Ingezonden persbericht
Persbericht 27 juni 2002
Geld stinkt toch: veehouder betaalt meer dan 3 ton schadevergoeding
Na jaren procederen heeft onlangs een veehouder uit Onstwedde in de
provincie Groningen na een schikking ruim 3 ton Euro schadevergoeding
betaald aan omwonenden van een stinkende mestsilo. Bovendien heeft de
veehouder zich verplicht om de silo voor eind 2002 af te breken. Met
name stankoverlast uit de bio-industrie is naar haar beste weten nog
niet eerder via de civiele rechter in Nederland aangepakt. Ook de hoogte
van het bedrag is opvallend. De mestsilo van deze veehouder veroorzaakte
ernstige stankoverlast en bij de aan- en afvoer van de mest werden
voortdurend de geluidsnormen overschreden.
Het Gerechtshof constateerde reeds op 11 juli 2001 dat de ernstige
stankoverlast voldoende bewezen is en de boer nooit enig serieus
onderzoek heeft laten doen om de stankoverlast te beperken. Ook tav
geluidsoverlast werden de buren te sterk gehinderd. Als de mestsilo op
de voorgeschreven afstand staat betekent dat nog niet dat er geen
concrete overlast kan zijn, zo stelde het hof.
Boer Migchels uit Onstwedde (gemeente Stadskanaal) verdient al een jaar
of tien veel geld aan het verhandelen en uitrijden van overtollig mest
uit het midden van het land. In 1992 heeft hij in alle haast om subsidie
binnen te halen een tweede mestsilo laten bouwen. Om stankoverlast bij
zijn eigen huis te vermijden en een langdurige bestemmingsplan procedure
te vermijden, zette hij die silo elders op zijn land. De gekozen plaats
was 150 meter van het dichtstbijzijnde huis. De omwonenden werden
regelmatig misselijk van de stankgolven, terwijl soms tot op 800 meter
een penetrante geur doordrong tot in de slaapkamers. Op de momenten dat
de vrachtwagens mest in de silo pompten of als de boer de mest uit de
silo pompte en uitreed werd hun leven ook nog eens vergald door
lawaaioverlast. De mestpompen produceerden naast een hard geluid ook nog
eens een doordringend, jankend geluid. De naaste buren vluchtten na drie
jaar. De schadevergoeding heeft vooral betrekking op het waardeverlies
door de noodgedwongen verkoop van het huis. Een kwart van de geëiste
schadevergoeding betrof smartengeld voor 2 gezinnen. Een tweede mestsilo
die verder niemand zou hinderen werd door boer Migchels opvallend veel
minder gebruikt. Het Hof constateerde dan ook dat de omstreden mestsilo
geen onlosmakelijk onderdeel is van de bedrijfsvoering.
De omwonenden zijn in deze procedure gesteund door de vereniging Groningen Tegen Bio-industrie (GTB). Deze voert al jaren met succes via het bestuursrecht (Raad van State) procedures om nieuwvestiging van bio-industrie tegen te houden. Overlast van bestaande bio-industrie is veel lastiger. GTB verwacht dat de uitspraak van het Hof van Leeuwarden belangrijke precedentwerking heeft voor andere overlastsituaties.
De logboekaantekeningen die GTB maakte van de jarenlange juridische
procedures en pogingen om de gemeente te bewegen om haar
verantwoordelijkheid te nemen zijn via Internet te lezen:
http://www.animalfreedom.org/gtb/mestsilo.html
Meer activiteiten van GTB: brochure over stankklachten door mest
uitrijden: http://www.animalfreedom.org/paginas/nieuws/nieuws.html#pers
Tot zover het persbericht.
Inlichtingen kunt u verkrijgen bij:
Klarissa Nienhuys, voorzitter van GTB
tel. 050-3120741
tel. GTB 050-3141393 (bgg)