voor andere opvattingen zijn ons uit het hart gegrepen.

De sfeer van bedreigingen is inderdaad onacceptabel.

In de regeringsverklaring wordt gemeld dat het kabinet niet met mooie woorden, maar met herkenbare daden te werk wil gaan.

De concrete doelstellingen voor die daden presenteert het kabinet in september.

Daarover kan dan met de Kamer worden gesproken tijdens de algemene politieke beschouwingen.

Vandaag wil de PvdA-fractie de premier daarom vooral aanspreken op hoe hij zijn kabinet heeft geformeerd en op uitgangspunten die in de regeringsverklaring worden genoemd.

In de formatie zijn veranderingen doorgevoerd bij de verdeling van ministers en staatssecretarissen en is gekozen voor een andere verdeling van beleidsterreinen over ministeries.

Het zegt iets over het geringe belang dat het nieuwe kabinet hecht aan het buitenlands beleid dat het geen ministers heeft voor Ontwikkelingssamenwerking en Milieu.

We lijken achter de Waterlinie te staan, terwijl in het belang van Nederland actief internationaal beleid vereist is.

Heeft de premier op enig moment in de formatie het voorstel gedaan om de ministerspost van Ontwikkelingssamenwerking te behouden?

Wat is het voordeel dat de bewindspersoon voor Ontwikkelingssamenwerking zich in het buitenland wel minister mag noemen, maar in Nederland niet?

Bij de minister van Milieu dachten we voorafgaand aan de bordesscène op Huis ten Bosch dat hij alsnog aan het kabinet werd toegevoegd, maar deze Milieuminister werd even snel afgevoerd als van het lijstje van de formateur.

Het is van groot belang dat dit kabinet de integratie krachtig bevordert.

Heeft premier Balkenende er bij de formatie van zijn kabinet wel voor gezorgd dat dit ook kan slagen?

De PvdA is daar ongerust over nu het erop lijkt dat Integratie bij de verhuizing van Binnenlandse Zaken naar Justitie van de vrachtwagen is gevallen.

Integratie is vooral een sociaal èn geen justitieel vraagstuk.

Het gaat om maatregelen op het terrein van wonen, werken, samenleven.

Samenwerking met de lokale overheid is daarbij cruciaal.

Daarom was de combinatie met het Grotestedenbeleid zo goed.

Nu wordt een minister zonder portefeuille op het ministerie van Justitie belast met Vreemdelingenbeleid en Integratie.

Integratie wordt dus gecombineerd met vreemdelingen, terwijl het bij integratie veelal niet gaat om vreemdelingen, maar om Nederlanders.

Volgens de PvdA zit integratie nu op het verkeerde ministerie.

In het regeerakkoord kondigt het kabinet aan de onveiligheid aan te pakken.

De inzet was één minister voor Veiligheid, maar de uitkomst van de formatie is dat behalve de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie een staatssecretaris verantwoordelijk wordt voor de politie.

Dit komt de duidelijkheid niet ten goede, laat staan de daadkracht.

Hoe zit het nu precies met de taakverdeling?

Zijn de successen voor de minister en de problemen voor de staatssecretaris of is het andersom? Wie kan worden aangesproken op de uitbreiding van het aantal politieagenten?

Heeft formateur Balkenende zich wel voldoende gerealiseerd dat de strijd tegen de onveiligheid niet gebaat is bij een competentiestrijd tussen verschillende bewindspersonen?

De PvdA-fractie had graag gezien dat één bewindspersoon verantwoordelijk was gemaakt voor het integrale ouderenbeleid.

Gezien de vergrijzing was het goed geweest als zaken als wonen en zorg bij deze bewindspersoon in één hand waren gekomen.

Nu strekt het ouderenbeleid zich teveel uit over verschillende ministeries.

Heeft formateur Balkenende dit punt op enig moment aan de orde gesteld?

De laatste fase van de formatie, het zoeken van de bewindspersonen, is relatief snel gegaan. Was het niet verstandiger geweest om hiervoor wat meer tijd te nemen.

Dan was ook meer tijd gegund aan de LPF.

Het is logisch dat de LPF meer tijd nodig had om kandidaten te vinden dan gevestigde partijen als CDA en VVD.

Het zakelijke en politieke verleden van de beoogde bewindspersonen had met meer tijd ook zorgvuldiger bestudeerd kunnen worden.

In de gesprekken met de kandidaat-ministers en staatssecretarissen is, naar ik aanneem, ook gesproken over de ideeën van de verschillende personen, afgezet tegen de afspraken in het regeerakkoord.

Heeft het de premier in het geval van de heer Bomhoff moeite gekost hem te overtuigen lid te worden van een kabinet dat

a. het komende jaar, in 2003, nul euro extra uittrekt voor de zorg en b. het nauwe korset om de zorguitgaven nog strakker heeft aangetrokken.

Terwijl Bomhoff kort geleden nog pleitte voor een financiële impuls van in ieder geval 10 miljard euro en het afschaffen van alle macrobudgetplafonds.

Minister Bomhoff verklaart zijn opmerkelijke ommezwaai door erop te wijzen dat er nu eindelijk een kabinet is dat het recht op zorg heeft vastgelegd.

De patiënt centraal, zoals dat in de regeringsverklaring wordt genoemd, is echter niks nieuws.

Staatssecretaris Vliegenthart en de voorzitter van de Zorgverzekeraars Hans Wiegel maakten een paar jaar geleden al de afspraak van 'boter bij de vis'.

Die afspraak houdt in dat als zorgaanbieders zorg kunnen leveren ze er ook geld voor krijgen. Patiënten krijgen zo de zorg waar ze recht op hebben.

Kan de premier aangeven hoe het recht op zorg nu anders is geregeld dan in het vorige kabinet?

Kan hij ook garanderen dat geld geen obstakel zal zijn om patiënten te kunnen behandelen en de wachtlijsten weg te werken?

De premier heeft met kandidaat-minister Bomhoff ook gesproken over zijn voornemen om direct na zijn aantreden een ambtenaar te ontslaan die hij daarvoor nog nooit gesproken heeft. Kan de premier een toelichting geven op het gesprek dat hij hierover met Bomhoff heeft gehad en het geschil dat is ontstaan tussen zijn vice-premiers?

Wat is zijn oordeel over de gang van zaken?

En in hoeverre past het bij 'fatsoen moet je doen' wat het kabinet volgens de regeringsverklaring actief wil uitdragen?

Heeft de heer Balkenende met de kandidaat-ministers Korthals en Nawijn gesproken over hun opmerkelijke ommezwaai? Als minister van Justitie was Korthals tegenstander was van de algemene identificatieplicht die het kabinet Balkenende nu wil invoeren. Is hij nu ineens van mening is veranderd? Minister Nawijn was tegen zaken waar het regeerakkoord voor is en voor zaken waar het regeerakkoord tegen is.

De PvdA-fractie betreurt het dat de net aangetreden staatssecretaris van Emancipatie de kwestie-Bijlhout werd.

Het was onvermijdelijk dat mevrouw Bijlhout aftrad, maar ook heel jammer, omdat de LPF er juist in geslaagd was voor deze post een allochtone vrouw te vinden.

Het is de vraag of het drama niet voorkomen had kunnen worden.

Eerst werd met de beschuldigende vinger naar de AIVD gewezen.

Die suggestie is door minister Remkes inmiddels met kracht tegengesproken.

De inlichtingendienst kon en mocht niet meer doen.

De PvdA-fractie wil ook niet dat de inlichtingendienst over meer mogelijkheden beschikt.

Waarom heeft de premier niet even op een andere wijze na laten gaan wanneer de militie eigenlijk was opgericht?

Tijdens de formatie is ook de rechtszaak tussen de staat en kandidaat-staatssecretaris Van Leeuwen aan de orde geweest.

Kennelijk is besloten dat de normale rechtsgang hier geen voortgang moet vinden, maar dat dit conflict door een Commissie van Wijzen wordt opgelost.

Kunnen nu alle andere Nederlanders die een conflict hebben met de staat, bijvoorbeeld over onteigening, ook zo'n bijzondere behandeling opeisen?

Graag wil ik dat de premier daar een principiële toelichting op geeft, mede in het licht van zijn pleidooi 'fatsoen moet je doen'.

Ik vraag het ook aan de minister-president, omdat vorige week door NOVA naar buiten werd gebracht dat hij zelf in de maanden voor de verkiezingen rechtstreeks contact heeft opgenomen met de voorzitter van het College van procureurs-generaal in verband met een strafvervolging waarbij zijn partij betrokken was.

Ik heb daar vragen over gesteld die ondanks mijn dringend verzoek niet per ommegaande en tot op heden nog niet zijn beantwoord.

Kan de premier uiteenzetten wat hem er toe bracht om zich persoonlijk in de normale rechtsgang te mengen?

Politici horen toch niet het verloop van een strafproces te beïnvloeden?

De brief van de voorzitter van het College over deze zaak aan de minister van Justitie maakt het nog erger.

Ik verzoek de voorzitter deze brief als bijlage bij de Handelingen te voegen.

De minister van Justitie wordt hierin geadviseerd de Kamer niet te informeren, omdat het hier een politieke partij betreft.

Is juist om die reden niet de grootst mogelijke openheid geboden?

De bewindslieden moeten nu snel aan de slag.

Het kabinet Balkenende mag zich in de regeringsverklaring niet verschuilen achter het slechte economische gesternte waaronder het aantreedt.

Alsof andere kabinetten daar ook niet mee te kampen hadden.

Toen het kabinet Kok-1 in 1994 begon, was sprake van een torenhoge werkloosheid en een economie in het slop.

Het resultaat van het beleid van dat kabinet is bekend: 1,2 miljoen banen erbij en een sterke economie die sociaal beleid mogelijk maakte.

Een kabinet kan dus wat doen als het economisch tegen zit, maar dan moet het wel de juiste keuzes maken.

Geld wordt door dit kabinet niet uitgegeven, maar weggegeven.

Vooral aan mensen die het toch al goed hebben.

Het kabinet negeert werkgevers en werknemers, lokt looneisen uit, ontmoedigt vrouwen om te gaan werken, schrapt gesubsidieerde banen en investeert nauwelijks in een sterke economie en in zorg, onderwijs en veiligheid.

In deze slechte tijden voert het kabinet een nog stringenter begrotingsbeleid dan ooit in goede tijden gevoerd is.

Door te veel soberheid brengt het de economie in onzekere tijden nog verder in de problemen.

De PvdA vindt dat meer geïnvesteerd moet worden in de kwaliteit van de samenleving.

In de regeringsverklaring staan veel mooie woorden. De PvdA is het echter van harte eens met de volgende opmerking in de regeringsverklaring: 'ver reikende beleidsbespiegelingen zonder het noodzakelijke geld brengen het oplossen van maatschappelijke knelpunten niet naderbij.' Dat is nu precies waar de schoen met dit kabinet wringt.

Premier Balkenende spreekt in de regeringsverklaring over de verantwoordelijke samenleving, die ook ruimte biedt voor de lokale overheid om zaken voor elkaar te krijgen.

Maar neem nu het lokale culturele leven in een gemeente, soms gaat het bijvoorbeeld om een bibliotheek.

De kabinetsplannen kunnen desastreus zijn:

1. er wordt gekort op de budgetten die dit soort instellingen in staat stelt personeel aan te stellen, want juist in de culturele sector zijn mensen met een gesubsidieerde baan essentieel;
2. de gemeente moet de korting op het gemeentefonds zien op te brengen;

3. als de gemeente de bibliotheek wil uitbreiden of verbouwen kan dat niet betaald worden uit een tijdelijke OZB-verhoging (zelfs niet als alle inwoners het daarover eens zijn).

Wat is nou de betekenis van gespreide verantwoordelijkheid als het kabinet gemeenten de mogelijkheid ontneemt om te zorgen voor verbeteringen in het leven van mensen?

In de regeringsverklaring wordt gesproken over een overheid die grenzen stelt.

Ook op het terrein van het milieu?

Dus: niet boren in de Waddenzee, Borssele dicht, Kyoto-afspraak nakomen?

En worden ook grenzen gesteld aan de bebouwing van de open ruimte?

De PvdA-fractie hoopt dat minister Kamp, die de afgelopen jaren als een echte grensbewaker fungeerde, dit juist in zijn nieuwe functie gaat doen.

Premier Balkenende zegt dat het kabinet uitgaat van een sociaal inkomensbeleid dat recht doet aan draagkracht.

In het voorstel voor het nieuwe ziektekostenstelsel wordt echter afgerekend met de traditie dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

In plaats daarvan moet bijna de helft van de huishoudens hun hand ophouden en maar afwachten hoeveel ze terugkrijgen als compensatie voor de torenhoge premie.

Kan premier Balkenende garanderen dat mensen met lagere- en middeninkomens, waaronder veel ouderen, er bij de invoering van het nieuwe stelsel niet op achteruitgaan?

Keuzevrijheid is in de regeringsverklaring een belangrijk thema.

Op zichzelf is minder regelzucht en bureaucratie goed.

Het kan verfrissend werken om regels af te schaffen.

De PvdA is echter bevreesd dat keuzevrijheid niet wordt gekoppeld aan solidariteit.

Juist omdat het kabinet te weinig geld heeft gereserveerd om de voorzieningen in onderwijs en zorg voor iedereen aantrekkelijk te houden.

Het kan dan onder het credo van keuzevrijheid mensen met hogere inkomens de ruimte geven. Zodat zij onderwijs of zorg kopen die niet toegankelijk is voor mensen die dat niet kunnen betalen.

Zo'n kabinet kan letterlijk de boel niet bij elkaar houden.

Ik hoop oprecht dat het zover niet komt.

Dat zou namelijk betekenen dat alles waar de premier voor zegt te staan, ook waarden die voor de PvdA belangrijk zijn, voor de ene Nederlander meer kunnen betekenen dan voor de andere.

De PvdA zal het nieuwe kabinet afrekenen op de resultaten bij de aanpak van de urgente problemen van mensen, maar ook juist op dit laatste punt: de sociale rechtvaardigheid van het kabinetsbeleid.

Daar is de PvdA ooit voor opgericht en daar zullen we ook de komende periode in de oppositie voor vechten.