Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
http://www.minlnv.nl
Agrariërs lopen warm voor cultuurhistorisch landschapsbeheer
26 juni 2002
Belvedere:Agrariërs lopen warm voor cultuurhistorisch
landschapsbeheer
Onder agrariërs bestaat veel belangstelling voor de eigen streek. Ze
hechten aan de openheid en variatie in het landschap en aan
landschappelijke elementen die typerend zijn voor de eigen streek,
zoals hoogstamboomgaarden, grienden, boerderijen en bijgebouwen en
archeologische elementen zoals donken en wierden. Agrariërs zijn
bereid het beheer van dit cultuurlandschap onder voorwaarden te
integreren in hun bedrijfsvoering. Ze zien het als een nieuwe
bedrijfsactiviteit en als een manier om het maatschappelijk draagvlak
voor de landbouw te vergroten. In verenigingsverband zijn veel
agrariërs en niet-agrariërs al aan de slag met concrete
initiatieven.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van een verkennend onderzoek dat
het Centrum voor Landbouw en Milieu in opdracht van Projectbureau
Belvedere heeft uitgevoerd naar de mogelijkheden en voorwaarden voor
beheer van cultuurhistorische landschapswaarden door agrariërs. Met
het onderzoek heeft Projectbureau Belvedere een bijdrage willen
leveren aan actuele discussies over plattelandsvernieuwing, de
transformatie van het landelijk gebied van een productie- naar een
gecombineerd productie- en consumptielandschap en de bekostiging
daarvan. Het onderzoeksrapport is op 25 juni aangeboden aan
Directeur-Generaal A. van der Zande van het ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij en aan de voorzitter van de Gewestelijke Land
en Tuinbouworganisatie, de heer J. Roemaat.
De heer Roemaat gaf aan dat de Land en Tuinbouworganisatie Nederland
zich zeer betrokken voelt bij het onderwerp en het als haar taak ziet
actief mee te denken en mee te zoeken naar mogelijkheden voor
cultuurhistorisch landschapsbeheer. Nieuwe regelingen en extra geld
moeten boeren stimuleren initiatieven te nemen. 'Een econonomisch
gezonde landbouw is de drager van het cultuurlandschap. Door het
accent op ontwikkeling te leggen en af te stappen van
verbodsplanologie kan nog veel bereikt worden', aldus Roemaat. Roemaat
omarmde dan ook de principes van de ontwikkelingsgerichte
landschapsstrategie, zoals die door de Belvedere-ministeries LNV en
VROM worden voorgestaan, omdat daarmee behoud en herstel van
cultuurhistorische waarden samen opgaan met de economische
ontwikkeling. Roemaat waarschuwde voor het inzetten van Brusselse
inkomenssteun voor landschapsbeheer, via de zogenaamde modulatie. 'Er
zal nieuw geld in Nederland gevonden moeten worden.'
Volgens de heer Van der Zande zijn er een aantal mogelijkheden om met het cultuurhistorisch landschapsbeheer aan te sluiten bij andere bestaande en nieuwe initiatieven. Hij noemde onder meer het concept van de Groene Diensten dat onlangs is geïntroduceerd in het Tweede Structuurschema Groene Ruimte van het ministerie van LNV. Het rapport levert volgens hem bouwstenen om dit concept verder uit te werken voor cultuurhistorisch landschapsbeheer. 'De gedachte achter de Groene Diensten is dat we af willen van het subsidiëren van agrariërs en dat we gaan betalen voor een stuk maatschappelijke dienstverlening.' Wel gaf hij aan dat financieringsconstructies voor deze vorm van dienstverlening .Brussel-proof. moeten zijn. 'Brussel zal door goed uitgevoerde experimenten en discussie overtuigd moeten worden.' Daarnaast wees hij er op dat de rijksoverheid in toenemende mate een aftreksom maakt. 'Eerst moeten de mogelijkheden van private financiering zijn verkend. Wat dan nog resteert zijn de echte publieke diensten, waarvoor publieke financiering gezocht kan worden.'
Voor het onderzoek is in vier onderzoeksgebieden in samenwerking met
agrarische natuurverenigingen een inventarisatie gemaakt van
karakteristieke en bedreigde cultuurhistorische waarden. Ook zijn
kansen en knelpunten voor cultuurhistorisch beheer door agrariërs in
beeld gebracht.
De aanbevelingen in het rapport richten zich op het vergroten van
kennis en animo, een stimulerend beleid van rijks- en andere
overheden, en de financiering van cultuurhistorisch landschapsbeheer
door markt en overheid. Zo vinden agrariërs dat ook de niet-agrarische
bewoners van het landelijk gebied, beleidsmakers, ambtenaren,
architecten, aannemers en het agrarisch onderwijs bij het
cultuurhistorisch landschapsbeheer moeten worden betrokken. Daarnaast
houden zij een pleidooi voor een consistent en stimulerend
overheidsbeleid, met ruimte voor een regionale invulling. Qua
financiering geven de agrariërs de voorkeur aan een systeem van
beloning voor geleverde diensten boven subsidies.
Utrecht, 25 juni 2002
Noot voor de redactie (