Erasmus Universiteit Rotterdam

26 juni 2002

Toelichting bij het proefschrift van mw. A.F. van Leeuwen

Binoculaire oogbewegingen bij mensen: van optimale binoculaire coördinatie tot scheelzien

De promovenda onderzocht bij gezonde vrijwilligers met optimale samenwerking van de ogen de interactie tussen versie (oogbewegingen van beide ogen in een zelfde richting) en vergentie (oogbewegingen waarbij de ogen naar binnen of naar buiten draaien om op verschillende afstanden met twee ogen te kunnen fixeren). De resultaten bevestigen eerdere experimenten die aantoonden dat snelle versie oogbewegingen (kijken met horten en stoten) vergentie oogbewegingen bevorderen. De preventie en behandeling van een lui oog in de vroege kinderjaren heeft waarschijnlijk niet alleen een gunstig effect op het zien, maar ook op de oogbewegingen, aldus de promovenda. Zij toont aan dat de mate van voorkeur voor één van beide ogen een invloed kan hebben op oogbewegingen tijdens vergentietaken. Van Leeuwen onderzocht tevens oogbewegingen bij patiënten met andere soorten scheelzien. Bij mensen met scheelzien die goed konden zien met beide ogen bleken saccadekenmerken (snelle versie oogbewegingen) afhankelijk te zijn van de het zien van de twee ogen. Bij mensen met scheelzien en een lui oog zijn de saccades meer afhankelijk van het goede (dominante) oog. Wanneer alleen met het luie oog gekeken werd, raakten de oogbewegingen verstoord.

Promotor: prof.dr. H. Collewijn

Info: bij de promovenda, tel. (010) 408 7489
e-mail: vanleeuwen@mgz.fgg.eur.nl