Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DN. 2002/2039
datum
05-07-2002

onderwerp
Evaluatie Verdrogingsbestrijding
TRC 2002/5824

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Met deze brief wil ik u, mede namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het rapport 'Blauw voor groen: nog veel te doen' doen toekomen. Dit rapport betreft een evaluatiestudie door het onderzoeksinstituut Alterra naar de aanpak van de verdrogingsbestrijding.

datum
05-07-2002

kenmerk
DN. 2002/2039

bijlage

Bestrijding van de verdroging van natuurterreinen is een cruciale factor voor het behoud en herstel van de kenmerkende natuurlijke biodiversiteit in Nederland. Het afgelopen decennium hebben daarom veel partijen zich ingezet om de verdroging van natuurterreinen een halt toe te roepen en het herstel van verdroogde natuur te bevorderen. Als richtsnoer is daarbij gehanteerd het op voorstel van de Tweede Kamer geformuleerde nationale doel van 25% herstel van het verdroogde areaal in 2000 en 40% in 2010.
Ondanks de inspanningen is het resultaat tot nu toe echter niet zoals gewenst. In de Verdrogingskaart 2000 (opgesteld door het IPO en het RIZA) wordt geconstateerd, dat het doel voor 2000 niet is gehaald en het veel moeite zal kosten om het doel voor 2010 alsnog te bereiken. Daarbij zijn er ook vragen gerezen, of de aanpak voldoende effectief is. Gezien het belang van de verdrogingsbestrijding voor de kwaliteit van de natuur is dit ongewenst.

De ideeën onder betrokken partijen over wat bepalende factoren zijn voor het tegenvallende resultaat, over de haalbaarheid van de doelstelling voor 2010 en over de effectiviteit van toekomstige inspanningen zijn divers. Enerzijds voeden de toegenomen inzet bij de uitvoerders van de verdrogingsbestrijding en het aantal projecten in voorbereiding of uitvoering de hoop, dat de komende jaren flinke vooruitgang geboekt zal worden bij de verdrogingsbestrijding. Dit wordt versterkt door recente vernieuwingen in het waterbeleid en bij de inrichting van het landelijk gebied. Maar anderzijds blijft er ook pessimisme, zolang de indruk bestaat dat de ervaren belemmeringen voor een effectieve aanpak niet helder zijn benoemd en worden aangepakt. Om meer zicht te krijgen op de factoren, die bepalend zijn voor het achterblijvend resultaat tot nu toe en op de kansen voor verbetering van de verdrogingsbestrijding in de toekomst, hebben de meest betrokken departementen (VROM, V&W, LNV) opdracht gegeven aan het onderzoeksinstituut Alterra om de verdrogingsbestrijding te evalueren.

Deze evaluatie is verricht met medewerking van de overige bij verdrogingsbestrijding betrokken partijen: provincies, waterschappen en terreinbeheerders. Het accent in het onderzoek lag vooral op de aansturing en uitvoering in de praktijk van de verdrogingsbestrijding. Vooraf bestond de indruk dat de belangrijkste problemen op dit vlak liggen en bijvoorbeeld niet op het vlak van de wetenschappelijke kennis. Om zoveel mogelijk informatie bij en opvattingen van betrokken partijen te benutten is ervoor gekozen, om het onderzoek te baseren op interviews.

De onderzoekers hebben de diverse opvattingen over de oorzaken van het tegenvallende resultaat en de gewenste verbeteringen in de uitvoering van de verdrogingsbestrijding in kaart gebracht. Het rapport bevestigt het beeld van een grote complexiteit en weerbarstigheid bij de uitvoering van de verdrogingsbestrijding, die aanvankelijk is onderschat. Ook wordt geconstateerd, dat tegen die achtergrond de coördinatie en sturing op verschillende niveaus onvoldoende zijn geweest. Tot mijn vreugde blijkt, dat inmiddels de geformuleerde doelen door betrokkenen wel breed worden onderschreven en dat de verdrogingsbestrijding op een breed draagvlak kan rekenen bij provincies, waterschappen en terreinbeheerders. Ook worden in de beleidsontwikkeling op diverse terreinen goede aangrijpingspunten gezien voor verbetering van de uitvoering.

Dit lijkt mij een goede basis om met betrokken partijen te werken aan verbetering van de verdrogingsbestrijding. De verdrogingsbestrijding blijft voor het natuurbeleid immers van groot belang vanuit de ambitie van de door de Tweede Kamer en het kabinet geformuleerde doelstelling van 40% voor 2010 en het realiseren van adequate milieu- en watercondities voor de natuurterreinen in de EHS op de langere termijn.
Deze ambities dienen te worden waargemaakt in de opgaven voor het gebiedsgerichte milieubeleid voor de bescherming van de EHS, alsmede in samenhang met en als onderdeel van de opgaven voor het waterbeheer. De opgaven voor het integrale waterbeheer worden thans uitgewerkt in de deelstroomgebiedsvisies (Waterbeheer 21e eeuw) en in de stroomgebiedbeheersplannen, die moeten worden opgesteld ten behoeve van de implementatie van de Kaderrichtlijn water. Ook bij de ontwikkeling van Groene Diensten zal moeten worden bekeken of toepassing bij de bestrijding van verdroging nieuwe mogelijkheden kan creëren om de betreffende functies (met name landbouw, water en natuur) constructief met elkaar te laten samenwerken.

Het rapport van Alterra geeft aan, dat er ook in bestuurlijk-organisatorische zin nog een taak ligt om de effectiviteit van de verdrogingsbestrijding te verbeteren. Ten aanzien van specifieke punten van een gezamenlijke aanpak, die hiervoor nodig is, zal ik de Commissie Integraal Waterbeheer vragen om in de loop van dit jaar te adviseren over de benodigde acties.

Het rapport van Alterra geeft hiervoor al aanzetten. Tussen betrokken partijen kunnen vervolgens concrete afspraken worden gemaakt over deze acties. De bedoeling is dat deze afspraken zullen doorwerken in relevante beleids- en planningsdocumenten, zoals het Tweede Structuurschema Groene Ruimte, het Nationaal Bestuursaccoord Water en de Bestuursovereenkomst Gebiedsgerichte inrichting Landelijk gebied.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber

Bijlage:
Rapport Alterra 'Blauw voor groen: nog veel te doen' (Niet in elektronische vorm beschikbaar)


---