European Commission
IP/02/920
Brussel, 25 juni 2002.
De Commissie wil uitgaven voor farmaceutisch onderzoek verdubbelen -
maar er moet meer gebeuren
"Ik wil dat Europa weer een expertisecentrum en referentiepunt wordt
voor farmaceutisch onderzoek," verklaarde het voor onderzoek bevoegde
lid van de Europese Commissie, Philippe Busquin, vandaag op de
jaarlijkse bijeenkomst van de Europese farmaceutische industrie
(EFPIA) in Brugge. "Wij moeten onze op onderzoek gebaseerde industrie
koesteren door wetenschap en technologie in Europa te versterken.
Europa moet méér en op een betere, meer consequente manier
investeren: het moet de administratieve rompslomp verminderen en meer
durf hebben." Van 1999 tot 2002 heeft de Commissie 1 miljard
geïnvesteerd in onderzoek in verband met gezondheid. De volgende vier
jaar zal, uit hoofde van het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek van
de EU, minstens 2 miljard op dit gebied worden besteed, met bijzondere
prioriteit voor genoomkunde en biotechnologie ten behoeve van
gezondheid. Maar dat is niet genoeg. De laatste jaren is het
concurrentievermogen van de farmaceutische industrie in de EU
teruggelopen. De Verenigde Staten, met een grotere markt voor
geneesmiddelen en met name geneesmiddelen die voortkomen uit
doorbraken in de biogeneeskunde, hebben de EU qua totale investeringen
voor onderzoek ingehaald. "De EU heeft maar laat het potentieel van de
biotechnologie ingezien voor de ontwikkeling van nieuwe
geneesmiddelen," zegt Commissaris Busquin. "Maar Europa wint opnieuw
terrein: ieder jaar worden er in de EU nieuwe biotechnologische
bedrijven opgericht. Professionele technologieoverdracht en
investeringen in biotechnologie-onderzoekprogramma's in
samenwerkingsverband nemen toe. Ons recentste onderzoekprogramma zal
het concurrentievermogen van de Europese famaceutische industrie
bevorderen. De financiering door de EU zal echter slechts voldoende
effect hebben als de farmaceutische bedrijven en de lidstaten
bijdragen aan de netwerkvorming tussen onderzoekinspanningen op
EU-niveau."
Commissaris Busquin verwijst ook naar de conclusies van de recente
mededeling van de Commissie over "Biotechnologie en biowetenschappen":
"De Commissie en de lidstaten moeten nauwer samenwerken om een
coherent beleid te ontwikkelen op het gebied van biotechnologie en
biowetenschappen. Dit zal de volksgezondheid en het
concurrentievermogen van de Europese geneesmiddelindustrie ten goede
komen."
"Natuurlijk kunnen wij van de farmaceutische industrie niet verwachten
dat zij even veel in onderzoek investeert als in de V.S., zolang de
waarde van de EU-markt slechts ongeveer de helft van die van de V.S.
blijft, en zeker als hij niet stimulerend lijkt te zijn voor de
introductie van nieuwsoortige geneesmiddelen," voegt Commissaris
Busquin daaraan toe. "Maar desondanks ligt de EU slechts weinig achter
op de V.S. wat biotechologie-octrooien betreft en op het gebied van
wetenschappelijke publikaties zijn wij net zo goed zoals de V.S.
Ons doel is namelijk meer investeringen in Europees biotechnologisch
en farmaceutisch onderzoek aan te trekken, van de industrie uit de EU
of uit de V.S., en het onderzoek- en innovatiesysteem van de EU qua
innovatieve output effectiever te maken."
Actie in EU-verband
Door haar kaderprogramma's voor onderzoek & technologische
ontwikkeling heeft de Europese Unie grote financiële steun gegeven aan
onderzoek dat relevant is voor de farmaceutische industrie. In het 5e
kaderprogramma (1998-2002) heeft de Commissie nagenoeg 1 miljard
geïnvesteerd, hoofdzakelijk in biotechnologie, de ontwikkeling van
vaccins, begrip van ziekten, en ook in bio-informatica en nieuwe
afgiftemethoden van geneesmiddelen met behulp van nanotechnologie. In
het nieuwe kaderprogramma (2002-2006) waarin het accent voor een groot
deel ligt op "Biowetenschappen: genomica en biotechnologie ten behoeve
van gezondheid ", zal de Commissie dit bedrag waarschijnlijk
verdubbelen. Door het gebruik van nieuwe instrumenten zoals
topnetwerken en geïntegreerde projecten zal de expertise op EU-niveau
worden samengebracht, zoals werd aanbevolen in het rapport van de G10
(Groep van hoge ambtenaren inzake innovatie en verstrekking van
geneesmiddelen)(1)
. Dit spoort ook met de Europese onderzoekstrategie en het voorstel
van Commissaris Busquin om tegen 2010 de uitgaven voor onderzoek te
verhogen tot 3% van het BBP, zoals door de Europese Raad van maart
2002 in Barcelona is goedgekeurd.
De situatie van de farmaceutische industrie in Europa
Europa heeft het grootste deel van het afgelopen decennium voorop
gelopen bij farmaceutische innovatie. In 1997 echter haalden de V.S.
Europa voor het eerst in, zowel wat investeringen in onderzoek en
ontwikkeling (O&O) als wat output (nieuwe kandidaat-geneesmiddelen)
betreft. In 1990 besteedde de farmaceutische industrie van de EU 73%
van haar O&O-middelen in Europa, maar dit cijfer daalde in 1999 tot
slechts 59%; de V.S. besteedt nu 24 miljard tegenover 17 miljard voor
the EU. Aangespoord door meer open marktregelingen steeg het aandeel
van de farmaceutische producten van de V.S. op de wereldmarkt in
dezelfde periode van 31% tot 43%, terwijl dit cijfer in de
prijsgecontroleerde EU daalde van 32% tot 22%.
Het concurrentievermogen van de Amerikaanse industrie heeft ook
geprofiteerd van een beter aangrijpen van nieuwe technologische
kansen. De meer professionele technologieoverdracht van de openbare
onderzoeksector en de totstandbrenging van een levenskrachtige
biotechnologie-industrie levert de farmaceutische industrie
innovatieve producten op, op basis van nieuwe biotechnologische
ontwikkelingen.
Weer op de goede weg
Toch haalt de EU haar achterstand weer in. Een groot aantal lidstaten,
waaronder Frankrijk en Duitsland, hebben onlangs nieuwe regelingen
ingevoerd voor de benutting van met overheidsgeld gefinancierd
onderzoek of belastingwetten ten uitvoer gelegd ten gunste van
onderzoekinvesteringen in de aard van wat in het UK bestaat. Sommige
lidstaten geven ook actieve steun voor de totstandbrenging van
professionele structuren voor technologieoverdracht. Het aantal
biotechbedrijven in Europa is de laatste jaren aanzienlijk gestegen.
In 2001 er waren meer van dergelijke bedrijven in de EU (1879) dan in
de V.S. (1457). Hoewel omzet en werkgelegenheid in de Amerikaanse
industrie het dubbele bedragen van die in de EU, liggen de
groeipercentages van de EU de laatste jaren constant hoger dan die van
de V.S., zodat de kloof langzaam wordt gedicht.
Interessant genoeg kon de industrie van de EU haar nettoverlies in
2001 met 16% verminderen tot 1,5 miljard US$ terwijl de verliezen van
de industrie in de V.S., meestal overheidsbedrijven, met 15% stegen
tot 6,9 miljard US$.
De beschikbaarheid van particulier risicokapitaal voor biotechnologie
in de EU, die sedert 1995 met een factor 8 is gestegen tot ongeveer 1
miljard in 2000, is één van de belangrijkste succesfactoren voor de
groei van de biotechindustrie in Europa geweest. In 2001 zijn de
investeringen voor biotechnologie in Europa, ondanks een wereldwijde
economische terugval, met slechts 17% gedaald ten opzichte van het
vorige jaar, tegenover een daling van 31% in de totale investeringen
voor hightech.
De onderzoekinspanningen van de Commissie zijn erop gericht de
voorsprong van de Europese bedrijven te consolideren waar zij op hun
concurrenten uit de V.S. voorop lopen, en hen te helpen hun
achterstand in te lopen in sectoren waar zij bij de V.S.
achterblijven. Bundeling van knowhow en infrastruur op het gebied van
hoogstaand, baanbrekend onderzoek zal een echte Europese
onderzoekruimte in de farmaceutische sector bevorderen.
Voor nadere informatie kunt u de volgende website raadplegen:
http://europa.eu.int/comm/research/quality-of-life.html
Bijlage 1: Feiten en cijfers:
Fig. 1: Investeringen van risicokapitaal in biotechnologie:
EU
V.S.
2000 2001 % verandering 2000 2001 % verandering
Ontvangsten 9.87 13.73 39 25.7 28.5 11
O&O 5.52 7.48 35 13.7 15.7 15
Nettoverlies 1.81 1.52 -16 6.0 6.9 15
Aant. Bedr. 1734 1879 8 1374 1457 6
Werknemers 67445 87182 29 176000 191000 8.5
Financiële cijfers in miljard US$
Bron: "Beyond Borders" - Ernst&Young Global Biotechnology Report juni
2002
Tabel 1: Ontwikkeling van de biotechnologie-industrie van 2000 tot
2001: EU/V.S.
Samenvatting van tabel1:
De V.S. heeft een voorsprong op de EU wat betreft opbrengsten,
uitgaven voor O&O en werkgelegenheid, die in de V.S. ongeveer tweemaal
zo hoog zijn dan in de EU. De groeipercentages van deze cijfers liggen
in de EU echter een factor drie hoger.
De EU heeft meer bedrijven, maar die zijn gemiddeld veel kleiner qua
omvang. Terwijl de opbrengst per werknemer en O&O per werknemer in de
EU en de V.S. vergelijkbaar zijn, is het nettoverlies per werknemer in
de V.S. veel hoger dan in de EU.
Uitgaven voor voor de farmaceutische industrie relevant onderzoek in
de EU- kaderprogramma's:
5e kaderprogramma (1998-2002): geraamd op nagenoeg 1 miljard
6e kaderprogramma (2002-2006): ongeveer 2 miljard
(1)
http://pharmacos.eudra.org/F3/g10/g10home.htm