CBS
Banengroei valt terug in het eerste kwartaal
In het eerste kwartaal van 2002 is de groei van het aantal banen afgenomen. Vergeleken met een jaar eerder is het aantal banen 1,5% hoger. In 2001 was de banengroei nog gemiddeld 2,3%. Dit blijkt uit de nieuwste arbeidsgegevens van het CBS. In de zorg en overheid samen ligt de banengroei op iets minder dan 4%, terwijl in de rest van de economie de banengroei nog maar 0,5% is. Het aantal banen is het eerste kwartaal van dit jaar met 108 duizend toegenomen tot bijna 7,5 miljoen. De loonkostenstijging is in het eerste kwartaal iets teruggelopen naar 4,6%.
Leeuwendeel banengroei bij zorg en overheid
In het eerste kwartaal van 2002 zijn er bij de zorg en overige quartaire dienstverlening 56 duizend banen meer dan een jaar eerder. De stijging van het aantal banen bij de overheid is 28 duizend. Samen zijn deze niet-commerciële bedrijfstakken goed voor ruim driekwart van de totale banengroei in Nederland. De stijgingen van 3,0% bij de overheid en 4,3% bij de zorg komen overeen met die in 2001.
Werkgelegenheid in commerciële bedrijven groeit nauwelijks meer Exclusief zorg en overheid is het aantal banen in het eerste kwartaal 24 duizend hoger dan een jaar eerder. Dit stijgingstempo van nog geen 0,5% is duidelijk lager dan in 2001. Toen liep de groei in deze bedrijfstakken overigens al terug naar 1,8%. In de industrie en de financiële en zakelijke dienstverlening zijn er minder banen dan een jaar eerder. De groei in de bedrijfstakken handel, horeca en reparatie en vervoer en communicatie ligt met 1,4 respectievelijk 1,1% beneden het gemiddelde. De afgelopen jaren groeiden beide takken nog meer dan gemiddeld.
Ook minder groei in arbeidsjaren
In het eerste kwartaal van 2002 is de werkgelegenheidsgroei in arbeidsjaren (voltijdbanen) afgenomen tot 1,4%. In 2000 en 2001 steeg het aantal arbeidsjaren telkens nog met 2,1%. Zowel bij mannen als vrouwen vertraagt de werkgelegenheidsgroei. Het aantal arbeidsjaren is in het eerste kwartaal voor mannen met 0,7% gestegen en voor vrouwen met 2,6%.
Loonkosten stijgen met 4,6 procent
De loonkostenstijging per arbeidsjaar neemt in het eerste kwartaal van 2002 iets af. De gemiddelde stijging is 4,6%. In alle bedrijfstakken is de stijging lager dan in het voorgaande kwartaal en ook bijna overal lager dan gemiddeld in 2001. Dit komt mede door een afname van de CAO-loonstijging van gemiddeld 4,8% in 2001 naar 4,1% in het eerste kwartaal van 2002.
De loonkostenstijging bij de overheid is de laagste met 3,2% en ligt daarmee opmerkelijk ver onder het cijfer van 2001. Onder het gemiddelde ligt ook de zorg en overige quartaire diensten, waar de loonkosten in het eerste kwartaal met 3,8% gestegen zijn. De toename van de loonkosten per arbeidsjaar is in het eerste kwartaal het hoogst in de financiële en zakelijke dienstverlening met 6,0%.
Werkgelegenheid reageert vertraagd op lagere economische groei
De economische groei is in de loop van 2001 al sterk vertraagd. De werkgelegenheid reageert nu met enige vertraging op de verandering in de economische groei. In het eerste kwartaal van 2002 ligt de werkgelegenheidsgroei overigens nog steeds iets boven de economische groei. Andere signalen van een veranderende situatie op de arbeidsmarkt zijn de stijging van de werkloosheid, het lagere aantal vacatures en de daling van het aantal ontstane en vervulde vacatures.
Technische toelichting
Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan de Arbeidsrekeningen; deze vormen een geïntegreerd stelsel van gegevens over de arbeidsmarkt. Hiervoor worden diverse bronnen gebruikt, zoals de jaar- en kwartaalcijfers uit de Enquête Werkgelegenheid en Lonen, de Enquête Beroepsbevolking en de Statistiek Verloonde dagen en Loonsommen. De Arbeidsrekeningen zijn consistent met de Nationale rekeningen.
Voor het samenstellen van de kwartaalgegevens over werkgelegenheid en lonen is vooral gebruik gemaakt van de kwartaaluitkomsten van de Enquête Werkgelegenheid en Lonen. Dit onderzoek meet elk kwartaal het aantal banen bij bedrijven en instellingen per ultimo van een kwartaal en de loonsommen van werknemers in dat kwartaal. Dit gebeurt op basis van een steekproef bij bedrijven en instellingen.
De gegevens in dit persbericht hebben uitsluitend betrekking op banen van werknemers. Het aantal banen van werknemers in de Arbeidsrekeningen is het gemiddelde aantal banen in een kwartaal of in een jaar. Er wordt niet voor seizoen gecorrigeerd. Om deze reden worden alleen jaar-op-jaarmutaties van kwartalen gepubliceerd.
Een arbeidsjaar wordt berekend door alle (deeltijd)banen om te rekenen naar voltijdbanen. Twee halve banen leveren samen 1 arbeidsjaar op. Arbeidsjaar en voltijdbaan zijn dus synoniem.
De arbeidsproductiviteitsontwikkeling is de volumeverandering van de toegevoegde waarde per arbeidsjaar.
De loonkosten voor werkgevers bestaan uit twee componenten: lonen en salarissen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. Dit begrip loonkosten komt overeen met het begrip beloning van werknemers in de Nationale rekeningen.
Voor de CAO-loonstijging is de CAO-loonstijging per maand inclusief bijzondere beloningen genomen. De uitkomsten voor 2002 zijn voorlopig omdat nog niet alle CAO's zijn afgesloten.
Alle cijfers voor 2000 en 2001 zijn aangepast aan de binnenkort te verschijnen Nationale rekeningen 2001.
Voor achtergrondinformatie en meer details over dit onderwerp kunt u contact opnemen met dhr. drs. Michiel Vergeer, tel. (070) 337 40 77.
Overige informatie kunt u verkrijgen bij de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-120
18 juni 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht