CBS
Consumentenvertrouwen weer gedaald
Het consumentenvertrouwen is in juni opnieuw gedaald. De vertrouwensindex ligt op -21, vier punten lager dan in mei. Dit is de vijfde daling op rij. Vooral het pessimisme over de economie in het algemeen is groter geworden. De koopbereidheid is nauwelijks lager dan in mei, vooral omdat het oordeel van consumenten over hun financiële positie vrijwel onveranderd is. Wel vinden consumenten de tijd iets ongunstiger voor het doen van grote aankopen. Dit is opvallend omdat het gebruikelijk is dat consumenten in juni juist beduidend positiever zijn dan in mei over het doen van grote aankopen. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het CBS.
Vertrouwen nog boven dieptepunt van 1993
Het consumentenvertrouwen is sinds januari twintig punten gezakt, tot -21 in juni. Daarmee ligt de indicator nog zeven punten boven het dieptepunt van de vorige periode van economische teruggang (maart 1993). De koopbereidheid, één van de twee onderdelen van de vertrouwensindex, evenaart inmiddels de laagste waarde uit 1993. Alleen bij het oordeel over de economie in het algemeen, het tweede onderdeel van de index, is de consument nog positiever dan in 1993.
Consument negatiever over economisch klimaat
Het oordeel van de consument over de economische toestand is in juni negatiever dan in mei. Vorige maand leek hierbij nog sprake van een stabilisatie, na een toegenomen pessimisme in maart en april. Zowel over de economische ontwikkelingen in de afgelopen twaalf maanden als over de verwachtingen voor de komende periode zijn consumenten in juni somberder geworden. Daarbij speelt een rol dat veel meer consumenten verwachten dat de werkloosheid oploopt. In juni rekent 55 procent van de ondervraagden op een stijging van de werkloosheid in de komende maanden, tegen 34 procent in mei.
Koopbereidheid nauwelijks veranderd
De koopbereidheid van consumenten is in juni vrijwel gelijk gebleven. In de voorgaande vijf maanden was nog sprake van een daling ten opzichte van een maand eerder. Dit kan samenhangen met de beleving van de prijsontwikkeling. Hierover heeft het CBS eerder gepubliceerd. Het percentage consumenten dat vindt dat de prijzen de afgelopen twaalf maanden sterk zijn gestegen was de laatste maanden fors opgelopen, van 28 procent in december vorig jaar tot 68 procent in mei. In juni is dit percentage vrijwel gelijk gebleven (67 procent).
Consument vindt tijd iets ongunstiger voor grote aankopen De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over het doen van grote aankopen en over de financiële situatie van het eigen huishouden. Het oordeel van de consument over de financiële situatie van het eigen huishouden is in juni vrijwel hetzelfde als in mei. Voor het doen van grote aankopen vindt de consument de tijd opnieuw iets minder gunstig dan een maand eerder. Dat is ongebruikelijk, omdat in andere jaren de consument in juni juist beduidend positiever is dan in mei over het doen van grote aankopen, zoals televisies, koelkasten en computers. In juni vindt 11 procent van de ondervraagden de tijd gunstig en 34 procent de tijd ongunstig. Het saldo tussen optimisten en pessimisten bedraagt daarmee -23. Dit is de laagste waarde sinds april 1985. Ten opzichte van een jaar geleden ligt het saldo 48 punten lager.
Koopbereidheid bij lage inkomens en jongeren sterkst gedaald Uit een nadere analyse van de onderzoeksgegevens blijkt dat de koopbereidheid in de afgelopen maanden het sterkst is gedaald bij de lagere inkomensgroepen en bij jongeren in de leeftijd van 18-24 jaar. Dit kan erop wijzen dat naast de beleving van de prijsontwikkeling ook de minder gunstige omstandigheden op de arbeidsmarkt een rol kunnen hebben gespeeld bij de daling van de koopbereidheid. Jongeren zijn op de arbeidsmarkt immers extra kwetsbaar. Meer gedetailleerde uitkomsten van deze analyse worden aanstaande donderdag in het Conjunctuurbericht van het CBS gepubliceerd.
Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens.
De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten.
Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid.
Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.
Voor achtergrondinformatie en meer details over dit onderwerp kunt u contact opnemen met dhr. drs. Gert Buiten, tel. (070) 337 47 78. Overige informatie kunt u verkrijgen bij de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-127
25 juni 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken