KNMG
Meldcode kindermishandeling geeft artsen meer houvast
De Algemene Vergadering van de van de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft gisteren een
Meldcode voor medici inzake kindermishandeling vastgesteld. De
Meldcode werd ontwikkeld in samenwerking met de Vereniging voor
Vertrouwensartsen inzake Kindermishandeling (VVAK). Bij de
totstandkoming zijn vele medische wetenschappelijke verenigingen
betrokken geweest en is een zorgvuldige stappenplan ontwikkeld. De
Meldcode geeft artsen richtlijnen voor hun handelen wanneer zij in hun
werk geconfronteerd worden met minderjarige patiëntjes die
(vermoedelijk) het slachtoffer zijn of dreigen te worden van
kindermishandeling. De Artsenfederatie KNMG biedt artsen met de
Meldcode meer houvast bij het beoordelen van (vermoedens van)
kindermishandeling en het maken van een afweging hoe om te gaan met
het al dan niet verbreken van hun beroepsgeheim bij het melden van
mogelijke kindermishandeling bij het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling (AMK).
In Nederland worden naar schatting jaarlijks 80.000 kinderen ernstig
mishandeld. In 2000 werd naar aanleiding van vermoedens van
kindermishandeling door beroepskrachten en algemeen publiek
gezamenlijk 21.350 keer contact opgenomen met een AMK. Lang niet alle
gevallen van kindermishandeling worden dus gemeld bij een AMK. Een AMK
is 24 uur per dag bereikbaar voor iedereen (dus ook de arts, de
buurvrouw, de onderwijzer, de leidster van een kinderdagverblijf et
cetera) die kindermishandeling constateert of vermoedt. Het AMK kan
artsen advies geven hoe zij de (vermoedelijke) kindermishandeling zèlf
kunnen (laten) onderzoeken en behandelen. Het AMK kan ook het
onderzoek naar de kindermishandeling van de arts overnemen. In dat
laatste geval is sprake van een melding. Na het onderzoek brengt het
AMK, afhankelijk van de uitkomsten, hulpverlening voor het gezin op
gang.
Signaleren, diagnosticeren en aanpakken
Artsen hebben door hun deskundigheid, ervaring en mogelijkheden een
grote verantwoordelijkheid als het gaat om het signaleren,
diagnosticeren en aanpakken van kindermishandeling. Tegelijkertijd is
een arts gebonden aan een beroepsgeheim dat hem ervan kan weerhouden
om (met name lichte) vermoedens van kindermishandeling naar buiten te
brengen. Onzekerheid over de toelaatbaarheid van het schenden van het
beroepsgeheim en angst voor de (juridische) gevolgen, spelen daarbij
een rol.
Meldcode roept artsen op advies te vragen
In de nieuwe Meldcode wordt voorgeschreven dat een arts advies moet
vragen aan een ter zake kundige collega als hij vermoedt dat sprake is
van kindermishandeling. Ook wordt beschreven welke afwegingen een arts
moet maken voordat hij kan besluiten zijn beroepsgeheim opzij te
zetten om een melding bij het AMK te doen. Zo zal de arts zich moeten
afvragen of het belang van het kind daarmee is gediend en zo ja, welke
informatie hij met het oog op dat belang kan verstrekken en welke
niet. De arts kan bij het AMK eventueel ook een anonieme melding doen.
Dan houdt het AMK voor anderen, inclusief het betrokken gezin zélf,
geheim wie de melding heeft gedaan. Wel beperkt zon anonieme melding
de mogelijkheden van het AMK vaak aanzienlijk.
Beroepsgeheim en rechtspraak
Het voorkomen van schade door kindermishandeling is in de rechtspraak
een geaccepteerde reden voor een schending van het beroepsgeheim.
Binnen afzienbare termijn krijgen artsen bovendien een wettelijk recht
om redelijke vermoedens van kindermishandeling te melden bij het AMK.
Een wetsvoorstel daartoe ligt momenteel voor behandeling bij de Eerste
Kamer. Dit wettelijke meldrecht is strikt genomen niet noodzakelijk,
maar kan wel fungeren als extra steuntje in de rug voor de in dubio
verkerende arts. Het maken van een afweging blijft echter
noodzakelijk. De nieuwe Meldcode wil artsen daarbij de nodige
handvatten bieden. Dit niet alleen om onzekerheid over de
toelaatbaarheid van het doorbreken van het beroepsgeheim zoveel
mogelijk weg te nemen, maar ook om te waarborgen dat daarbij voldoende
zorgvuldigheid in acht wordt genomen. De Meldcode moet ertoe bijdragen
dat artsen (vermoedens van) kindermishandeling vaker zullen melden.
Meldcode voor beroepsmatig medisch bij kinderen betrokkenen De Meldcode is bedoeld voor alle artsen die beroepsmatig worden geconfronteerd met vermoedens van kindermishandeling. Het meest komt dit voor bij kinderartsen, kinderchirurgen en kinderpsychiaters, huisartsen, jeugd- en consultatiebureauartsen en poortartsen van afdelingen voor spoedeisende eerste hulp. De nieuwe Meldcode zal direct na de zomer worden geïmplementeerd in het veld.
Beroepsgeheim vertrouwensartsen
Tijdens de Algemene Vergadering vroeg een aantal vertrouwensartsen
nadrukkelijk de aandacht voor het feit dat het beroepsgeheim en het
verschoningsrecht van de vertrouwensarts en dat van andere
AMK-medewerkers, zoals de maatschappelijk werkers, op dit moment
onvoldoende zijn gewaarborgd. In 1999 wees de Hoge Raad het beroep op
het verschoningsrecht van een vertrouwensarts voor een groot deel af.
Ook in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) over de AMKs, die
momenteel in voorbereiding is, lijken beroepsgeheim en
verschoningsrecht onvoldoende gewaarborgd. De ledenvergadering steunde
het pleidooi van de vertrouwensartsen voor een ruime benadering van
het beroepsgeheim en het verschoningsrecht van de vertrouwensarts en
andere AMK-medewerkers. Dit niet in de laatste plaats omdat dit de
bereidheid van artsen om vertrouwelijke informatie aan het AMK te
melden, zal vergroten. De KNMG zal in een reactie op de ontwerp-AMvB
het belang hiervan nog eens onderstrepen.
De Meldcode voor medici inzake kindermishandeling is op te vragen bij
de Artseninfolijn van de KNMG, tel.: 030-2823322, emailadres:
artseninfolijn@fed.knmg.nl of te downloaden op www.artsennet.nl