Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2002/1348
datum
05-07-2002
onderwerp
Verslag Landbouwraad Luxemburg, 27 juni 2002
TRC 2002/5922
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Op 27 juni 2002 vond in Luxemburg een vergadering plaats van de ministers van Landbouw van de Europese Unie. Dit was de laatste vergadering onder leiding van de Spaanse voorzitter, minister Arias Cañete.
datum
05-07-2002
kenmerk
IZ. 2002/1348
bijlage
Tijdens de Raad is een politiek akkoord bereikt over een algemene
verordening voor levensmiddelenhygiëne. Ter bespreking lag wederom een
voorstel van de Commissie voor een bewakingssysteem voor ethylalcohol
uit landbouwproducten. Het voorstel is bij uitblijven van een akkoord
voor verdere bespreking weer voorgelegd aan het Special Landbouw
Comité. Voor het voorstel om Griekse feta een Beschermde Geografische
Aanduiding (BGA) te verlenen, bestond binnen de Raad geen
gekwalificeerde meerderheid. Voorts zijn Conclusies van het
Voorzitterschap aangenomen betreffende het Veterinair Fonds, de
Gemeenschappelijke marktordening groente en fruit, alsmede
landbouwverzekeringen. De Commissie informeerde de Raad over de stand
van zaken over het voorstel voor een richtlijn en verordening voor
zoönosen en zoönoseverwekkers, het evaluatie-rapport over de
Gemeenschappelijke marktordening voor tabak en over BSE. Tenslotte
lichtte Commissaris Fischler de resultaten toe van een recente studie
naar de vooruitzichten van agrarische markten op de middellange
termijn tot en met 2009.
Onder het agendapunt diversen is gesproken over ggo's in zaaizaad, de
verontreiniging met nitrofeen van een partij granen in Duitsland, de
zorgelijke situatie op de graanmarkt en de Portugese en Franse visie
ten aanzien van de Mid-Term Review.
En marge van de landbouwraad heb ik bij Commissaris Fischler
aangedrongen op een spoedig en positief besluit van de Europese
Commissie over het Nederlandse verzoek om goedkeuring voor de sanering
van de varkensslachterijen.
De Commissaris zegde toe zijn uiterste best te doen, maar hij
verwachtte niet dat het College van Commissarissen nog voor het
zomerreces tot een formeel besluit zou komen.
Zoönosen en zoönosenverwekkers
De Commissie publiceerde in oktober 2001 een verslag over de huidige
situatie met betrekking tot zoönosen en de bestrijding daarvan. De
Commissie concludeerde bij die gelegenheid dat weliswaar vooruitgang
is geboekt op dit terrein, maar verdere intensivering van het beleid
nodig is. Daartoe heeft de Commissie voorstellen gedaan tot aanpassing
van de huidige wetgeving. De Commissie heeft voorgesteld in een
concept-richtlijn de informatie over het voorkomen van zoönosen te
verbeteren. Daarnaast ligt er een voorstel voor een
concept-verordening om in de lidstaten gemeenschappelijke
doelstellingen te formuleren, die vervolgens in een nationaal
programma geconcretiseerd dienen te worden (voor consumptie-eieren in
2008 en voor pluimveevlees in 2009).
Het Voorzitterschap gaf een uiteenzetting over de stand van zaken met
betrekking tot de voorstellen. Ten aanzien van de richtlijn deden zich
geen noemenswaardige problemen voor. Ten aanzien van de verordening
werden echter een drietal knelpunten geïdentificeerd, te weten de
deadline voor de implementatie van de controle op zoönosen en
-verwekkers, het toepassingsgebied en de financiering van de controle.
De Voorzitter concludeerde dat de meningen van de lidstaten over
genoemde punten nog te ver uiteen lagen en derhalve de verdere
behandeling van het dossier overgenomen zou worden door het Deense
Voorzitterschap.
Een inhoudelijk debat heeft in de Raad niet plaatsgevonden.
Levensmiddelenhygiëne
In het Witboek Voedselveiligheid heeft de Commissie aangekondigd de
versnipperde communautaire regelgeving op het gebied van
levensmiddelenhygiëne te codificeren en terug te brengen tot één
richtlijn en vier verordeningen. Onder het Spaanse voorzitterschap
spitste de bespreking van het dossier levensmiddelenhygiëne zich toe
op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de
Raad inzake algemene levensmiddelenhygiëne (de 'algemene
verordening'). De Groep veterinaire deskundigen besprak daarnaast ook
het voorstel voor een verordening houdende de vaststelling van
specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke
oorsprong ('specifieke' verordening).
De Voorzitter stelde vast dat er een meerderheid bestond voor de
zogenaamde algemene verordening voor levensmiddelenhygiëne. Hij
tekende hier echter bij aan dat hangende de behandeling van de
specifieke verordening, die tijdens het komende Deense Voorzitterschap
afgerond zou moeten worden, nog geen sprake kon zijn van een formeel
politiek akkoord over het dossier als geheel.
Ik heb aangegeven dat Nederland op grote lijnen het voorstel steunt,
maar dat ik tegelijkertijd betreur dat het niet mogelijk is gebleken
voldoende steun te verkrijgen voor het Nederlandse voorstel tot
uitbreiding van het toepassingsgebied van HACCP tot de primaire
productie. Om toch een politiek signaal af te geven dat het de
Commissie ernst is met de ketenbenadering, heb ik derhalve gepleit
voor rapportage aan het Europees Parlement en de Raad over de
voortgang van de implementatie van de verordening, niet na vijf jaar,
zoals opgenomen in het voorstel voor een verordening, maar na drie
jaar. Commissaris Byrne is me hierin gedeeltelijk tegemoet gekomen
door toe te zeggen dat hij binnen uiterlijk vijf jaar met het
gevraagde rapport te komen. Dit was voor mij reden om met het voorstel
in te stemmen.
Veterinair Fonds
Herziening van het Veterinair Fonds was een van de prioriteiten van
het Spaanse Voorzitterschap. Tijdens de Raad presenteerde het
Voorzitterschap ontwerpconclusies. Doel van het fonds is de
financiering van maatregelen voor de uitroeiing van, en controle op
dierziekten door:
* specifieke veterinaire maatregelen: urgente maatregelen in geval
van bepaalde ziekten, wanneer deze zich in een lidstaat voordoen;
* programma's voor de uitroeiing van, en controle op de
belangrijkste dierziekten;
* veterinaire controles.
Commissaris Byrne sprak zijn tevredenheid uit over de voorliggende
conclusies en merkte op dat een eventuele wijziging van het Veterinair
Fonds bezien zou moeten worden in het kader van de Mid-Term Review.
Daar de ontwerpconclusies niet konden rekenen op de volledige steun van de Raad, werden deze als Voorzitterschapsconclusies aangenomen.
BSE
Commissaris Byrne gaf een laatste stand van zaken met betrekking tot
BSE. Hoewel het aantal nieuwe gevallen van BSE in het algemeen stabiel
blijft, sprak de Commissaris zijn bezorgdheid uit over het groeiend
aantal gevallen in Ierland. Desalniettemin achtte Byrne
voorzorgsmaatregelen op dit moment niet noodzakelijk, daar hij
verwachtte dat het aantal gevallen gezien de leeftijd van de dieren
spoedig weer zou afnemen.
Over scrapie zei Commissaris Byrne dat met ingang van 1 april
jongstleden de tests zijn aangescherpt. Als direct gevolg hiervan is
het aantal gevallen van scrapie dat ontdekt wordt, toegenomen.
Het voornemen van Frankrijk om de leeftijd waarop de wervelkolom bij
kleine herkauwers (schapen) verwijderd zou moeten worden, te verlagen
van 12 naar 6 maanden, is voorlopig uitgesteld. Voorts laat Frankrijk
in afwachting van een nieuw advies van het Franse
voedselveiligheidsinstituut AFSSA, voorlopig nog geen Brits rundvlees
toe tot de Franse markt.
Ethylalcohol
Ter bespreking lag wederom het voorstel van de Commissie voor een
bewakingssysteem voor ethylalcohol uit landbouwproducten voor.
Het grootste struikelblok blijft nog steeds artikel 10 van de verordening, dat bepaalt dat nationale steunmaatregelen in beginsel niet verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt.
Het Europees Parlement heeft zich op 13 juni jongstleden uitgesproken
tegen handhaving van artikel 10.
Ondanks mijn verzoek om een politieke discussie in de Raad over het
voorstel, heeft de Voorzitter besloten het voorstel opnieuw ter
bestudering voor te leggen aan het Special Landbouw Comité.
Marktordening groente en fruit
Het Voorzitterschap presenteerde ontwerpconclusies voor aanpassing van
de Gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit uit 1996.
Deze ontwerpconclusies beogen onder meer een vereenvoudiging van de
marktordening, het stimuleren en versterken van telersverenigingen, de
aanscherping van kwaliteitscriteria en een grotere samenhang en
complementariteit tussen de desbetreffende marktordening en de
regeling voor plattelandsontwikkeling.
Op mijn verzoek is in de conclusies een bepaling opgenomen over het
bezien in hoeverre milieu-investeringen die verder gaan dan de
EU-standaarden maar binnen de nationale regelgeving blijven, voor
ondersteuning in aanmerking komen.
De discussie over het voorstel spitste zich toe op de financiering van
de in de conclusies gedane voorstellen. Niettegenstaande de
uitdrukkelijke verzekering van de zijde van de Commissie dat het niet
gaat om nieuwe uitgaven, maar dat de financiering ten laste komt van
de beschikbare actiefondsen van de individuele telersverenigingen,
wist het Voorzitterschap zich niet te verzekeren van unanimiteit. Eén
lidstaat kon niet akkoord gaan met de conclusies. Ik heb er wel mijn
steun voor uitgesproken. De ontwerp-conclusies zijn vervolgens als
conclusies van het Voorzitterschap aangenomen.
Landbouwverzekeringen
Verzekeringsstelsels in de landbouw staan internationaal in de
belangstelling. Het Spaanse Voorzitterschap plaatste het onderwerp op
de EU-agenda en organiseerde er in mei een congres over. De resultaten
van dit congres zijn verwerkt in de ontwerp-conclusies van de Raad.
Het Voorzitterschap stelt voor te onderzoeken of de inkomens van
landbouwers door middel van verzekeringen te beschermen zijn tegen de
gevolgen van liberalisering en natuurlijke risico's. Nadruk ligt
daarbij op nadere analyse en uitwisseling van gegevens.
Het Voorzitterschap informeerde de Raad dat binnen het Speciaal
Landbouw Comité geen overeenstemming bereikt kon worden over met name
de financiering van de verzekering. Ook binnen de Raad werd daarover
geen overeenstemming bereikt. De ontwerp-conclusies van de Raad zijn
met overgrote meerderheid aangenomen als conclusies van het
Voorzitterschap.
Feta
De Raad is er niet in geslaagd een gekwalificeerde meerderheid te
verkrijgen voor het voorstel om Griekse feta een Beschermde
Geografische Aanduiding (BGA) te verlenen.
Het gevolg hiervan is dat als de Raad binnen drie maanden niet anders
besluit, het oorspronkelijke voorstel van de Commissie wordt
vastgesteld. Dit betekent dat feta dan een beschermde benaming wordt
en alleen nog in Griekenland geproduceerd mag worden.
Middellange termijn perspectieven landbouwmarkten
De Commissie publiceerde op 19 juni jongstleden de resultaten van een
studie naar de vooruitzichten van agrarische markten op de middellange
termijn tot en met 2009. Tijdens de Raad lichtte Commissaris Fischler
de studie toe.
De studie van de Commissie is zeer gedegen en levert waardevolle
resultaten op voor de komende discussie rond de Mid-Term Review. In
het algemeen lijken de vooruitzichten voor de belangrijkste markten
redelijk gunstig. In de studie is echter nog geen rekening gehouden
met een aantal relevante beleidsontwikkelingen, zoals het effect van
de nieuwe Amerikaanse Farm Bill, de implementatie van de nieuwe
WTO-handelsafspraken en de invloed van een eventuele invoering van het
Gemeenschappelijk landbouwbeleid in de kandidaatlidstaten.
Diversen
a. GGO in zaaizaad (verzoek Duitsland)
Duitsland vroeg aandacht voor de impact van GGO's in de landbouw.
Dit naar aanleiding van de recente publicatie van een rapport van
de Joint Research Centre omtrent de coëxistentie van
conventionele, biologische en genetische gemodificeerde gewassen.
Een belangrijke conclusie in het rapport is dat het in een regio
met 10-15% genetische gemodificeerde gewassen heel moeilijk is om
te voldoen aan de tolerantiedrempel van 0,1% voor onvoorziene
aanwezigheid van GGO's. Duitsland vroeg de Commissie welke
conclusie zij trekt voor wat betreft de definitie van
drempelwaarde voor de aanwezigheid van GGO's in zaden. Ook wilde
Duitsland van de Commissie weten hoe ze denkt over de financiering
van de onvermijdelijke extra kosten voor etikettering en
traceerbaarheid.
Commissaris Byrne deelde de zorg van Duitsland en enkele andere
delegaties. Hij merkte op dat de Commissie werkt aan
ontwerp-conclusies voor de verschillende zaaizaadrichtlijnen.
Voorts zei Byrne dat GGO's een voortdurend punt van aandacht
vormen voor de Commissie en zij zich daarbij afvraagt welke
maatregelen eventueel genomen dienen te worden. Het kostenaspect
wordt daarbij meegenomen. Gelijktijdig sprak de Commissaris de
hoop uit dat de verworvenheden van biotechnologie erkend worden,
ook ten aanzien van de voordelen voor de primaire producenten.
b. Nitrofeen
(verzoek Duitsland)
Duitsland informeerde de Raad en de Commissie over de maatregelen
die het getroffen had naar aanleiding van de verontreiniging van
een partij granen met nitrofeen. Duitsland benadrukte dat het
nitrofeen niet in het graan terecht was gekomen vanwege het
gebruik daarvan door boeren, maar door verontreiniging van een
opslagplaats voor veevoeders. Verder wezen alle onderzoeken in de
richting van slechts één bron van besmetting. De les die getrokken
kan worden uit het incident is dat er voldoende
onderzoekscapaciteit moet zijn, ook voor stoffen die niet meer
gebruikt worden.
Desgevraagd zei Duitsland dat 500 bedrijven onderzocht zijn en
thans vier bedrijven geblokkeerd zijn.
c. Portugese bijdrage aan de Mid-Term Review
Portugal presenteerde een nota over de toekomst van het Europees
landbouwbeleid als bijdrage aan de komende discussie over de
Mid-Term Review.
Kern van de nota is dat Portugal pleit voor een aanscherping van
de steunvoorwaarden onder de eerste pijler van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, met als doel de economische en
sociale cohesie in Portugal te vergroten. Dit doel is te bereiken
door de in het verleden vastgestelde productieplafonds en criteria
voor steun te herzien. Bovendien is het land voorstander van een
verplicht, uniform modulatieregime binnen de Gemeenschap.
d. Tabak
Commissaris Fischler informeerde de Raad over de laatste stand van
zaken met betrekking tot het evaluatierapport van de
Gemeenschappelijke marktordening voor tabak. In 1998 is de
marktordening hervormd. Op basis van de Raadsverordening was de
Commissie gehouden voor 1 april 2002 verslag uit te brengen aan
het Europees Parlement en de Raad. De Commissaris meldde dat het
rapport vertraging had opgelopen. Hij verwachtte dat het verslag
in de Raad van september besproken zou kunnen worden.
e. Europese graanmarkt
(verzoek Oostenrijk)
Oostenrijk sprak zijn bezorgdheid uit over de vooruitzichten voor
de Europese graanmarkt. Als gevolg van de dalende
uitvoerrestituties is de uitvoer gedaald. Bovendien is de invoer
verdubbeld, met name uit de landen rond de Zwarte Zee en Oekraïne.
Oostenrijk pleitte voor een verhoging van de invoerrechten voor
graan uit het gebied rondom de Zwarte Zee, alsmede voor een
uitstel van de inwerkingtreding van de zogenaamde
'dubbel-nul'-akkoorden met de kandidaatlidstaten tot op zijn
vroegst 1 januari 2003, in plaats van 1 juli 2002. De
'dubbel-nul'-akkoorden hebben ten doel de handel tussen de EU en
de kandidaatlidstaten voor te bereiden op de situatie van één
binnenmarkt. Om dat te bereiken, worden de nog bestaande
handelsbelemmeringen geleidelijk opgeheven.
Commissaris Fischler merkte op dat de falende bescherming van de
graanmarkt niet te wijten was aan de daling van de douanetarieven
maar aan de bereidheid van landen uit het Zwarte Zee gebied om te
exporteren tegen elke prijs. De Commissaris zegde toe te zoeken
naar betere beschermingsmaatregelen. Ten aanzien van de
'dubbel-nul'-akkoorden zei Fischler bereid te zijn een speciale
beheersprocedure in te voeren.
f. Berlijn afspraken
(verzoek Frankrijk)
Frankrijk heeft een nota opgesteld met als een doel een bijdrage
te leveren aan de discussie over de Mid-Term Review van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Uitgangspunt daarbij vormt de in
1999 door de regeringsleiders gemaakte afspraken in Berlijn over
de landbouwhervormingen in het kader van Agenda 2000.
Frankrijk stelde zich op het standpunt niet tegen een discussie te
zijn over de Mid-Term Review, maar benadrukte daarbij sterk dat
deze zou moeten plaatsvinden binnen het raamwerk en financiële
kader gesteld door Agenda 2000. De Mid-Term Review is een eerste
en vooral goede gelegenheid voor een evaluatie van het akkoord van
Berlijn. Verder stelde Frankrijk voor de doeltreffendheid van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid te versterken. Het noemt daarbij
een viertal pijlers:
1. het meer doeltreffend maken van de marktordeningen,
2. het herstel van het consumentenvertrouwen en het stimuleren
van kwaliteit,
3. aanpassing van het plattelandsbeleid met name voor wat
betreft de co-financiering, het financieringsmechanisme en de
voorwaarden bij toepassing van modulatie,
4. vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Commissaris Fischler bedankte Frankrijk voor zijn bijdrage aan de discussie over de komende Mid-Term Review, maar zei dat zolang de Mid-Term Review nog niet gepresenteerd was, er geen inhoudelijke discussie kon plaatsvinden. De Commissaris zegde echter toe, dat hij na de presentatie zeker bereid was de discussie aan te gaan over de nationale bijdragen, en zelfs bereid was hiervoor naar de verschillende Europese hoofdsteden af te reizen.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
---