Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA. 2002/326
datum
12-07-2002
onderwerp
Ontwikkelingen Codex Alimentarius
TRC 2002/5666
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Graag wil ik u langs deze weg op de hoogte brengen van recente ontwikkelingen omtrent de Nederlandse inbreng in de Codex Alimentarius.
datum
12-07-2002
kenmerk
VVA. 2002/326
bijlage
Achtergrond
De Codex Alimentarius is een internationaal programma, opgericht door
de FAO en de WHO waar 167 landen (regeringen) aan deelnemen. Hiermee
ontwikkelt de Codex Alimentarius voor circa 98% van de wereldbevolking
normen en richtlijnen voor voedselproducten.
Doel van dit programma is de bescherming van de gezondheid van de
consument en de eerlijkheid van de handel in deze producten te
bevorderen. Hiertoe worden regionale en wereldwijde normen ontwikkeld.
Sinds haar oprichting in 1962 heeft de Codex Alimentarius steeds meer
aan betekenis gewonnen. Niet alleen het aantal ledenlanden is
aanzienlijk toegenomen; ook externe factoren - waaronder de toename en
globalisering van de handel in voedselproducten en de grotere
betrokkenheid van de consument bij voedselveiligheidsaangelegenheden -
hebben de behoefte aan internationale normen op voedselgebied
versterkt. Daarnaast is de status van de Codexnormen sinds de
oprichting van de WTO in 1995 essentieel gewijzigd. Sinds die tijd
hanteert de WTO namelijk in geval van een handelsgeschil met
betrekking tot voedselproducten tussen landen onder andere de normen
van de Codex als referentie. Hiermee heeft de Codex duidelijk aan
handelspolitiek belang gewonnen en is het opstellen van Codexnormen
niet meer alleen een technische zaak.
Belang voor Nederland
Nederland is sinds de oprichting van de Codex een actief lid en heeft
hierbij een aantal belangrijke belangen. Naast een betere bescherming
van de consument en het opdoen van kennis over bijvoorbeeld
maatschappelijke ontwikkelingen in andere landen, verstevigt Nederland
door het werk voor de Codex zijn positie binnen internationale
organisaties en levert een grote bijdrage aan de samenwerking tussen
ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden.
Voedselveiligheid en consumentenvertrouwen
De Nederlandse inbreng in de Codex wordt gecoördineerd vanuit het
ministerie van LNV en het ministerie van VWS.
Mede door de hierboven aangegeven belangen hechten beide ministeries
grote waarde aan de verdere professionalisering van de Nederlandse
Codexactiviteiten. Deze professionalisering richt zich op de
bevordering van de voedselveiligheid en het bevorderen van het
vertrouwen hierin van de Nederlandse consument.
Communicatie Codex Alimentarius
Naast de puur inhoudelijke, wetenschappelijke inbreng van Nederland in
de Codex wordt ook veel aandacht besteed aan een strategische
communicatie. Deze strategie heeft als doel enerzijds de Codex
Alimentarius meer bekendheid te geven bij de consument en de
organisatie voor deze toegankelijker te maken en anderzijds de inbreng
van Nederlandse standpunten in de diverse Codexcomités te
professionaliseren. Deze standpunten worden voor alle comités altijd
van tevoren met alle relevante groepen, zoals het bedrijfsleven,
onderzoeksinstellingen en consumentenorganisaties afgestemd. Om dit te
kunnen bereiken worden diverse communicatiemiddelen ingezet.
Het belangrijkste communicatiemiddel is hierbij de op 2 oktober 2001
geopende website (www.codexalimentarius.nl) van de Nederlandse
Codexorganisatie. Deze website biedt naast toegankelijke informatie
over de organisatie voor consumenten, onder andere ook toegang tot
alle relevante documenten die van belang zijn voor de Nederlandse
delegatie in de verschillende Codex comités.
Gezien de vele positieve reacties op de site en het grote aantal
bezoekers heeft dit communicatiemiddel nu al succesvol bijgedragen aan
een grotere bekendheid van de Codex Alimentarius.
Nederlandse Codex Comités
Voor Nederland stonden er dit jaar weer twee belangrijke
Codexevenementen op het programma: de 34e bijeenkomst van het 'Codex
Comité voor Additiven en Contaminanten' (CCFAC,11-15 maart 2002) en de
34e bijeenkomst van het 'Codex Comité voor Residuen van
Bestrijdingsmiddelen' (CCPR,13-18 mei 2002). Nederland is namelijk
gastland voor beide comités. De organisatie van het CCFAC ligt bij het
ministerie van LNV, de organisatie van het CCPR daarentegen bij het
ministerie van VWS.
De opkomst voor beide comités was dit jaar opmerkelijk goed, de CCFAC
heeft voor het eerst méér dan 300 delegatieleden vanuit 48 landen en
48 internationale organisaties getrokken. De CCPR werd door circa 230
delegatieleden vanuit 52 landen en 12 internationale organisaties
bezocht.
Belangrijke agendapunten tijdens de CCFAC waren onder andere de
ontwerprichtlijnen voor de toepassing van risicoanalyse voor
levensmiddelenadditieven- en contaminanten.
Opmerkelijk is dat binnen deze richtlijnen voor het eerst rekening
wordt gehouden met zogenaamde 'other legitimate factors' binnen de
risicoanalyse. Dit zijn niet-wetenschappelijke factoren zoals
dierwelzijn, milieu en consumentenbelangen.
Verder zijn de gebruiksvoorwaarden voor een hele rij additieven,
mycotoxinen en industriële en milieucontaminanten afgerond.
Tijdens de bijeenkomst van de CCPR is evenals in voorgaande jaren voornamelijk gediscussieerd over de aanvaardbaarheid van voorgestelde maximale residulimieten voor circa 70 bestrijdingsmiddelen in een reeks van primaire land- en tuinbouwproducten. Daarnaast is er ook gediscussieerd over de ontwikkeling van methoden waarop het risico van de inname van residuen voor de consument kan worden ingeschat.
Evaluatie Codex Alimentarius
Sinds de oprichting van de Codex Alimentarius in 1962 door de FAO en
de WHO is binnen deze organisatie veel belangrijk werk verricht voor
het vaststellen van internationale normen en richtlijnen voor
voedselproducten.
Om er zeker van te zijn dat de Codex ook in de toekomst de twee
hoofddoelen van de organisatie, te weten de bescherming van de
gezondheid van consumenten en de bevordering van de eerlijkheid in
handel, optimaal kan blijven volgen, is besloten om dit jaar een
evaluatie van de Codexorganisatie te houden. Dit is voor het eerst in
40 jaar dat deze VN-organisatie de procedures en de werkwijze van de
Codex Alimentarius aan een onderzoek onderwerpt.
De grootschalige evaluatie zal in opdracht van de FAO en WHO door een
onafhankelijk evaluatieteam en een 'expert panel' worden uitgevoerd.
Verwacht wordt dat deze werkzaamheden door beide partijen begin 2003
afgerond zijn.
Daartoe worden de behoeften en input van onder andere
voedselproducenten, handelaren, bedrijfsleven, wetgevingsinstanties en
consumenten ten aanzien van de Codex Alimentarius in kaart gebracht en
geëvalueerd. Hierbij zal ook op de specifieke wensen van zowel de
rijkere landen als ook de ontwikkelingslanden worden gelet.
Onderwerpen zoals de transparantie en de effectiviteit van het
Codexproces, het functioneren van de technische en administratieve
ondersteuning van de Codex, de ondersteuning van ontwikkelingslanden
via de Codex en vele andere zaken komen hierbij aan bod.
Nederland hecht veel waarde aan een actieve medewerking tijdens deze
evaluatie en zal daarom ook gesprekspartner zijn tijdens een bezoek
van het Codexevaluatieteam eind juli.
In deze brief heb ik u willen informeren over de belangrijkste
ontwikkelingen binnen de Nederlandse Codex Alimentarius. Het is mijn
intentie u van deze ontwikkelingen in de toekomst regelmatig op de
hoogte te houden en toelichting te geven op de Nederlandse
Codexstandpunten.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
Zie ook: www.codexalimentarius.nl
---