Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen

LISV

van UWV van 27 juni 2002
Jaaroverzicht Arbeidsgehandicapten 2000

6% verzekerde personen met dienstverband arbeidsgehandicapt

Het totaal aantal arbeidsgehandicapten, voor zover blijkt uit de registraties van UWV, is in 2000 1,2 miljoen. Het aantal werkende verzekerde personen is in 2000 ruim 6,7 miljoen; 6% daarvan is arbeidsgehandicapt volgens de definitie van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Rea).
De populatie arbeidsgehandicapten bestaat voor 79% uit mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en voor 12% uit mensen waarvan de ao-uitkering in de afgelopen vijf jaar beëindigd is. Van de totale groep arbeidsgehandicapten heeft 34% een dienstverband. Met name onder de ex-uitkeringsgerechtigden en mensen die minder dan 15% arbeidsongeschikt zijn is het percentage werkenden hoog. Het aantal werkende arbeidsgehandicapten is in 2000 toegenomen tot bijna 413.000 personen, een stijging van 8% ten opzichte van 1999. Vooral het aantal werkende arbeidsgehandicapten met reïntegratie-inspanningen en het aantal werkenden met minder dan 15% arbeidsongeschiktheid neemt toe.
In 2000 werkt 25% van de ao-uitkeringsgerechtigden en 69% van degenen waarbij de ao-uitkering beëindigd is. Het percentage werkende arbeidsgehandicapten ten opzichte van het totaal aantal arbeidsgehandicapten is alleen bij deze twee categorieën toegenomen ten opzichte van 1999.

Van de ao-uitkeringsgerechtigden heeft 81% recht op een WAO-uitkering, 6% heeft recht op een WAZ-uitkering en 13% op een Wajong-uitkering. Bij elke wet is de arbeidsparticipatie in 2000 toegenomen. Het percentage WAO-uitkeringsgerechtigden met een dienstverband bedraagt in 2000 26%. Van de uitkeringsgerechtigden bij de WAZ in 2000 heeft 5% werk in loondienst. Zelfstandigen kunnen ook werkzaam zijn in het eigen bedrijf, maar hoeveel WAZ-uitkeringsgerechtigden dit doen is onbekend. Het percentage werkende Wajong-uitkeringsgerechtigden bedraagt in 2000 27%.

De groep arbeidsgehandicapten bestaat grotendeels uit ouderen: 61% van hen is 45 jaar of ouder. Bij de werkende arbeidsgehandicapten is dat 50%. Bij de populatie verzekerden daarentegen is slechts 28% boven de 45 jaar.
Het aandeel arbeidsgehandicapten in de populatie werkende verzekerden stijgt met de leeftijd, van 1,5% bij jongeren t/m 24 jaar tot 14,5% bij de 55-plussers. Bij alle leeftijdsgroepen is het aandeel arbeidsgehandicapten in de verzekerdenpopulatie in 2000 gestegen ten opzichte van 1999.

Limburg en Drenthe hebben het hoogste aantal arbeidsgehandicapten per
1.000 inwoners in de werkzame leeftijd, namelijk resp. 132 en 130. Zuid-Holland en Zeeland hebben het laagste aantal arbeidsgehandicapten, resp. 89 en 97 per 1.000 inwoners.

Ruim 371.700 arbeidsgehandicapten hebben de diagnose psychische stoornissen, waarvan 29% een dienstverband heeft.

Bij een indeling van arbeidsgehandicapten naar sector kan onderscheid worden gemaakt naar de sector waarin men arbeidongeschikt is geworden en de sector waarin men werkzaam is. Het grootste aandeel van de arbeidsgehandicapten komt uit de gezondheidszorg , maar dit aandeel is lager dan het aandeel verzekerde personen werkzaam in die sector. Bij de sectoren onderwijs/ wetenschappen, groothandel II en metaalnijverheid, is het aandeel arbeidsgehandicapten ook lager dan het aandeel verzekerden. Uit een aantal sectoren zijn relatief wat meer arbeidsgehandicapten afkomstig: het bouwbedrijf en overheidsdiensten. Onder de laatstgenoemde sector vallen de mensen die wel in overheidsdienst zijn maar geen ambtenarenstatus hebben, bijvoorbeeld WIW-banen (Wet Inschakeling Werkzoekenden). Ook de WSW-dienstverbanden horen daar bij.
De gezondheidszorg heeft het grootste aandeel (16%) in het aantal werkende arbeidsgehandicapten. De meeste van hen zijn arbeidsongeschikt geworden in de eigen sector. Zoals verwacht zijn ook in de sector overheidsdiensten (incl. WSW) veel arbeidsgehandicapten werkzaam. Daarnaast hebben de volgende sectoren een hoog percentage werkende arbeidsongeschikten ten opzichte van de werkende verzekerden in die sector: werk en (re)integratie (43%), taxi- en ambulancevervoer (18%), besloten busvervoer (14%), openbaar vervoer (10%) en stucadoorsbedrijf (10%).


---