NOC*NSF


Lichamelijke overbelasting topsporters te voorkomen met psychologische vragenlijst

Wetenschappelijke onderbouwing voor optimaal trainingsprogramma topatleten

Een topatleet moet steeds harder trainen om tot een hoger prestatieniveau te komen. Dit leidt bij veel trainingsuren vaak tot overbelasting van het lichaam. Onderzoek van de Universiteit Maastricht (UM) in samenwerking met het Topsport Expertise Centrum van NOC*NSF heeft aangetoond dat redelijk eenvoudige testen (vragenlijsten, psychologische testen, reactietaken) sneller en nauwkeuriger aangeven wanneer het lichaam overbelast dreigt te raken, dan dure fysiologische en biochemische parameters zoals hormoonmetingen. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek van Gerard Rietjens "Preparing for the Olympic Games. Training Adaptation in Endurance Sports.", waarop Rietjens 28 juni a.s. hoopt te promoveren aan de UM.

Rietjens zorgde gedurende een periode van drie jaar voorafgaande aan de Olympische Spelen van 2000 voor de wetenschappelijke begeleiding rond de training van toptriatleten bij hun voorbereiding op Sydney 2000. Het doel van het onderzoek was meer inzicht te krijgen in de veranderingen die plaatsvinden in het lichaam gedurende perioden van intensieve duurtraining bij zeer goed getrainde duursporters. Door middel van bestaande en nieuwe laboratorium- en veldtesten zijn bij een groep top-triatleten gegevens verzameld over hun gezondheid en hun algemene reactiepatroon op trainingen en wedstrijden, en op specifieke prikkels (zoals hoogte en jetleg).

Naast de studie naar indicatoren van overbelasting heeft Rietjens het prestatieniveau in relatie tot het trainingsvolume onderzocht. Hoewel atleten en trainers vaak bang zijn dat minder trainen onmiddellijk leidt tot vermindering van de prestaties, blijkt uit dit onderzoek dat deze angst ongegrond is. Als atleten hun trainingsvolume met de helft terugbrengen, zijn zij namelijk nog minimaal drie weken in staat hun prestatieniveau op peil te houden. Verder is het gebleken dat het belangrijk is voor een atleet dat hij een goed trainingslogboek bijhoudt en dat er een medisch-fysiologische blauwdruk gemaakt wordt op een moment dat de prestaties goed zijn.

Het promotieonderzoek van Rietjens biedt inzicht in de wijze waarop het menselijk lichaam zich aanpast aan intensieve training. De onderzoeksresultaten die zijn teruggekoppeld aan de topatleten, bieden de coach een scala aan mogelijkheden om de training te individualiseren en te optimaliseren.

De Universiteit Maastricht profileert zich sterk met onderzoek op het gebied van beweging, sport en gezondheid. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt momenteel gewerkt aan het opzetten van een Centrum voor Sport, Bewegen en Gezondheid met bijzondere aandacht voor bewegen en chronische ziekten. Het NOC*NSF Topsport Expertise Centrum (TEC) is een bundeling van expertise op het terrein van topsport. Doelstelling is het initiëren, inventariseren en beschikbaar maken van relevante wetenschappelijke kennis en ervaringen op het gebied van topsport, om topcoaches en topsportbonden van dienst te zijn bij het innoveren, ontwikkelen en uitvoeren van hun topsportprogramma's. Met TEC slaat NOC*NSF de brug tussen wetenschap en expertise enerzijds en de praktijk van de topsport anderzijds.

(24 juni 2002)