Rijksuniversiteit Groningen
Onderdeel van betwiste metingen van Schön, Kloc en Batlogg bevestigd
Over de eigenschappen van organische moleculaire geleiders is de afgelopen twee jaren veel gepubliceerd in Science en Nature door een groep onderzoekers van Bell Labs (New Jersey) met als eerste auteur Jan Hendrik Schön. De groep raakte in opspraak omdat de grafieken van metingen aan verschillende materialen identiek bleken. Er kwamen beschuldigingen van onzorgvuldig wetenschappelijk gedrag, onder meer van de Delftse hoogleraar Teun Klapwijk die in een artikel in NRC Handelsblad in mei sprak van 'slordigheden en inconsistenties' in de publicaties in Science en Nature. Een commissie onder leiding van Prof. Beasley van Stanford University is gevraagd om de waarde van deze publicaties te onderzoeken.
Een van de betwiste resultaten die Schön, Kloc en Batlogg
rapporteerden, is een zeer hoge mobiliteit van ladingsdragers in
pentaceen. Een meting die de Groningse natuurkundige Christine
Mattheus in haar proefschrift publiceert, bevestigt dit resultaat
nu wel voor een groot deel. "Ook ik meet een hoge mobiliteit", zegt
zij. "Weliswaar is de mobiliteit die ik waarneem een factor tien
minder hoog dan die van Schön, Kloc en Batlogg, maar het blijft
verrassend hoog voor dit soort materiaal." Dit bevestigt nog lang
niet de sensationele claims van supergeleiding, maar toont wel de
verrassende eigenschappen van deze materialen. Mattheus promoveert
op 5 juli 2002.
Pentaceen
Het proefschrift van Mattheus gaat over pentaceen, een organisch
chemisch molecuul met vijf aaneengeschakelde koolstofringen waarin
ladingsdragers (zoals elektronen) zich relatief gemakkelijk kunnen
bewegen. Organische geleiders worden in gedeeld in twee groepen: de
geleidende polymeren (geleidende plastics) en de moleculaire
geleiders. Over de eerste groep is in de laatste jaren veel
gepubliceerd vanwege de veelbelovende industriële toepasbaarheid,
onder ander in LED's en transistoren. De tweede groep, waaronder
pentaceen valt, speelt een rol in onderzoek naar verschijnselen als
supergeleiding, het fractioneel quantum Hall-effect en ambipolaire
geleiding. Onderzoek van fundamentele aard, maar ook hier liggen
toepassingen in verschiet, bijvoorbeeld in zonnecellen en lasers.
Mattheus bestudeerde pentaceen in kristalvorm (losse kristallen) en
in de vorm van dunne films. Ze ontdekte dat er vier verschillende
kristalstructuren van pentaceen bestaan. Uit haar onderzoek
concludeert ze dat de verschillende kristalstructuren een goede
mogelijkheid bieden om de verschillen in elektronische
eigenschappen verder te onderzoeken. Verder onderzoek zal de claims
van veld effect werking en supergeleiding bestuderen.
Christine Mattheus (Den Haag, 1974) studeerde natuurkunde in
Leiden. Het onderzoek verrichtte ze bij de vakgroep Vaste Stof
Chemie, onderdeel van het Materials Science Centre van de RUG onder
leiding van prof.dr. T.T.M Palstra.
Noot voor de pers
Nadere informatie: prof.dr. Thomas Palstra de promotor van
Christine Mattheus is contactpersoon voor de media:, telefoon
(050)363 44 19, e-mail: t.t.m.palstra@chem.rug.nl
Datum en tijd
vrijdag 5 juli 2002, 16.00 uur
Promovendus
mw. C.C. Mattheus
Proefschrift
Polymorphism and electronic properties of pentacene
Promotor
prof.dr. T.T.M. Palstra, tel. (050)363 44 19, e-mail
t.t.m.palstra@chem.rug.nl
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie