Gemeente Utrecht

Geannoteerde agenda naar aanleiding van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d 25 juli 2002.


1. Evaluatie proef Tolsteegsingel


Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten dat de huidige proef met de verplichte rijrichting van de Kromme Rijnbrug naar de Abstederdijk/Venuslaan definitief wordt. Het verkeer kan de Tolsteegsingel dan niet meer bereiken vanaf de Kromme Rijnbrug. Dit verkeer dient via de alternatieve route Bleekstraat - Baden Powellweg
- Albatrosstraat - Abstederdijk naar de Tolsteegsingel te rijden. Reden voor het definitief uitvoeren van de maatregel is de verbetering van de leefbaarheid op de Tolsteegsingel en de doorstroming op de route Venuslaan-Abstederdijk. Dit blijkt uit de resultaten van de gehouden evaluatie van de proefmaatregel. De start van de uitvoering van de definitieve verplichte rijrichting naar de Abstederdijk/Venuslaan zal nog in 2002 plaatsvinden.

In het kader van de studie 'Verkeersanalyse en verkeersmaatregelen Utrecht-Oost (1998) is begin 2000 gekeken naar de mogelijkheden om de verkeersdruk op de Tolsteegsingel te verminderen. In overleg met bewoners is toen vastgesteld dat het wenselijk was te onderzoeken of de rijrichting van het Ledig Erf naar de Tolsteegsingel op de Kromme Rijnbrug verboden kon worden. Hiertoe is in april 2000 de proef ingesteld waarbij door middel van een afzetting en bebording de verplichte rijrichting vanaf de Kromme Rijnbrug naar de Abstederdijk/Venuslaan is aangegeven.

In de evaluatie is aangegeven dat op basis van de proef in ieder geval duidelijk is geworden dat de intensiteit en de lengte van de wachtrij voor de verkeerslichten op de Tolsteegsingel is verminderd waardoor de leefbaarheid op de Tolsteegsingel is verbeterd. Daarnaast is de doorstroming voor het verkeer op de stedelijke hoofdroute Rubenslaan/Venuslaan - Ledig Erf - Catharijnesingel verbeterd, waaronder met name ook de doorstroming voor de HOV-bussen.

Over dit besluit wordt de raadscommissie voor Stationsgebied, Leidsche Rijn, Verkeer en Vervoer geïnformeerd.


2.
Verordening woonwagenrechten 2002

Het college van burgemeester en wethouders heeft de Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrechten 2002 vastgesteld. Het betreft de jaarlijkse aanpassing van de in de verordening genoemde huurtarieven voor een woonwagenstandplaats. De tariefstijging is vastgesteld op 3,5 %.

Rond de jaarwisseling zijn de meeste woonwagenstandplaatsen overgedragen aan de Utrechtse woningcorporaties. Die overdracht vloeit voort uit de wettelijke gelijkschakeling van het wonen in woonwagens met andere woonvormen. In Utrecht is nog een klein aantal woonwagenlocaties in gemeentelijke beheer. Normaal is dat gemeente en gebruiker een huurovereenkomst sluiten voor het gebruik van een standplaats. Niet altijd lukt het om zo'n privaatrechterlijke overeenkomst af te sluiten. In die gevallen maakt de gemeente gebruik van de Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrechten om langs publiekrechtelijke weg betaling af te dwingen.

Om te voorkomen dat de tarieven in de Verordening afwijken van de huurstijging in de (privaatrechterlijk) huurovereenkomsten, wordt de verordening net als de huren medio het jaar vastgesteld.

De Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrechten 2002 wordt voorgelegd aan de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Wonen, Grondzaken en Onderwijs.

Utrecht, 25 juni 2002