Ministerie van Justitie
050702Korthals: Streng toezicht op werk particuliere rechercheur
5 juli 2002
Minister Korthals wil strenger toezicht op het werk van de
particuliere rechercheur. Strikte naleving van vergunningsvoorwaarden
en wettelijke bepalingen moeten ertoe leiden dat -als het nodig is-
boetes worden opgelegd en vergunningen worden ingetrokken. Bureaus
zonder vergunning worden aangepakt. Ook komt er een wettelijk verbod
voor particuliere rechercheurs op gebruik van bepaalde
onderzoeksmethoden die een verregaande inbreuk maken op de
persoonlijke levenssfeer. Daarnaast zullen bedrijfsrecherchediensten,
handelsinformatiebureaus, forensisch accountants, en
schade-expertisebureaus onder de werking van de Wet Particuliere
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus komen te vallen. Een en
ander blijkt uit een advies van een stuurgroep die de taken en
bevoegdheden van particuliere recherchebureaus heeft bekeken. Minister
Korthals heeft het advies vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Consultatie
Minister Korthals kan zich verenigen met de hoofdlijnen van het advies
van de stuurgroep. Bij de uitvoering daarvan zal rekening worden
gehouden met suggesties van enkele instanties aan wie het advies van
de stuurgroep ter consultatie is voorgelegd. Het betreft hier het
College van Procureurs-Generaal, de Raad van Hoofdcommissarissen, het
Korpsbeheerdersberaad, het College Bescherming Persoonsgegevens en het
VNO/NCW.
Stuurgroep
Het advies van de stuurgroep volgt op een brief van minister Korthals
die vorig jaar april naar de Tweede Kamer is gestuurd in reactie op de
uitkomsten van het onderzoeksrapport Particuliere recherche:
werkwijzen en informatiestromen. In de brief werd aangegeven dat het
wenselijk was de rol van de particuliere recherche opnieuw te bekijken
en na te gaan hoe en in welke mate de aanbevelingen in de praktijk
konden worden gebracht. De stuurgroep bestond uit vertegenwoordigers
van de ministeries van Justitie en Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties, de branchevereniging van de particuliere
recherche, politie en OM. In het advies is gekozen voor een combinatie
van voorstellen die betrekking hebben op zelfregulering en wettelijke
normering.
Particuliere recherche
De stuurgroep stelt vast dat de particuliere recherche een markt is
die sterk in ontwikkeling is. Het is aannemelijk dat er altijd vraag
zal zijn naar particuliere recherche vanwege uiteenlopende private
belangen. Dit betreft niet alleen de gewone burger maar ook het
bedrijfsleven. Particuliere recherche dient op de eerste plaats
particuliere belangen. Er wordt onderzoek gedaan op verzoek van een
opdrachtgever in het private domein. Het staat burgers en bedrijven
vrij onderzoek te (laten) doen naar handelen van derden waardoor zij
schade hebben geleden. Particulieren, en dus ook particuliere
recherchebureaus, hebben echter geen opsporingsbevoegdheid en het is
absoluut niet de bedoeling dat ze die krijgen. Strafrechtelijke
opsporing is een overheidstaak.
Bescherming
Het onderzoek van particuliere rechercheurs kan in meer of mindere
mate inbreuk maken op de privacy van de onderzochte persoon. Volgens
de stuurgroep is bescherming nodig van de overheid tegen die
inbreuken. Daarom moet wettelijk worden vastgelegd dat verregaande
inbreuken op de persoonlijke levenssfeer niet worden toegestaan. Dit
krijgt vorm door een verbodsbepaling in de Wet Particuliere
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
Daarnaast kan de relatie tussen burger en recherchebureau duidelijker
worden door zelfregulering van de branche. De burger moet er op kunnen
rekenen dat het onderzoek waaraan hij wordt onderworpen transparant en
eerlijk verloopt. De resultaten moeten de betrokken persoon worden
voorgelegd. De branche kan hierover gedragscodes en
personeelsinstructies opstellen.
Reikwijdte
De Vereniging Particuliere Beveiligingsorganisaties heeft de indruk
dat in de private sector steeds minder gekozen wordt voor een
strafrechtelijke afhandeling en steeds vaker voor privaatrechtelijke
sancties. Een groeiend deel van de bedrijfscriminaliteit wordt intern
afgedaan. De overheid dreigt het zicht daarop kwijt te raken.
Bedrijfsrecherchediensten van grote ondernemingen doen feitelijk
dezelfde werkzaamheden als onafhankelijke particuliere
recherchebureaus, en bieden in sommige gevallen hun diensten ook
buiten de eigen onderneming aan. Het is daarom wenselijk dat alle
bedrijven die zich met particuliere werkzaamheden bezighouden onder
het stelsel van de wet vallen, ongeacht naam en juridische constructie
van deze diensten of bedrijven. Dit houdt in dat in beginsel de wet
van toepassing zal zijn op bedrijfsrecherchediensten,
handelsinformatiebureaus, forensisch accountants en
schade-expertisebureaus. De stuurgroep beveelt een onderzoek aan naar
de gevolgen van deze verruiming voor onder meer de handhaving en
capaciteit bij de politie.
Inhuren
Politie en OM kunnen de expertise inhuren van de particuliere sector
mits zij de volledige verantwoordelijkheid nemen voor alle
activiteiten die de particulieren verrichten. Ook blijft bij
inschakeling van een particulier bureau het volledige strafvorderlijke
instrumentarium gelden, waaraan de politie is gebonden. De
mogelijkheden om informatie uit te wisselen zijn vastgelegd in de Wet
Bescherming Persoonsgegevens en de Wet Politieregisters. Daar moeten
betrokkenen zich aan houden.
Toezicht
Een onafhankelijk toezichthouder zal worden belast met het gehele
toezicht op de branche. Zolang deze er nog niet is zullen politie en
OM hun toezichthoudende rol intensiveren en strenger optreden.
Overtreders worden hard aangepakt: intrekken van de vergunning en
opleggen van boetes kunnen hiervan het resultaat zijn.
Bron: Directie Voorlichting