Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


DoCoNed rapporteert bevindingen over 2001

Doping Controle Nederland (DoCoNed) rapporteert in haar jaarverslag 2001 over haar bevindingen en resultaten van het afgelopen jaar. In het jaarverslag wordt onder meer het aantal door DoCoNed uitgevoerde dopingcontroles (2270) en het aantal positieve A-monsters (45) beschreven.

Jaarlijks worden er 2500 dopingcontroles, de zogenaamde contingent controles, door NOC*NSF beschikbaar gesteld aan de Nederlandse sportbonden. Elke sportbond krijgt jaarlijks een 'x' aantal van deze 2500 dopingcontroles toegewezen. De toewijzing vindt plaats op basis van een objectief wiskundig verdeelmodel dat is ontwikkeld door het NeCeDo. Elke Nederlandse sportbond heeft de vrijheid de toegewezen dopingcontroles naar eigen inzicht, en eventueel op advies van NeCeDo, bij haar sporters in te zetten. DoCoNed voert in opdracht van de bond de daadwerkelijke dopingcontroles uit.

Uitgevoerde dopingcontroles
DoCoNed heeft in 2001 1998 contingent dopingcontroles uitgevoerd. In 2000 waren dit er nog 1429. Hiernaast heeft zij 272 extra dopingcontroles uitgevoerd die door de Nederlandse sportbonden zelf betaald werden. Tevens heeft DoCoNed 51 controles uitgevoerd in opdracht van zusterorganisaties zoals de World Anti-Doping Agency (WADA). In totaal heeft DoCoNed het afgelopen jaar 2321 dopingcontroles uitgevoerd. Van het aantal uitgevoerde contingentcontroles (1998) is 57% (1139) binnen-wedstrijdverband uitgevoerd en 43% (859) buiten-wedstrijdverband.

SOORT CONTROLES

AANTAL UITGEVOERD

BINNEN-WEDSTRIJDVERBAND

BUITEN-WEDSTRIJDVERBAND

Contingentcontroles (2500)

1998

57% (1139)

43% (859)

Betaalde controles

272

Subtotaal

2270

63% (1430)

37% (840)

In opdracht van zusterorganisaties

51

Totaal

2321

Positieve uitslagen
Uit het jaarverslag blijkt dat van de 2270 dopingcontroles in 40 gevallen het A-deel van de monsters positief was, dat wil zeggen dat deze monsters mogelijk in strijd waren met de reglementen van de betreffende bond. Vijf sporters weigerden een dopingcontrole te ondergaan. De 45 vermeldenswaardige bevindingen (2,0% van het totale aantal uitgevoerde controles) betroffen 35 mannelijke en 10 vrouwelijke sporters. In 12 gevallen ging het om sporters uit het buitenland, die echter voor een deel wel uitkwamen voor een Nederlandse sportorganisatie. De meest aangetroffen stoffen in de verdachte urinemonsters waren die uit groep IA (stimulantia) en die uit groep IC (anabole stoffen). Ter vergelijking, in 2000 ging het nog om 22 positieve A-monsters op een totaal aantal van 1757 uitgevoerde dopingcontroles (1,3%). Het aantal positieve A-monsters is dus enigszins gestegen ten opzichte van 2000.

2000

2001

Aantal controles

1757

2270

Positieve A-monsters

22

40

Weigeringen

5

Percentage


1,3%



2,0%


Praktische problemen
Uit het jaarverslag wordt eveneens duidelijk dat DoCoNed tijdens het uitvoeren van haar taak tegen een aantal praktische problemen aanloopt. Een van de belangrijkste problemen is het achterhalen van de adres- en verblijfsgegevens van sporters die buiten-wedstrijdverband gecontroleerd dienen te worden. Zo kan het voorkomen dat het lange tijd duurt voordat sporters 'gevonden' worden. Dit kan de uitvoering van dopingcontroles bemoeilijken. Een andere praktisch probleem was het vaak ontbreken van een adequaat ingericht dopingcontrolestation bij geheel onaangekondigde wedstrijdcontroles. Als oplossing hiervoor heeft DoCoNed zeer recentelijk een mobiel controlestation in gebruik genomen.