European Commission
IP/02/910
Brussel, 21 juni 2002
EC keurt aankoop twee infrastructuurondernemingen voor Londense metro door Metronet goed
De Europese Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan de verwerving
van twee infrastructuurondernemingen voor de Londense metro door
Metronet, een consortium onder zeggenschap van Atkins, RWE, Balfour
Beatty en Seeboard. De transactie maakt deel uit van de
herstructurering van de Londense ondergrondse en geeft geen aanleiding
tot mededingingsbezwaren.
De Britse regering heeft enkele jaren geleden besloten de wijze waarop
de Londense metro wordt gefinancierd en beheerd te reorganiseren en
richtte hiertoe een aantal zogenaamde "Public Private Partnerships"
(PPP) op, op grond waarvan particuliere exploitanten konden deelnemen
aan openbare aanbestedingen voor de verbetering van de infrastructuur
van de metro. Voor de exploitatie van de treinen blijft de openbare
onderneming London Underground Plc. verantwoordelijk.
Naar aanleiding van de openbare aanbesteding heeft Metronet twee infrastructuurondernemingen verworven: Infraco SSL en Infraco BCV, die beide onder zeggenschap staan van London Underground.
Het consortium Metronet heeft vijf aandeelhouders: WS Atkins Plc, een
Britse onderneming die actief is op het gebied van technische
consultancydiensten, het beheer van uitbestede faciliteiten en
ondersteunende diensten; Balfour Beatty, een Brits ingenieursbureau
dat zich bezighoudt met dienstverlening op het gebied van spoorwegen
en engineering; SEEBOARD, een Britse leverancier en distributeur van
elektriciteit en gas; de Canadese vliegtuigbouwer Bombardier, die ook
spoorwegmaterieel bouwt, en het Duitse RWE.
De taak van de Infraco's zou zijn de treinen en andere
infrastructuurvoorzieningen van de Londense metro te onderhouden, te
moderniseren en te vervangen; hiervoor ontvangen zij een
"Infrastructure Service Charge" van London Underground, overeenkomstig
de bepalingen van de dienstverleningsovereenkomst met een looptijd van
30 jaar die tussen London Underground en de Infraco's is gesloten.
Metronet zal de bestaande activa leasen en deze gedurende de looptijd
van het PPP moderniseren, onderhouden en/of vervangen, totdat zij na
de 30-jarige looptijd van het PPP naar London Underground terugkeren.
Vanwege de specifieke kenmerken van de Londense metro beheert elke Infraco een verschillende reeks lijnen. Infraco SSL (Sub Surface Lines) is verantwoordelijk voor de lijnen Metropolitan, District, Circle, Hammersmith, City en East Londonline, omdat dezelfde treinen op meer dan één van deze trajecten kunnen worden ingezet.
Infraco BCV belast met Bakerloo, Central, Victoria, Waterloo en
Cityline, die afzonderlijk, in diepe tunnels zijn aangelegd(1)
.
De Commissie heeft de relevante markt gedefinieerd als "verrichting
van diverse infrastructuurdiensten ten behoeve van de Londense metro",
en stelde vast dat er geen sprake was van horizontale of verticale
mededingingsdistorsies. Haar onderzoek naar de verticale banden tussen
de Infracos en de aandeelhouders als potentiële leveranciers van
rollend materieel, signaliserings- en spoordiensten, bracht eveneens
aan het licht dat er geen noemenswaardige mededingingsbezwaren tegen
de transactie konden worden ingebracht.
De Commissie heeft derhalve besloten haar goedkeuring aan de overname
door Metronet te hechten, die op 17 mei overeenkomstig de
concentratieverordening van de Europese Unie was aangemeld.
Eventuele staatssteunelementen
Het Directoraat-generaal Vervoer van de Commissie heeft een
afzonderlijk onderzoek ingesteld naar aanleiding van het verzoek van
de Britse regering om te bevestigen dat de transactie geen staatssteun
inhoudt. De concentratiebeschikking loopt niet vooruit op het
resultaat van dit lopende onderzoek.
(1)
Een derde Infraco, Infraco JNP, is verworven door Tube Lines
(Holdings) Limited in een transactie die op 14.06.2002 door de Britse
minister voor Handel en Industrie is goedgekeurd op basis van de
Britse Fair Trading Act 1973. Alleen de overnames van Metronet
bereiken de omzetdrempels die in de Europese concentratieverordening
zijn vastgesteld met het oog op toetsing aan de EU-wetgeving.