Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER)
ROVER: Spoorwegen moeten inhaalslag maken
Door Rikus Spithorst
Reizigersvereniging ROVER vindt dat er een inhaalslag nodig is om in
de komende jaren een wezenlijke vervoersgroei op het spoorwegnet te
realiseren. Voor het realiseren van de uitgelekte plannen van NS,
Railinfrabeheer en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is volgens
ROVER veel nodig: geld, energie en kennis. En het overleg met de
reizigersorganisaties dient door NS te worden verbeterd.
Het afgelopen weekeinde werd Reizigersvereniging ROVER overvallen door de uitgelekte plannen van de spoorwegen om de treinenloop drastisch aan te passen. "Alleen nog maar stoptreinen" en "vaker overstappen", zo heette het in de krant en op teletekst. ROVER was amper op de hoogte van de plannen. Dit was de derde keer in korte tijd dat zaken die voor de reiziger van groot belang zijn niet rechtstreeks, maar indirect aan ROVER bekend werden gemaakt. Eerst lekte een brief aan het personeel van de Wizzls over plannen om de Wizzls te sluiten uit, zodat ROVER achter de feiten aan moest hollen, en vervolgens stond in het personeelsblad van NS dat de conducteur mogelijk zou worden afgeschaft, opnieuw zonder vooroverleg met ROVER. Op deze manier valt het voor ROVER niet mee om genuanceerd te reageren op plannen van NS-Reizigers, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Railinfrabeheer en aanverwante taakorganisaties. ROVER heeft zich over de nieuwste plannen behoorlijk kritisch uitgelaten. Het verwijt van NS-topman Noordzij, "dat ROVER eerst het betreffende rapport beter zou moeten lezen" snijdt geen hout: ROVER beschikt niet over het rapport, en het is met name de verantwoordelijkheid van NS om te zorgen dat ROVER goed is geïnformeerd. Als de NS werkelijk zijn klanten serieus neemt, dient deze gebrekkige communicatie snel te worden verbeterd. Inmiddels is stukje bij beetje wat meer over de plannen bekend geworden, en daarom kan ROVER nu wat uitgebreider reageren.
Er wordt volgens de uitgelekte plannen vaker gereden, maar de treinen
rijden eenvoudiger routes. Dat komt hierop neer: bij een
knooppuntstation rijden de treinen niet langer om en om linksaf en
rechtsaf, maar bij voorbeeld steeds rechtsaf, en reizigers richting
links moeten altijd overstappen. Dat betekent dat vertragingen minder
snel doorwerken over grote delen van het spoorwegnet. Maar het leidt
ook tot meer overstappen.
Aansluitgaranties zijn er niet meer, maar door de hogere frequentie
waarmee treinen rijden is overstappen volgens de opstellers van de
plannen geen groot bezwaar meer. Dat valt wat ROVER betreft nog te
bezien: reizigers hebben een hekel aan overstappen. Het kost tijd,
maar vooral in de subjectieve beleving wordt het als zeer hinderlijk
en tijdrovend ervaren. En op een reis die zonder overstap een half
uurtje duurt, is 10 minuten wachten een wezenlijke vertragingsfactor.
Een ander voorbeeld: iemand zal nu graag per trein rechtstreeks van
Heerenveen naar Den Haag reizen. Als diegene straks bij voorbeeld twee
keer moet overstappen (in Amersfoort en in Utrecht), dan is het nog
maar de vraag of die reiziger dan niet toch maar kiest voor de auto.
Kortom, ROVER juicht de plannen voor meer treinen toe, maar vraagt
zich af, welke de nadelige gevolgen zijn voor de tijd die reizigers
nodig zullen hebben om op hun bestemming aan te komen. Vooralsnog is
dat niet doorgerekend.
Om het overstappen voor reizigers aanvaardbaar te houden, dient de
punctualiteit sterk te verbeteren. Zo ongeveer 100% van de treinen
moet op tijd rijden. Bij een frequentie van zes treinen per uur weegt
een vertraging van enkele minuten zwaar. De NS zal de komende jaren
dus moeten werken aan een aanzienlijke verbetering van de
punctualiteit. Een andere vraag waar nog geen antwoord op is gegeven:
hoe zit het met de frequenties in de daluren ('s avonds en in het
weekeinde)? Bij lagere frequenties wordt overstappen wel zeer
hinderlijk.
En hoe dacht men al die extra treinen te kunnen rijden? Het
spoorwegnet is nu al zwaar overbelast: het is het drukst bereden
landelijke spoorwegnet van de hele wereld! Om nog meer treinen te
laten rijden zijn er flink wat nieuwe sporen nodig. Sporen die er
allang hadden moeten zijn. De afgelopen decennia is er veel te weinig
geinvesteerd in het spoorwegnet: uit een inventarisatie door het
onderzoeksinstituut NYFER blijkt dat de Nederlander niet buitensporig
veel per trein reist, maar dat de drukte op het spoor wordt
veroorzaakt door het feit dat Nederland per inwoner ongeveer een derde
minder rails heeft dan het OESO-gemiddelde. De treinreiziger anno
vandaag betaalt daar de rekening voor: hij moet regelmatig staan, en
zijn trein is vaak niet op tijd. De hoeveelheid autoweg in Nederland
is overigens niet achtergebleven bij het Europees gemiddelde!
Om een wezenlijke vervoersgroei te kunnen realiseren is het nodig dat
sommige trajecten viersporig worden uitgevoerd. Per richting is er dan
een spoor voor snelle intercity's, en een spoor voor stoptreinen. Op
die manier kunnen de treinen elkaar inhalen en zitten ze elkaar niet
in de weg, wat wel het geval zou zijn wanneer de snelle treinen op de
zelfde sporen moeten rijden als de langzame. Ze lopen op elkaar in, en
rijden elkaar dan in de wielen. Het realiseren van deze viersporigheid
moet voortvarend ter hand worden genomen. En nogmaals, het gaat hier
niet zozeer om een uitbreiding, maar meer om het inlopen van een
achterstand. Opmerkingen als "je kunt niet eindeloos door blijven
bouwen" zijn dus niet terecht.
Verder moet er naast uitbreiding van de sporen beslist ook een
inhaalslag worden gemaakt waar het gaat om de technische
betrouwbaarheid van sporen en treinen. Gisteren: één zomerse dag met
temperaturen rond de 30 graden, en het treinverkeer loopt volkomen in
de war: van Noord-Holland tot Zuid Limburg! Als er nog veel meer
treinen moeten rijden, dan moeten zowel de treinen als de sporen,
wissels, seinen enzovoort storingsvrij functioneren. Reeds nu is het
zo, dat een storing ook nadat die is verholpen de dienstregeling nog
urenlang in de war gooit.
Kortom, ROVER zet vraagtekens bij de plannen voor de toekomst van het
spoorvervoer in Nederland, maar ziet zeker ook kansen om een
aanzienlijke sprong voorwaarts te maken: voorwaarts qua capaciteit,
voorwaarts qua kwaliteit. Maar daar is veel inzet voor nodig: inzet
van geld, inzet van energie, en inzet van kennis.
Rikus Spithorst is bestuurslid en persvoorlichter van
Reizigersvereniging ROVER
Laatst gewijzigd: 25 juni 2002
---