OPTA
CFO CNV-bond
De heer P.J. Koeslag
Postbus 84500
2508 AM 'S-GRAVENHAGE
Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
drs. L.W.B. Donners OPTA/S&C/2002/201676
Datum Onderwerp Bijlage(n)
reactie brief aan Tweede Kamer
Geachte heer Koeslag,
Hierbij wil ik in reactie op uw brief aan de fractievoorzitters van CDA, LPF en VVD en de
kabinetsinformateur d.d.17 juni jl. een aantal door u geuite zorgpunten wegnemen en waar nodig
nuanceren. In uw brief spreekt u uw zorg uit over een aantal ontwikkelingen in de postmarkt, en de rol
die OPTA daarbij speelt. CFO is met name bezorgd dat verdere liberalisering in de postmarkt zal leiden
tot groot banenverlies en een daling van de kwaliteit van dienstverlening in die sector.
OPTA houdt toezicht op het monopoliedeel van de postmarkt in Nederland. OPTA ontleent zijn
bevoegdheid hiertoe aan regels die de politiek heeft opgesteld en handelt met de middelen die hem
daartoe zijn verstrekt. OPTA adviseert, waar de fundamentele keuzes door de politiek zijn gemaakt.
Bovendien wordt OPTA door de rechter gecorrigeerd indien deze van mening is dat OPTA buiten zijn
bevoegdheden is getreden. Deze vorm van sector specifiek toezicht is rechtstreeks uitvloeisel van
Europese richtlijnen.
In de postmarkt is een monopolie op postdiensten ooit ingevoerd met als doel een betaalbare
postbezorging mogelijk te maken, zowel in stedelijke als plattelandsgebieden. Toezicht op de
telecomsector leert OPTA dat er andere methoden zijn om dienstverlening tegen een goede
prijs/kwaliteitverhouding voor alle consumenten te waarborgen, namelijk door liberalisering van de
markt.
Concurrentie leidt tot een grotere diversiteit in dienstenaanbod tegen verschillende prijs/kwaliteit
verhoudingen, waardoor de consument kan handelen naar eigen prioriteiten aan de postbezorging
(bijvoorbeeld lage prijs, of snelle levering). Daarnaast leidt concurrentie ertoe dat de ontwikkeling van
innovatieve dienstverlening wordt gestimuleerd en dat zo nieuwe markten worden aangeboord. De
consument spint dus garen bij intensievere concurrentie, net als in de telecomsector het geval is. Daar
heeft de consument, naast toegang tot een breder keuzepakket, op macro-niveau een half miljard euro
bespaard door lagere telefoontarieven sinds liberalisering en zijn er zelfs nog grotere welvaartswinsten
te verdienen.
Ook worden marktspelers gestimuleerd om een goede kwaliteit van dienstverlening af te leveren. De
vrees voor een dalend peil van de kwaliteit van dienstverlening is niet terecht. TPG Post is verplicht aan
de in de wet opgenomen kwaliteitseisen te blijven voldoen. Hieronder valt onder meer de universele
dienstverleningsplicht. Liberalisering en behoud van kwaliteitsniveau kunnen hierdoor dus prima samen
gaan. In een vrije markt blijven maatschappelijke doelen door deze universele dienstverplichting dus
gewaarborgd. Bovendien wordt door concurrentiedruk wordt de prijs/kwaliteitverhouding aangescherpt
en zal ook TPG Post een betere kwaliteit van haar diensten afleveren, ook in rurale gebieden in
Nederland. OPTA heeft als taak om het niveau van de kwaliteit van dienstverlening te bewaken en waar
nodig op te treden indien deze ondermaats is.
Een niet onbelangrijk effect van meer concurrentie is dat groei in het aantal marktspelers ook een groei
in de werkgelegenheid tot gevolg heeft. Dit hebben we gezien in de telecomsector waar de
werkgelegenheid sinds vrijmaking van de markt is toegenomen met zo'n 50 procent. Eenzelfde effect
kan zich ook voordoen in de Nederlandse postmarkt. De ervaring in de telecommarkt leert bovendien dat
voordelen van liberalisering voor werkgelegenheid én consumenten los staan van economische
neergang. Concurrentiebeleid is dan ook structuurbeleid en geen conjunctuurbeleid. Het is gericht op
het inrichten van de economische omgeving en dient niet als middel om conjunctuurschommelingen op
te vangen. Concurrentiebeleid leidt daarmee tot een structureel hoger groeipad voor de economie.
OPTA heeft niet anders gedaan dan de ervaringen uit de telecommarkt te projecteren op de postmarkt. Dit is louter een advies aan beleidsmakers en politiek en geen keuze van OPTA. Het is uiteindelijk aan de wetgever of men al dan niet kiest voor mogelijkheden tot economische groei, meer keuze en betere service voor consumenten en niet in de laatste plaats meer werkgelegenheid.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,
namens het college,
drs. H.C. Bakker, secretaris