European Commission
MEMO/02/154
Brussel, 27 juni 2002
Verordening betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro:
inwerkingtreding op 1 juli 2002 vaak gestelde vragen
(zie ook IP/02/941)
Op welke betaalinstrumenten is de verordening van toepassing en vanaf
welke datum?
Op kaartbetalingen van minder dan 12 500 EUR in winkels (transacties
van persoon tot persoon en op afstand) en opnemingen bij geldautomaten
vanaf 01/07/2002, op overmakingen van minder dan 12 500 EUR vanaf
01/07/2003. Het beginsel dat de tarieven moeten worden
gelijkgetrokken, geldt niet voor cheques.
Betaalkaart
Opneming bij een geldautomaat Overmaking Elektronische portemonnee
Tot en met
12 500 EUR
01/07/2002
01/07/2002
01/07/2003
01/07/2002
Vanaf 12 500 EUR tot en met 50 000 EUR
01/01/2006
01/01/2006
01/01/2006
01/01/2006
Wat bepaalt de verordening?
Verordening (EG) nr. 2560/2001 bepaalt het volgende:
* voor betalingen in euro wordt het beginsel ingevoerd dat er geen
discriminatie mag bestaan tussen het tarief van een
grensoverschrijdende en dat van een binnenlandse betaling. Louter
het feit dat een betaling een landsgrens overschrijdt, mag geen
aanleiding geven tot een prijsverschil (artikelen 1 en 3);
* aan de banken wordt een informatieverplichting opgelegd: zij
moeten hun cliënten informeren over de prijzen van al hun
betalingsdiensten. De verordening bepaalt met name dat alle
prijswijzigingen eerst moeten worden meegedeeld voordat zij mogen
worden toegepast (artikel 4);
* er worden normen vastgesteld ter bevordering van de automatisering
van de betalingssystemen. Zo worden normen, zoals die met
betrekking tot de internationale nummering van bankrekeningen en
bankinstellingen, zo goed als verplicht gesteld (artikel 5). Deze
nummers zullen voortaan door de banken op de rekeningafschriften
en door de ondernemingen op hun facturen moeten worden vermeld.
Voorts zullen diverse nationale regelingen (zoals die in verband
met de statistische rapportage) die tot praktische verschillen
tussen binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen aanleiding
geven, worden afgeschaft of geharmoniseerd (artikel 6).
Waarom 1 juli?
De verordening is op 25 juli 2001 voorgesteld door de Commissie. Zij
is in minder dan zes maanden tijd in twee lezingen door het Europees
Parlement en de Raad aangenomen de goedkeuringsprocedure werd afgerond
op 19 december 2001. Een dergelijke snelle uitvaardiging van een
wetgevingstekst in het kader van een medebeslissingsprocedure is een
unicum: de werkzaamheden dienden immers vóór het in omloop brengen van
de euromuntstukken en -biljetten te zijn voltooid.
Het bleek echter moeilijk om de verordening reeds vanaf 1 januari 2002
in werking te doen treden, met name omdat te weinig tijd restte om de
nodige wijzigingen in de tarieven en de computersystemen door te
voeren. Bovendien hield de invoering van de euromuntstukken en
-biljetten de aandacht van het gehele bankwezen gaande. Door de
inwerkingtreding van de verordening met 6 maanden uit te stellen, kon
worden vermeden dat de banken naast de problemen in verband met de
invoering van de chartale euro ook nog eens te kampen kregen met de
problemen die door de inwerkingtreding van de verordening zouden
worden veroorzaakt.
Welke sancties kunnen worden getroffen?
De verordening bepaalt dat "de naleving van deze verordening wordt
verzekerd door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties"
(artikel 7).
De verantwoordelijkheid voor het treffen van dergelijke sancties
berust bij de individuele lidstaten. Dit is een beginsel van het
Gemeenschapsrecht: elke lidstaat moet er zorg voor dragen dat
inbreuken op het Gemeenschapsrecht op dezelfde wijze worden bestraft
als inbreuken op het nationaal recht. Het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen heeft onlangs nog aan dit beginsel herinnerd
(arrest van 18.10.2001 in zaak C354/99). Tijdens een op 26 juni 2002
te Brussel gehouden vergadering heeft de Commissie de nationale
instanties verzocht een inventaris van de door hen getroffen sancties
op te maken.
Wat moet een kaarthouder doen wanneer hij een kostenverschil
vaststelt?
De consument ontvangt een overzicht waarop de kosten zijn vermeld die
voor de diverse betalingstransacties in rekening zijn gebracht. Indien
hij constateert dat voor grensoverschrijdende transacties hogere
kosten zijn aangerekend, dient hij in drie stappen te werk te gaan:
* eerst moet hij zich bij zijn bank beklagen over deze gang van
zaken. Daarbij moet worden bedacht dat schriftelijke klachten
altijd meer gewicht in de schaal leggen;
* indien het antwoord van de bank hem niet overtuigt, dient hij een
beroep te doen op een ombudsman van het FIN-NET-netwerk (zie IP
01/152). De lijst van de tot het FIN-NET-netwerk behorende
ombudslieden die voor grensoverschrijdende betalingen
verantwoordelijk zijn, is bijgevoegd;
* indien de ombudsman er niet in slaagt de zaak te regelen, dan kan
de consument zich tot de nationale instanties wenden. In elke
lidstaat is een instelling belast met het toezicht op de naleving
van de verordening.
Ook consumentenorganisaties kunnen een grote hulp betekenen, met name
door de namen en adressen van de bevoegde autoriteiten te verstrekken.
Waarom heeft de verordening op het gehele grondgebied van de Unie betrekking terwijl zij alleen slaat op betalingen in euro? Had de werkingssfeer ervan niet beperkt moeten blijven tot de eurozone?
De verordening is van toepassing op alle betalingen in euro in de
interne markt omdat alle Europese burgers en ondernemingen de euro
kunnen en gaan gebruiken, ook al zijn zij niet in de eurozone
gevestigd. De verordening is derhalve overal in de Unie van toepassing
om de totstandkoming van een eengemaakte betalingsruimte binnen de EU
in de hand te werken.
Hoe wordt de verordening toegepast op transacties met de landen van de
Unie die geen deel uitmaken de eurozone?
Een Belgische consument die in Frankrijk euro's uit een geldautomaat
haalt, betaalt dezelfde kosten als voor een opneming in België. Deze
kosten gaan in België van zijn rekening af. Wanneer hij daarentegen
ponden opneemt bij een geldautomaat in het Verenigd Koninkrijk, zal
het bedrag van de in rekening gebrachte kosten niet hetzelfde zijn
omdat het om een valutatransactie gaat.
Is de verordening niet van invloed op de prijzen en dus op het
commercieel beleid van de banken?
Neen, dit wetgevingsbesluit is niet bedoeld om de prijzen te
reguleren, maar voert het beginsel in dat er geen sprake mag zijn van
discriminatie tussen de kosten van een binnenlandse betaling en die
van een grensoverschrijdende betaling in euro. De banken zijn nog
steeds vrij om te bepalen welke kosten zij voor elke soort transactie
aanrekenen. De verordening schrijft gewoon voor dat het feit dat een
betaling een binnengrens van de Unie overschrijdt, geen aanleiding mag
geven tot een prijsverschil. Dit strookt met de definitie van de
interne markt, die wordt omschreven als een ruimte zonder
binnengrenzen waarin het vrije verkeer is gewaarborgd.
Zullen de banken de prijzen van hun binnenlandse transacties niet
verhogen?
De verordening verbiedt de banken niet om de bestaande "binnenlandse"
tarieven te verhogen. Alles wijst er evenwel op dat de banksector
heeft besloten anders en beter te reageren, namelijk door nieuwe
infrastructuren uit te bouwen die een doeltreffender en goedkoper
verwerking van grensoverschrijdende betalingen mogelijk maken en door
een verandering in het betaalgedrag teweeg te brengen waarbij wordt
overgestapt van betaalmiddelen die manueel naar betaalmiddelen die
volledig automatisch kunnen worden verwerkt. Dat is wat nu aan het
gebeuren is voor cheques, die geleidelijk aan door debetkaarten worden
vervangen.
De verordening stelt tevens transparantieregels vast om ontsporingen
tegen te gaan. Mochten bepaalde banken toch in de verleiding komen om
hun tarieven voor binnenlandse transacties op te trekken, dan zullen
de bij de verordening vastgestelde maatregelen die de banken
verplichten tot een grotere transparantie en tot het vooraf
aankondigen van elke geplande tariefwijziging, de cliënten de kans
geven te reageren door bijvoorbeeld van bank te veranderen. De
concurrentie tussen de banken zou er dan ook voor moeten zorgen dat
het gevaar van een ontsporing van de kosten van binnenlandse
transacties beperkt blijft.
Het komt er voor de banken tenslotte op aan hun cliënteel niet te
verliezen en tevens hun reputatie op te houden bij een publiek dat,
wanneer het tevreden is over de geboden bankdiensten, heel zijn leven
lang allerhande financiële producten bij dezelfde bank zal kopen. De
banken hebben er dus geen enkel belang bij om hun prijzen te verhogen
wanneer zij over andere mogelijkheden beschikken.
In juli 2004 zal de Commissie bij de Raad en het Europees Parlement
verslag uitbrengen over de ontwikkeling van de kosten van binnenlandse
betalingen.
Zijn er nog andere bepalingen die op 1 juli 2002 in werking treden?
Een andere, zeer belangrijke bepaling die vanaf 1 juli 2002 van kracht wordt, is de afschaffing van de systematische statistische rapportage van elke grensoverschrijdende betaling van minder dan 12 500 EUR (artikel 6). Dit heeft tot gevolg dat een bank die een overmaking tussen bijvoorbeeld Frankrijk en België verricht, niet meer verplicht is deze overmaking aan haar nationale centrale bank te melden. Een grensoverschrijdende transactie in euro wordt zodoende voortaan op dezelfde wijze behandeld als een zuiver binnenlandse transactie.
Hoe wordt het beginsel van de gelijke kosten toegepast bij een
kaartbetaling waarbij zowel de kaarthouder als de handelaar kosten
betaalt?
Stel dat een Spaanse handelaar een kaartbetaling ontvangt van een
Belgische kaarthouder. De betrokken handelaar zal dan dezelfde kosten
betalen als bij een betaling door een Spaanse kaarthouder en de
betrokken kaarthouder dezelfde kosten als bij een betaling aan een
Belgische handelaar.
Welke landen vallen onder de verordening?
Men mag de landen waar de euro in omloop is, niet verwarren met de
landen waar de verordening van toepassing is. De verordening geldt
voor alle lidstaten van de Europese Unie, maar bijvoorbeeld niet voor
het Vaticaan of Kosovo, ook al kunnen er bij de geldautomaten van deze
landen euro's worden opgenomen.
LANDEN
EUROMUNTSTUKKEN EN -BILJETTEN VERORDENING 2560/2001 BETREFFENDE
GRENSOVER-SCHRIJDENDE BETALINGEN
België, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië,
Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland
JA
JA
Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken NEEN JA voor de euro
Keuzemogelijkheid (artikel 9) voor nationale munteenheden
Monaco, Vaticaan, San Marino JA (eigen muntstukken) NEEN
Montenegro, Kosovo, Andorra JA NEEN
Franse overzeese departementen (Guadeloupe, Martinique, Réunion,
Guyana) JA JA
Azoren, Madeira, Canarische Eilanden JA JA
Landen en gebieden overzee (lijst die als bijlage II aan het
EG-Verdrag is gehecht) Hangt af van de beslissing van het land
waaronder zij ressorteren NEEN
Noorwegen, IJsland, Liechtenstein NEEN Waarschijnlijk
Wat moet worden verstaan onder een eengemaakte betalingsruimte?
Het gaat om de toepassing op de betalingen van het beginsel van de afschaffing van de binnengrenzen. Het hoofdidee is ervoor te zorgen dat alle betalingstransacties die in één enkele munteenheid, namelijk de euro, worden verricht, als binnenlandse transacties worden beschouwd, ook al wordt daarbij een landsgrens overschreden. Er moeten derhalve oplossingen worden uitgewerkt zodat grensoverschrijdende transacties geleidelijk aan tegen dezelfde kosten en binnen dezelfde termijnen kunnen worden uitgevoerd als binnenlandse transacties.
In elk van de twaalf in de eurozone bestaande nationale
betalingsruimten zijn de kosten van een transactie gelijk, ongeacht of
de betaling een straat van de hoofdstad moet oversteken of van een
afgelegen gehucht naar een ander afgelegen gehucht moet. Er dient voor
te worden gezorgd dat dit beginsel van een eengemaakte betalingsruimte
ook voor de eurozone geldt. Daartoe moeten de twaalf nationale ruimten
worden samengevoegd tot één enkele binnenlandse ruimte voor het
verrichten van betalingen in euro.
Een dergelijke verbetering van het grensoverschrijdende
betalingsverkeer moet ook worden bewerkstelligd voor de drie
munteenheden die nog niet in de euro zijn opgegaan. De kosten van
grensoverschrijdende betalingen beletten de consument om optimaal van
de voordelen van de interne markt te profiteren. Elke
verbruikshandeling heeft immers een dubbele dimensie: de overdracht
van een product of een dienst van de producent aan de consument en
vervolgens de overdracht van een geldbedrag van de consument aan de
producent. Wanneer een product in een ander land goedkoper is, kan de
aankoop ervan interessant zijn voor de consument, op voorwaarde
evenwel dat de winst die de transactie oplevert, niet wordt opgeslorpt
door de kosten die aan de betaling verbonden zijn.
Is deze verordening realistisch uit technisch oogpunt?
De binnenlandse betalingssystemen moeten worden gezien als
autosnelwegen. Momenteel houden deze snelwegen op aan de landsgrenzen.
De banksector gaat nu dus autosnelwegen bouwen die de landsgrenzen
overschrijden. Dat is het doel dat met deze wetstekst wordt beoogd: de
banken ertoe aansporen om voor grensoverschrijdende betalingen even
efficiënte systemen op te zetten als de systemen die thans voor
binnenlandse betalingen bestaan. In maart 2002 heeft de bankwereld de
totstandbrenging aangekondigd van de SEPA (Single Euro Payment Area).
Het gaat om een werkprogramma dat zich uitspreidt over een periode van
8 jaar. Eén van de eerste beslissingen die in het kader van dit
programma zijn genomen, was de oprichting van een automatisch
clearinginstituut op Europees niveau. Op 17 juni heeft de banksector
de instelling aangekondigd van de EPC (European Payment Council), die
de uitvoering van alle werkzaamheden die nodig zijn om de SEPA tot
stand te brengen, zal stimuleren en coördineren.
De bankwereld gebruikt de uitdrukking SEPA (Single Euro Payment Area,
eengemaakte eurobetalingsruimte) en de Commissie de uitdrukking SPA
(Single Payment Area, eengemaakte betalingsruimte). Is er een
verschil?
Alle werkzaamheden van de bankwereld hebben uitsluitend betrekking op
de euro. De interne markt is echter groter dan de eurozone alleen.
Voor de Commissie moet de eengemaakte betalingsruimte dezelfde
geografische omvang hebben als de interne markt. Momenteel zijn er in
de interne markt nog drie andere munteenheden dan de euro in omloop.
Na de uitbreiding zuIlen dat er nog meer zijn.
Waarom geldt het beginsel van de gelijke tarieven niet voor cheques?
De cheque is een betaalmiddel waarvoor de wettelijke voorschriften zeer sterk uiteenlopen naar gelang van het betrokken land, al valt hij in principe onder het Verdrag van Genève van 1931. Het chequegebruik verschilt aanzienlijk van land tot land: in Zweden en Finland wordt er vrijwel geen gebruik van gemaakt, terwijl in Frankrijk bijna 40% van alle niet-contante betalingen met een cheque gebeurt. In verscheidene landen is het chequegebruik na 1 januari 2002 sterk teruggelopen.
Cheques lenen zich niet om als geautomatiseerd grensoverschrijdend
betaalmiddel te worden gebruikt omdat zij niet even efficiënt kunnen
worden verwerkt als andere betaalmiddelen, en in het bijzonder als
elektronische betalingen.
De banksector beschikt niet over de vereiste infrastructuur om
grensoverschrijdende cheques te verwerken. De algemene
informatieverplichting is daarentegen wel van toepassing: de banken
moeten de uitgevers van cheques op de hoogte brengen van de kosten die
zij aanrekenen wanneer van cheques gebruik wordt gemaakt om
grensoverschrijdende betalingen te verrichten.
Aangezien deze kosten veelal aanzienlijk zijn (en hoger liggen dan de
kosten van overmakingen), wordt derhalve ten zeerste afgeraden om van
cheques gebruik te maken voor het doen van grensoverschrijdende
betalingen.
Het in de verordening neergelegde beginsel van de kostentransparantie
is daarentegen wel op cheques van toepassing.
Oostenrijk:
Arbeitskreis "Ombudsstellen der österreichischen Kreditwirtschaft"
Wirtschaftskammer Österreich Wiedner Haupstrase 63 A-1045 Wien Tel.
+43.1.501.05.31.32 Fax. +43.1.501.05.272 e-mail: BSBV@WKOESK.WK.OR.AT
België:
Association Belge des Banques (ABB) Belgische Vereniging van Banken
(BVB) Rue Ravenstein/Ravensteinstraat, 36, bte/bus 5 B - 1000
Bruxelles/Brussel Tel. +32.2.507.68.11 Fax +32.2.507.69.79 e-mail:
ombudsman@abb.bvb.be
Médiateur auprès de la Poste Dienst Ombudsman De Post W.T.C.
Tour/Toren II Chaussée d'Anvers/ Antwerpsesteenweg 59 B - 1000
Bruxelles/Brussel Tel. +32.2.204.81.00 (FR) Tel. +32.2.204.82.00 (NL)
Tel. +32.2.204.83.00 (DE) Fax +32.2.204.84.00
Denemarken:
Pengeinstitutankenævnet Østerbrogade 64, 4 DK - 2100 København Ø Tel.
+45.35.43.63.33 Fax +45.35.43.71.04
Finland:
Advisory office for Bank Consumers Museokatu 8 A 7 FIN - 00100
Helsinki Tel. +358.9.4056.1230 Fax +358.9.4056.1235 e-mail:
pankkialan.asiakasneuvonta@rahoitusalankl.fi
Internet site: http://www.pankkiasiakas.net
Consumer Complaint Board Box 306 Kaikukatu 3 FIN - 00531 Helsinki Tel.
+358.9.7726.7900 Fax +358.9.753.4880 e-mail: kirjaamo@kuluttajavl.fi
Frankrijk:
Normaliter heeft elke bank een ombudsman. Anders kan de Association
Française des Banques u helpen: Association Française des Banques 18
rue La Fayette 75009 Paris Tel: +33.1.48.00.52.52 Fax:
+33.1.42.46.76.40
Duitsland:
Deutsche Bundesbank Schlichtungsstelle Postfach 10 06 02 D - 60006
Frankfurt am Main Tel. +49.69.9566-40.50 Fax +49.69.9566-40.56 e-mail:
schlichtung@bundesbank.de
Bundesverband Deutscher Banken Ombudsmann Postfach 040307 D - 10062
Berlin Tel: +49 30 16633161 (or 62) Fax: +49 30 16633169 e-mail:
ombudsmann@bdb.de
Griekenland:
Commission pour la protection des consommateurs, des entreprises et
organisations publiques Voorgezeten door de secretaris-generaal voor
de Handel 20, Caningos Street GR - 101 81 Athens Tel: + 301 383.79.82
Tel. + 301 384.17.73 Fax: + 301 382.96.40
Hellenic Banking Ombudsman 12-14 Karagiorgi Servias Street GR - 105 52
Athens Tel. +30.1.33.76.700 Fax +30.1.32.38.821 e-mail:
contact@bank-omb.gr
Internet site : http://www.bank-omb.gr
Ierland:
The Ombudsman for the Credit Institutions 8 Adelaide Court IRL -
Dublin 8 Tel. +353.1.478.37.55 Fax +353.1.478.01.57
Italië:
Ombudsman Bancario Via delle Botteghe Oscure 46 I - 00186 Roma Tel.
+39.06.67.67.353 Fax +39.06.67.67.400 e-mail: om@abi.it
Luxemburg:
Commission de Surveillance du Secteur Financier (CSSF) 110, Route
d'Arlon L - 2991 Luxembourg Tel. +352.26.251.226 Tel. +352.26.251.234
Fax +352.26.251.603 Fax: +352.26.251.601 e-mail: banques@cssf.lu ,
directioncssf@cssf.lu
Nederland:
Stichting Geschillencommissie Bankzaken Surinamestraat 24 NL - 2585 GJ
's Gravenhage Tel. +31.70.310.53.10 Fax +31.70.365.88.14
Portugal:
Centro de Arbitragem de Conflitos de Consumo Mercado Chão de Loureiro
(1st floor) Largo do Chão do Loureiro P - 1100 Lisboa Tel.
+351.1.888.36.23 Fax +351.1.888.37.67 e-mail: lis-arbitragem@ip.pt
Spanje :
Banco de España Servicio Jurídico / Sevicio de Reclamaciones Alcalá,
50 E - 28014 Madrid Tel. +34.91.338.57.58 Fax +34.91.338.65.22
Zweden:
The National Board for Consumer Complaints P.O. Box 174 S - 101 23
Stockholm Tel. +46.8.783.17.00 Fax +46.8.783.17.01 e-mail:
staffan.lind@arn.se
Verenigd Koninkrijk:
Financial Ombudsman Service South Quay Plaza 183, Marsh Wall London
E14 9SR Tel. +44.207.964.1000 Fax +44.207.964.1001 e-mail:
enquiries@financial-ombudsman.org.uk
Internet site: http://www.financial-ombudsman.org.uk