Productschap Tuinbouw
EU warm gemaakt voor tuinbouwvriendelijk beleid
De Nederlandse tuinbouw doet weinig tot geen aanspraak op
EU-subsidies. Dit betekent echter niet dat Brussel ons kan vergeten.
Dit zei J. van der Veen, voorzitter van het Productschap Tuinbouw,
woensdag 19 juni op de Floriade tijdens de Nederlandse Tuinbouwdag. De
sector wil een tuinbouwvriendelijker beleid.
De tuinbouwsector ontving deze dag medewerkers van de Europese
Commissie (EC) en het Europees Parlement uit Brussel en leidde ze rond
op de Floriade. Het thema van de dag was Uitbreiding EU. De sector is
een voorstander van een snelle uitbreiding van de EU met een aantal
landen uit Midden- en Oost-Europa. Tegen het decor van de
tentoonstelling wezen tuinbouwvertegenwoordigers hun gasten op
knelpunten in de sierteelt en de groente- en fruitsector. Ook werden
oplossingen aangereikt.
W. Baljeu, voorzitter van de handelsorganisatie voor groente en fruit
FrugiVenta, zei dat vrijhandel tussen de uitgebreide EU en derde
landen gestimuleerd moet worden. Fytosanitaire regels mogen niet
worden aangegrepen om invoer van producten te belemmeren.
De voorzitter van de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland (VBN), D. Faber, benadrukte voor de Brusselse gasten het belang van de zogenaamde double-profit onderhandelingen voor de ontwikkeling van de export naar Polen. Dankzij deze onderhandelingen heeft de EU met diverse kandidaat-lidstaten een wederzijdse verlaging van de invoerrechten bereikt. Faber sprak ook over de betekenis van het promotiefonds voor sierteelt. Met deze financiering heeft de sector de afgelopen jaren zijn afzetmogelijkheden kunnen vergroten.
A. Tilgenkamp, directeur van Internationale Zaken bij de EC, meldde in
zijn toespraak dat het streven is om nog dit jaar alle voorbereidingen
voor EU-uitbreiding af te ronden. Daarna is volgens hem de politiek
aan zet.