D66
Werkwijze Kamer moet vernieuwd
Overheid en politiek
Thom de Graaf
27-06-2002 - De fractie van D66 heeft een brief overhandigd aan de
voorzitter van de Tweede Kamer met daarin voorstellen om de werkwijze
van de Kamer te veranderen. 'Een verlevendiging van het debat' vormt
de inzet. Naast een één of tweewekelijks te houden vragenuur met de
premier, zouden er meer debatten op hoofdlijnen en een 'periodiek
actualiteitenoverleg' moeten komen.
Volgens D66 fractievoorzitter Thom de Graaf zou de uitvoering van deze
voorstellen het politieke debat verlevendigen, de controlefunctie
versterken en de transparantie en de effectiviteit van het werk als
volksvertegenwoordiger ten goede komen.
De voorstellen
· Introductie van een stelsel van reguliere hoorzittingen naar het
voorbeeld van de hearings door het Amerikaanse congres. Dit moet de
vaste kamercommissies de mogelijkheid geven de leemte tussen de
normale (individuele) controle en onderzoek door bijzondere commissies
op te vullen. In deze hoorzittingen worden ministers,
vertegenwoordigers van instellingen, deskundigen en zo nodig
ambtenaren gehoord over uitvoering van beleid en ter voorbereiding van
de medewetgeving op belangrijke en ingrijpende terreinen;
· Instelling van een spreek- en verschijningsplicht voor ambtenaren
voor deze hoorzittingen en eventuele onderzoeken, anders dan de
enquête. In het RvO TK wordt vooralsnog uitgegaan van toestemming van
de politiek verantwoordelijke minister. De Kamer hoeft zichzelf deze
beperking niet op te leggen. Als de betrokken minister ambtenaren
belet te verschijnen, zal hij dat met redenen omkleed dienen te
verdedigen.
· Invoering van een vragenuur voor de minister-president naar het
Britse voorbeeld. De Minister-president verschijnt met grote regelmaat
in de media, b.v. om verslag te doen van de uitkomsten van de
ministerraad, maar zelden in het parlement. De Kamer zou eens per week
of twee weken tijdens dit vragenuur met de premier van gedachten
kunnen wisselen over de uitkomsten van kabinetsberaad en de politieke
actualiteit.
· Introductie van een periodiek actualiteitenoverleg tussen vaste
commissie en betrokken bewindslieden ter voorkoming van een wassende
schriftelijke vragenstroom en ter beperking van de vele gedetailleerde
algemene overleggen over bijzondere onderwerpen.
· Herindeling van de vaste Kamercommissies met een meer thematische
samenhang in plaats van departementvolgend. Dit laatste leidt tot
grote verkokering in eigen huis. Te overwegen ware bijvoorbeeld een
commissie veiligheid en rechtshandhaving in plaats van deze thema's te
verdelen over de huidige commissies BZK en Justitie.
· Instelling van tijdelijke commissies naar het voorbeeld van de
tijdelijke commissie biotechnologie ter voorbereiding van beleid op
nieuwe grote maatschappelijke vraagstukken. Te denken zou bijvoorbeeld
zijn aan de ontwikkeling en doorwerking van informatie- en
communicatietechnologie op samenleving en overheid en het
noodzakelijke overheidsbeleid ter zake.
· De (her-) introductie van een wetgevingscommissie die, op dezelfde
voet als de algemene commissie voor de rijksuitgaven, de algemene
kwaliteit van de wetgeving en de wetgevingsfunctie van de Kamer
bewaakt en daartoe aanbevelingen doet aan Kamer en regering. Ook
uitbreiding van het huidige bureau Wetgeving van de kamer ware te
overwegen, nu door leden veelal gebruik moet worden gemaakt van de
assistentie van betrokken en belanghebbende departementen.
· Introductie van een minderheidsenquêterecht. Dit vereist een
grondwetsherziening, die door de Tweede Kamer kan worden geïnitieerd.
Juist om een dualistische opstelling tussen regering en Kamer te
bevorderen, moet worden voorkomen dat alleen een meerderheid (waarbij
dus tenminste een of meerdere coalitiepartijen) een parlementaire
enquête kan uitlokken. Dit recht zou eveneens moeten toekomen aan een
gekwalificeerde minderheid (bijvoorbeeld eenderde of tweevijfde van
het aantal leden)
· Een open procedure voor benoemingen van leden van Hoge Colleges van
Staat waarin de Kamer een benoemings- of voordrachtsrecht heeft.
Daaronder wordt verstaan de mogelijkheid de kandidatuur schriftelijk
en mondeling toe te lichten, alsmede eventuele ondervraging.
· Een open procedure voor de verkiezing van de voorzitters van de
vaste Kamercommissies naar analogie van de recente procedure bij de
verkiezing van de Kamervoorzitter.
· Mededeling van de voorgenomen benoeming van topambtenaren
(directeuren-generaal, secretarissen-generaal, directeuren van
verzelfstandigde diensten en voorzitters van ZBOs) aan de Kamer, zodat
desgewenst hieromtrent met de verantwoordelijke ministers van
gedachten kan worden gewisseld.
· Openingsgesprekken met de nieuw benoemde bewindslieden door de
betrokken vaste commissies, zoals recentelijk voor het nieuwe kabinet
voorgesteld door de leden Rosenmöller, Van Nieuwenhoven, Marijnissen
en Th. C. de Graaf.
· Invoering van het elektronisch stemmen op de kortst mogelijke
termijn.
· Fundamentele uitbreiding van het eigen onderzoeksbureau van de
Kamer, teneinde regulier onderzoek te faciliteren. De huidige
bezetting en opzet van het Onderzoeks- en Verificatiebureau is
hiervoor volstrekt ontoereikend.
· Onderzoek naar en ontwikkeling van een parlementair
budgetinformatie-systeem (zoals b.v. het Amerikaans Congres kent) dat
tussentijds informatie verschaft over de aanwending en uitputting van
door de Kamer gevoteerde begrotingsgelden. Een dergelijk systeem, dat
met de regering moet worden opgezet, ligt in de lijn van het in gang
gezette VBTB-traject.
· Meer (periodieke) debatten op hoofdlijnen tussen fractievoorzitters.
Door regelmatiger over hoofdlijnen van beleid te debatteren in plaats
van eens per jaar bij de algemene beschouwingen, kan de politiek aan
begrijpelijkheid en duidelijkheid winnen. Het dwingt ook tussentijds
om te concentreren op de hoofdlijnen en de samenhang van beleid. Een
suggestie in dit kader kan zijn een hoofdlijnendebat bij het begin van
de begrotingscyclus.
D66 heeft de voorzitter gevraagd deze voorstellen te bespreken in het
Presidium en de commissie voor de werkwijze en zonodig een gesprek
hierover tussen de fractievoorzitters te organiseren.