VPRO
Het machtsspel van de Gelderse Commissaris van de Koningin Jan
Kamminga
'Er zijn dingen gebeurd die niet kloppen. En ook antwoorden gegeven
die niet kloppen.'
'VVD-Commissaris van de Koningin van Gelderland, Jan Kamminga, heeft
vorig jaar mei gelogen bij het terugtreden van de Gelderse
PvdA-Gedeputeerde Wim Scheerder.' Dat zegt Lily Jacobs, inmiddels ook
ex-gedeputeerde van Gelderland, in het VPRO Radioprogramma Argos
(Radio 1, vrijdag 28 juni 2002, 11.00-12.00 uur): 'Er zijn dingen
gebeurd die niet kloppen. En ook antwoorden gegeven die niet kloppen.'
Ook is er onduidelijkheid over het contact dat er vorig jaar over deze
kwestie is geweest tussen Kamminga en de Arnhemse hoofdofficier van
justitie. Het opstappen van Scheerder was het culminatiepunt van de
bestuurscrisis die de provincie Gelderland al meer dan een jaar in
zijn greep heeft.
Jacobs vertelt in Argos over het contact dat zij in mei vorig jaar
over de kwestie had met minister De Vries van Binnenlandse Zaken. De
Vries had haar gevraagd het contact geheim te houden. Jacobs praat er
nu voor het eerst over: 'De Commissaris gaf aan dat minister De Vries
vond dat Scheerder moest terugtreden, en dat de minister dreigde met
een aanwijzing als dat niet zou plaatsvinden. Ik heb gemeend dat het
nodig was om contact te leggen met de minister. Ik heb hem gevraagd of
de druk om tot een aanwijzing over te gaan bij hem vandaan kwam. De
minister zei mij dat hij die druk nooit zou uitoefenen, want het moest
op provinciaal niveau opgelost worden.' Ook tegenover Argos liet een
woordvoerder van minister De Vries weten dat de minister nooit heeft
gedreigd met zo'n 'aanwijzing': 'De Vries heeft Kamminga gezegd dat
het een zaak van de provincie zelf is.'
Argos maakte een nauwgezette reconstructie van dat cruciale moment in
de Gelderse bestuurscrisis: wat gebeurde er op 11 mei 2001, toen
Gedeputeerde Wim Scheerder besloot terug te treden uit het Gelderse
provinciebestuur. Daarmee leek Scheerder als enige verantwoordelijk te
worden gesteld voor alle problemen waarmee het provinciebestuur
kampte. Maar Scheerder nam die beslissing naar eigen zeggen niet uit
vrije wil.
Commissaris van de Koningin Kamminga heeft altijd volgehouden dat
Scheerder wel vrijwillig is teruggetreden. Kamminga vertelt in Argos
dat alles begon met een telefoontje van de Arnhemse hoofdofficier van
justitie, waarin hem werd verteld dat 'het strafrechtelijk onderzoek
uitgebreid werd tot Scheerder'. Dat was voor Kamminga reden de
minister te bellen om te overleggen. Volgens Scheerder kreeg hij van
Kamminga te horen dat de Commissaris van de hoofdofficier had vernomen
dat Scheerder onderdeel was geworden van het strafrechtelijk onderzoek
naar fraude op het Provinciehuis, en dat als de Gedeputeerde niet zelf
terug zou treden, minister De Vries van Binnenlandse Zaken zou
ingrijpen door middel van een aanwijzing. Scheerders verhaal wordt
bevestigd door de jurist Nico de Vries van het advocatenkantoor 'Anker
en Anker' uit Leeuwarden. Hij was op die 11de mei op de kamer was
Scheerder aanwezig toen Kamminga daar binnenkwam. Ex-PvdA-Gedeputeerde
Lily Jacobs bevestigt nu dus Scheerders verhaal. Zij vertelt dat
Kamminga op 11 mei voordat hij naar Scheerder ging, bij haar op de
kamer binnenkwam en ook tegen haar vertelde dat de minister dreigde
met een ministeriële aanwijzing. Voor Jacobs was dat reden om
onmiddellijk zelf contact op te nemen met de minister. Jacobs zegt nu
pas met deze verklaring naar buiten te mogen komen omdat de
ambtsperiode van De Vries er bijna op zit. Kamminga zelf heeft altijd
ontkend met een aanwijzing te hebben gedreigd. Ook nu zegt hij weer
dat het verhaal van mevrouw Jacobs gebaseerd is op een
'misverstand'.
Redactie: Pikant detail hierbij is dat ook de toenmalige hoofdofficier
van justitie in een fax laat weten zich niet te kunnen herinneren zelf
een gesprek met de heer Kamminga te hebben gevoerd over uitbreiding
van het onderzoek. Maar lopende de uitzending worden wij plotseling
opgebeld door een woordvoerder van het Openbaar Ministerie in Arnhem.
Zij wil een aanvulling geven op de fax die wij eerder van het OM
hebben gekregen waarin wordt gesteld dat de toenmalige hoofdofficier
van justitie 'zich niet kan herinneren zelf een gesprek met de heer
Kamminga te hebben gevoerd'.
De aanvulling van het OM luidt: 'De toenmalige hoofdofficier van
justitie gaat ervan uit dat zij begin mei 2001 zelf telefonisch
contact heeft gehad met de Commissaris van de Koningin.(..) De
toenmalige hoofdofficier kan bevestigen dat in dat gesprek ook de naam
van degene is genoemd op wie het uitgebreide onderzoek betrekking
had.'
Op onze vraag of dit niet een wijziging inhoudt in plaats van een
aanvulling, wordt gezegd: 'Nee, nee, het is een aanvulling.'
Maar waarom staat er dan: De toenmalige hoofdofficier gaat ervan
uit?
Is het gesprek er nu wel of niet geweest? Anders zeg je toch de
hoofdofficier hééft contact gehad met de Commissaris? Maar daar wil de
woordvoerder van het Arnhemse OM niet op ingaan. Ook op de vraag of er
sinds gisteren contact is geweest tussen het OM en de Commissaris van
de Koningin, krijgen we geen antwoord.
Maar uit contact met het provinciehuis in Arnhem blijkt ons dat de
aanvulling van het OM is opgesteld, nadat de woordvoerster van
Kamminga heeft gebeld met het OM.
Tot op de dag van vandaag is er nog steeds geen duidelijkheid over de
vraag of Scheerder nu wel of niet verdachte is in het strafrechtelijk
onderzoek. Scheerder trok zich terug, tegen de wil in van zijn eigen
PvdA-fractie en volgens eigen zeggen door de manier waarop Kamminga
druk op hem uitoefende. Scheerder voelt zich zondebok en beschuldigt
nu Kamminga: 'Het isoleren van een probleem in een individu is een
heel herkenbare strategie. Die kun je in elk managementboek
terugvinden. Er moest een kop rollen om de aandacht af te leiden van
het geheel. Kamminga was bang voor zijn eigen hachje omdat hij in een
gelijke positie zat wat betreft het zetten van handtekeningen.'
De affaires in Gelderland regen zich de afgelopen jaren aaneen. Met
als voorlopig hoogtepunt het mislukte evenementenbeleid, een affaire
die voortduurt tot op de dag van vandaag. In die zaak loopt al meer
dan een jaar een strafrechtelijk onderzoek naar fraude in het
provinciehuis. Een ambtenaar die de handtekening van de commissaris
van de Koningin zou hebben vervalst; gedeputeerden die in het bestuur
zitten van stichtingen die ze zelf subsidieren en een commissaris van
de Koningin, die borgstellingen ondertekent die hij nooit had mogen
tekenen. Dit alles is opgetekend in een vernietigend onderzoeksrapport
van het accountantsbureau 'Deloitte en Touche', dat tot de conclusie
komt dat er op het gebied van evenementen nooit een samenhangend
beleid heeft bestaan en dat een deel van de contracten zelfs
onrechtmatig tot stand is gekomen.