Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

MinBZK.nl

Advies werkgroep-Wijers: Ontwikkelingsfonds en Herstelbank op Nederlandse Antillen

27 juni 2002

Op de Nederlandse Antillen moet een onafhankelijk Ontwikkelingsfonds komen waar het Nederlandse ontwikkelingsgeld in wordt gestort. Uit het fonds worden vervolgens ontwikkelingsprojecten op de Nederlandse Antillen betaald. Het fonds beslist zelf, onafhankelijk en professioneel over de goedkeuring van projecten. Dit op basis van meerjarige programma's waarover Nederland en de Nederlandse Antillen op politiek niveau afspraken hebben gemaakt.

---

Daarnaast moet er op de Nederlandse Antillen een Herstelbank worden opgericht. Deze bank kan grote kredieten en participaties verstrekken aan private projecten die een bijdrage leveren aan duurzame, sociaal verantwoorde economische ontwikkeling van de Nederlandse Antillen.

Dat staat in het advies "Nieuwe kaders, nieuwe kansen" van de werkgroep-Wijers, dat vandaag is aangeboden aan de Antilliaanse minister-president Etiënne Ys en de Nederlandse staatssecretaris Gijs de Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Het Ontwikkelingsfonds

Eén van de kernpunten in het advies is een strikte scheiding tussen het formuleren en vaststellen van het beleid en de uitvoering. De werkgroep stelt voor dat de afzonderlijke eilanden en het Land de Nederlandse Antillen elk hun eigen vierjarige programma's opstellen. In politiek overleg dat Nederland niet alleen met de landsregering van de Nederlandse Antillen, maar ook met de verschillende eilanden voert, worden deze samenwerkingsprogramma's vastgesteld. Dergelijk politiek overleg vindt slechts eens in de twee jaar plaats. De uitvoering is vervolgens in handen van het onafhankelijke Ontwikkelingsfonds, dat projecten goedkeurt die voortvloeien uit de meerjarenprogramma's en deze projecten beheert. Nederland zal zich dus niet meer met de details van de projecten bemoeien, maar zich beperken tot politiek overleg over de meerjarige programma's. Voordeel is ook dat het hele traject van indienen en beoordelen van projecten sterk vereenvoudigd en daarmee veel korter wordt.

De komende jaren zal de bijdrage van Nederland aan het Ontwikkelingsfonds ongeveer 65 tot 70 miljoen euro per jaar bedragen. Een deel hiervan moet echter gereserveerd worden voor garantieverplichtingen uit het verleden. Volgens het advies moeten ook de Nederlandse Antillen en de afzonderlijke eilanden een bijdrage in het Ontwikkelingsfonds storten. Deze bijdrage zal in de loop van de tijd oplopen tot vijftien procent van de eigen programma's.

Veranderingen ten opzichte van de huidige situatie

Huidige samenwerking

Toekomstige samenwerking via Ontwikkelingsfonds

Beleidsoverleg circa eenmaal per vier maanden

Beleidsoverleg eenmaal per twee jaar

Onderwerpen tijdens beleidsoverleg onder andere individuele projecten en de hoogte van door Nederland ter beschikking te stellen bedragen

Onderwerpen tijdens beleidsoverleg alleen de samenwerkingsprogrammas, overheidsfinanciën en financieel beheer

Centrale beleidsformulering, grotendeels op Landsniveau

Decentrale beleidsformulering, grotendeels op eilandsniveau

Vijfjarige samenwerkingsprogrammas op de terreinen van Duurzame Economische Ontwikkeling, Onderwijs en Bestuurlijke Ontwikkeling

Vierjarige eilandelijke en Landelijke samenwerkingsprogrammas waarbij prioriteiten door eilanden in overleg met Nederland worden bepaald

Indiening van projecten door politiek verantwoordelijken bij dienst Ontwikkelingssamenwerking

Indiening van projecten door overheidsdiensten bij het Ontwikkelingsfonds

Projectbeoordeling, -goedkeuring en monitoring over veel schijven: Dienst Ontwikkelingssamen-werking, de Ned. Vertegenwoordiging in Willemstad en het ministerie van BZK

Projectbeoordeling, -goedkeuring en -monitoring door Ontwikkelingsfonds

Geen verdeelsleutel middelen over eilandgebieden en Land

Indicatieve, ex-ante verdeelsleutel over eilandgebieden en Land

Eigen bijdrage Nederlandse Antillen aan projecten minimaal en alleen op projectniveau

Eigen bijdrage eilandgebieden en Land aan Ontwikkelingsfonds, oplopend tot 15 procent van het eigen samenwerkingsprogramma

De Herstelbank

Naast het Ontwikkelingsfonds voor publieke projecten, moet er volgens het advies een Herstelbank komen op de Nederlandse Antillen die grote kredieten en participaties kan verstrekken aan private projecten. Hiermee wordt een aantal tekortkomingen op de Antilliaanse kapitaalmarkt weggenomen, waardoor op dit moment een groot aantal private projecten niet van de grond komt. De Herstelbank moet o.a. vooral grotere kredieten verstrekken (vanaf 1,5 miljoen euro), (middel)lange termijn kapitaal leveren en meer risico willen nemen dan de bestaande instellingen.

De projecten waar de Herstelbank zich op richt moeten een duidelijke bijdrage leveren aan een duurzame, sociaal verantwoorde economische ontwikkeling van de Nederlandse Antillen. De Herstelbank financiert altijd slechts een gedeelte (25 tot 35 procent) van een project; de rest van de financiering moet van andere financiers komen. Om concurrentievervalsing te voorkomen, rekent de Herstelbank marktconforme rentetarieven. De overheden mogen aan de Herstelbank of aan individuele investeerders geen staatsgaranties afgeven.

Aandeelhouders van de Herstelbank zijn alleen Nederlandse en Antilliaanse overheden, waarbij op termijn de mogelijkheid bestaat de aandelen over te dragen aan marktpartijen.

De Herstelbank heeft voor een periode van vijf jaar een kapitaal nodig van 100 miljoen euro, waarvan Nederland en de Nederlandse Antillen ieder de helft moeten storten. De Antilliaanse bijdrage kan beschikbaar komen door gebruik te maken van de beleggingen van de bestaande organisaties als OBNA, Korpodeko en Feck. Nederland zou volgens het advies pas tot storting overgaan als de Antilliaanse bijdrage is geleverd. Bovendien moet eerst de sanering van de overheidsfinanciën hebben geleid tot een substantiële daling van het financieringstekort, mogen IMF-programma's en de uitgangspunten daarvan niet doorkruist worden, en moet een duidelijk begin zijn gemaakt met vereenvoudiging van de regelgeving voor het bedrijfsleven.


---