European Commission
IP/02/933
Brussel, 26 juni 2002
Commissie hecht na belangrijke toezeggingen retroactief haar
goedkeuring aan de joint venture CVK tussen Haniel en Cementbouw
De Europese Commissie heeft retroactief haar goedkeuring gehecht aan de overname, in 1999, van CVK, de Nederlandse gemeenschappelijke onderneming van kalkzandsteenproducenten, door de Duitse groep Haniel en het Nederlandse bedrijf Cementbouw, nadat de ondernemingen hadden besloten hun joint venture-overeenkomst te beëindigen. Door deze overeenkomst, die pas dit jaar ter kennis van de Commissie kwam, ontstond een machtspositie op de Nederlandse bouwmaterialenmarkt voor dragende muren, hetgeen indruist tegen het belang van de consument. Eerder dit jaar gaf de Commissie het groene licht voor de opeenvolgende overnames van Fels en Ytong door Haniel. In de loop van deze procedure kwam de Commissie achter de CVK-transactie.
Haniel is een Duits conglomeraat waartoe Haniel Bau-Industrie GmbH
behoort, een producent van bouwmaterialen zoals
kalkzandsteenproducten, geharde celbetonproducten en stortklaar beton,
die hoofdzakelijk werkzaam is in Duitsland. In Nederland is Haniel
voornamelijk in de bouwmaterialensector actief via een indirect belang
van 50% in CVK, een Nederlandse coöperatie die alle Nederlandse
zandkalksteenproducenten groepeert, inclusief Van Herwaarden, Anker en
Vogelenzang. De andere leden van CVK zijn eigendom van Haniel of van
Cementbouw.
Cementbouw Handel & Industrie B.V. is een Nederlandse onderneming die
bouwmaterialen produceert en verhandelt. Deze onderneming is in het
bezit van de overige 50% van CVK.
Haniel en Cementbouw verkregen in 1999 via een reeks overeenkomsten
(zie "Achtergrond") zeggenschap over CVK en haar leden, maar meldden
dit niet aan de Commissie. De Commissie kreeg kennis van deze
transactie tijdens haar onderzoek naar de verwerving door Haniels van
Fels-Werke GmbH en de overname van Ytong Holding AG, twee andere
transacties in de bouwmaterialensector. De Commissie verleende haar
goedkeuring voor beide overnames voor zover het de Nederlandse markt
betreft (zie IP/02/288 en IP/02/530). Het effect ervan in Duitsland
zal worden beoordeeld door het Duitse kartelbureau.
Na een zorgvuldig onderzoek van de CVK-transactie van 1999, die in
januari jl. bij de Commissie werd aangemeld, is de Commissie tot de
conclusie gekomen dat Haniel en Cementbouw door het verkrijgen van
zeggenschap over CVK en haar leden, met een marktaandeel van meer dan
50% een machtspositie hebben verworven op de Nederlandse markt voor
bouwmaterialen voor dragende muren.
Haniel en Cementbouw zijn, via CVK, de enige leveranciers van
kalkzandsteenproducten, de bouwmaterialen die bij de bouwbedrijven in
Nederland het meest in trek zijn. Dat heeft ertoe geleid dat de
handelaars in bouwmaterialen en de bouwbedrijven, een belangrijke
sector voor de economie, zich ten opzichte van CVK in een positie van
afhankelijkheid bevinden, een situatie die niet in het belang is van
de consument.
De Commissie is van mening dat de consolidatie van de
kalkzandsteenindustrie onder de uitsluitende zeggenschap van CVK en
haar moedermaatschappijen op de markt een structurele wijziging tot
gevolg had, die ter goedkeuring had moet worden aangemeld. Terwijl CVK
voorheen een organisatie voor gezamenlijke verkoop was, verkreeg deze
coöperatie na 1999 zeggenschap over haar leden en werd zij een
volwaardige onderneming met een strategisch bedrijfsplan en de
mogelijkheid om te beslissen over productiecapaciteit, O&O en
marketing. Aangezien de transactie uit 1999 Haniel en Cementbouw
bovendien zeggenschap gaf over CVK, werden de op een na grootste
marktdeelnemer in de sector, Cementbouw, en de grootste
marktdeelnemer, CVK, in feite aan elkaar gekoppeld.
Gedane toezeggingen
Teneinde tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren van de
Commissie, hebben Haniel en Cementbouw besloten hun gezamenlijke
zeggenschap over CVK en haar leden te beëindigen. Voorts zullen de
gezamenlijke verkoop- en marketingactiviteiten via CVK worden
stopgezet.
Aldus zullen twee sterke en concurrerende groepen van
kalkzandsteenondernemingen in de Nederlandse bouwmaterialensector
worden gecreëerd, die afzonderlijk eigendom zullen zijn van Haniel en
Cementbouw. Dit zal op de markt tot prijsconcurrentie leiden, hetgeen
ten goede zal komen aan de kopers van huizen in Nederland.
De Commissie heeft erkend dat de betrokken ondernemingen tijd nodig
zullen hebben om de aangegane verbintenis na te komen, in het
bijzonder wat de bescherming van de belangen van de betrokken
personeelsleden van CVK betreft, en heeft ermee ingestemd een passende
termijn toe te staan.
Aangezien de voorgenomen ontbinding van CVK in Nederland alle
concurrentiebezwaren wegneemt, kan de Commissie de overname van 1999
retroactief goedkeuren.
Achtergrond
Haniel en Cementbouw hebben sinds 1999 gezamenlijk zeggenschap over
CVK en haar leden. Deze zeggenschap was het gevolg van een reeks
overeenkomsten die in 1999 werden gesloten en ten uitvoer gelegd.
Haniel en Cementbouw verkregen toen via hun indirecte deelneming - van
elk 50% - gezamenlijke zeggenschap over CVK, na drie
kalkzandsteenproducenten (Van Herwaarden, Anker en Vogelenzang) van
een derde te hebben verworven. Tegelijk verwierf CVK zeggenschap over
haar leden, de kalkzandsteenproducenten in Nederland, waardoor CVK
werd omgevormd tot een enkele, volwaardige onderneming. Vóór 1999
waren de kalkzandsteenproducenten onafhankelijke ondernemingen en
zorgde de coöperatie CVK voor de gezamenlijke verkoop- en
marketingactiviteiten.