Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Fusies van woningcorporaties aan regels gebonden (12-7-2002)
Staatssecretaris Remkes (VROM) heeft regels en criteria opgesteld waaraan hij voorgenomen fusies van woningcorporaties zal toetsen. Hierdoor wordt het duidelijk wanneer fusies "in het belang van de volkshuisvesting" zijn en dus door de staatssecretaris kunnen worden geaccepteerd. Hij heeft een en ander vastgelegd in een brief (MG-circulaire 2002-18) aan de gemeenten en corporaties.
In de Nota Mensen Wensen Wonen staat dat fusies van corporaties nooit een doel op zich kunnen zijn. Corporaties moeten aantonen dat een fusie in het belang is van het wonen, dat de lokale binding behouden blijft en dat de fusie efficiency-voordelen oplevert die de (toekomstige) huurders ten goede komen. Ook de betrokkenheid van huurders en hun organisaties is van groot belang bij fusieprocessen. Vooraf moeten met de huurders afspraken worden gemaakt over de eventuele gevolgen.In het akkoord tussen de bij het wonen betrokken partijen - het Nationaal Akkoord Wonen (juli 2001) -, was al opgenomen, dat de regelgeving voor fusies zal worden aangescherpt.AEDES vereniging van woningcorporaties, de VNG en de Woonbond zouden op grond van datzelfde akkoord snel een gedragslijn voor de lokale inbedding van dergelijke fusies ontwikkelen. Omdat deze gedragslijn nog steeds niet gereed is en nieuwe regelgeving voor corporaties via de invoering van een nieuwe Woonwet nog wel enige tijd zal vergen, heeft Remkes besloten vooruitlopend daarop zelf regels en criteria voor fusies in een MG-circulaire vast te leggen.
CriteriaIn de huidige regelgeving voor woningcorporaties staat dat een fusie mag plaatsvinden als deze in "het belang van de volkshuisvesting" is. De staatssecretaris heeft nu de criteria benoemd waaraan nader wordt getoetst of een fusie 'aan de volkshuisvesting bijdraagt'. Bij de beoordeling zal gekeken worden naar:
· de gevolgen voor de huurontwikkeling;
· het behoud van de lokale binding door bijvoorbeeld de aanwezigheid van een lokaal aanspreekpunt;
· de inzet van investeringscapaciteit voor de lokale of regionale behoeften;
· de verbetering van de professionaliteit en dienstverlening en
· de bereidheid van de fusiepartners elkaar of andere corporaties financieel bij te staan om de opgaven voor het wonen te kunnen uitvoeren.
Daarnaast zal worden geregeld, dat corporaties plannen om een substantieel aantal huurwoningen aan andere corporaties te verkopen aan de staatssecretaris moeten voorleggen. Dit is vooral bedoeld om feitelijke fusies via verkoop van (grote) delen van het bezit van de ene corporatie aan de andere te voorkomen.
ProcedureDe staatssecretaris adviseert corporaties verder om bij fusies om tijd te besparen eerst de mening te vragen van de betrokken huurders(organisaties). Daarnaast is het verstandig dat ook de corporaties zélf de zienswijze vragen van de betrokken gemeenten. Als er sprake is van negatieve adviezen, kunnen de corporaties daarop een onderbouwde reactie geven, voordat zij de plannen om te fuseren ter goedkeuring aan de staatssecretaris voorleggen.Als de betrokken corporaties geen advies aan gemeente(n) en huurders(organisaties) hebben gevraagd, dan zal de staatssecretaris dit zelf doen. Eventuele negatieve adviezen zal de bewindsman aan de corporaties voorleggen met het verzoek daar binnen 10 dagen op te reageren