Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Afghanen in derde landen / Oekraïne
1 Inleiding
---
Het komt regelmatig voor dat een Afghaan alvorens in Nederland een
asielverzoek in te dienen enige tijd in een derde land heeft verbleven. Dit
verblijf kan voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) reden zijn om
hem (of haar) een voorwaardelijke vergunning tot verblijf in Nederland te
onthouden. De gronden voor onthouding van een vvtv staan vermeld in een
Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire van 31 juli 2000 (TBV 2000/16).
Voor toepassing van het TBV is specifieke informatie vereist over het derde
land waar de asielzoeker heeft verbleven. Dit ambtsbericht is gewijd aan de
positie van illegale Afghaanse vreemdelingen in Oekraïne. In het
ambtsbericht wordt onder meer aandacht besteed aan de vraag of illegale
Afghanen in Oekraïne gevaar lopen te worden aangehouden, opgesloten en
teruggestuurd naar Afghanistan.
Daarnaast wordt ingegaan op de vraag hoe illegale Afghanen in hun
levensonderhoud voorzien en onder welke omstandigheden zij in Oekraïne
wonen. Voorts komt de vraag aan de orde of een Afghaan die in Oekraïne heeft
verbleven opnieuw toegang tot dit land zal worden verleend als hij terug zou
willen keren. Ten slotte wordt kort geschetst welke mogelijkheden de
Oekraïense asielwetgeving illegale Afghanen biedt voor legalisering van hun
verblijf.
Achtergrond
De Nederlandse regering voert reeds enige jaren een vvtv-beleid voor
Afghanistan. Dit vvtv-beleid houdt in dat afgewezen, uitgeprocedeerde
Afghaanse asielzoekers in afwachting van een verbetering van de situatie in
hun vaderland in beginsel een voorlopige vergunning tot verblijf krijgen.
Alleen wanneer een contra-indicatie optreedt, wordt hen een vvtv onthouden.
Een mogelijke grond voor onthouding van een vvtv is verblijf in een derde
land. Sinds eind 1998 wordt geen vvtv meer verleend aan personen die
alvorens in Nederland asiel aan te vragen 'enige tijd' in een derde land
hebben verbleven.
Tot voor kort gold dat diegenen die langer dan twee weken in een derde land
hadden verbleven onder deze regel vielen. Het tegenwerpen van verblijf in
een derde land vloeit voort uit de 'opvang in de regio' gedachte.
Op 4 mei 2000 heeft de Rechtseenheidskamer (REK) zich uitgesproken over deze contra-indicatie. De REK kwam daarbij tot de conclusie dat het onjuist is om alleen de duur van het verblijf in een derde land van doorslaggevend belang te achten bij de bepaling van de vraag of de persoon in kwestie een verblijfsalternatief in dat land kan worden tegengeworpen.
Naar aanleiding van deze REK-uitspraak heeft de IND het vvtv-beleid opnieuw
onder de loep genomen en aangepast. De aanpassingen zijn neergelegd in het
eerdergenoemde TBV 2000/16.
Overeenkomstig de uitspraak van de REK wordt in het TBV 2000/16 geen direct
verband meer gelegd tussen de duur van het verblijf van de asielzoeker in
een derde land en het al dan niet verlenen van een vvtv. Het nieuwe TBV
maakt de beslissing over verlening van een vvtv afhankelijk van de
verklaringen van de asielzoeker over zijn verblijf in het derde land en van
algemene informatie over het derde land in kwestie. De praktijk heeft
uitgewezen dat het bij Afghaanse asielzoekers onder meer om Oekraïne gaat.
Over de positie van illegale Afghanen in andere derde landen - te weten
Pakistan, Iran en de Centraal-Aziatische republieken - verschijnen
binnenkort afzonderlijke ambtsberichten.
Bronnen
Aan de totstandkoming van dit ambtsbericht liggen rapportages van de
Nederlandse ambassade in Kiev ten grondslag. Daarnaast is gebruik gemaakt
van informatie van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR)
in de regio. Vanwege de aard van het onderwerp kon slechts in geringe mate
gebruik worden gemaakt van informatie uit andere bronnen. Verwijzingen naar
literatuur vindt u in het notenapparaat. Voor een uitgebreide beschrijving
van de mogelijkheden die vreemdelingen ter beschikking staan om de
bescherming in te roepen van de Oekraïense autoriteiten en de lokale
vertegenwoordiging van UNHCR, wordt verwezen naar het ambtsbericht 'Asiel in
derde landen' met kenmerk DPC/AM-663895 van 6 december 2000.
2 Afghanen in Oekraïne
---
In Oekraïne verblijven naar ruwe schattingen honderdvijftig- à
tweehonderdduizend illegale Afghanen. Het aantal legale Afghanen bedraagt
vermoedelijk ongeveer tienduizend.
2.1 Behandeling
---
Illegale vreemdelingen lopen in Oekraïne een zeker risico door de politie te
worden opgepakt wegens illegaal verblijf. In 1999 werden ongeveer
zevenduizend illegalen opgepakt, onder wie vierduizend Afghanen. Ook in de
jaren daarvóór maakten Afghanen vijftig tot zestig procent uit van het
totaal aantal opgepakte illegale vreemdelingen in Oekraïne. Overigens
ontbreekt het de Oekraïense autoriteiten aan financiële middelen om
vreemdelingen naar hun land van herkomst uit te zetten. Illegale Afghanen
worden dan ook niet naar Afghanistan teruggestuurd, maar maximaal een maand
vastgehouden wegens illegaal verblijf. Wel zetten de Oekraïense
autoriteiten onder bepaalde omstandigheden uit naar de Russische
Federatie.
Oekraïeners zijn niet gewend aan de aanwezigheid van vreemdelingen in hun
land. Discriminatie is er nog wijd verbreid - óók binnen de overheid. Hoewel
met name personen met een donkere of zeer donkere huidskleur het mikpunt van
discriminatie zijn, hebben ook andere groepen met een iets afwijkend
uiterlijk, zoals Afghanen, hieronder te lijden. De politie vraagt Afghanen
en andere mensen met een 'zuidelijk' uiterlijk veel vaker dan gemiddeld naar
hun documenten. Ongedocumenteerden kunnen rekenen op een boete die
omgerekend tenminste veertig gulden bedraagt - hetgeen voor Oekraïense
begrippen reeds een zeer aanzienlijk bedrag is. Ook beschikt de politie
over de mogelijkheid om ongedocumenteerden voor onbepaalde tijd vast te
zetten om zo achter hun identiteit te komen. Van deze mogelijkheid wordt in
de praktijk weinig gebruik gemaakt, zowel vanwege de administratieve
rompslomp als de kosten die detentie met zich meebrengt. Zowel de politie
als de vreemdeling kiezen er dikwijls voor om detentie af te kopen. Daarvoor
dient de vreemdeling een bedrag van zo'n vijftien gulden te betalen.
2.2 Levensomstandigheden
---
Het is niet verwonderlijk dat illegale Afghanen over het algemeen meer
moeite hebben een bestaan op te bouwen in Oekraïne dan de plaatselijke
bevolking.
Zo betalen illegalen dikwijls meer huur voor een woonruimte dan Oekraïeners,
kunnen zij geen legale arbeid verrichten, hebben zij geen recht op pensioen
en genieten zij niet dezelfde rechtszekerheid als Oekraïeners.
Niettemin slagen illegale Afghanen er gewoonlijk in om een bestaan op te bouwen dat niet erg afwijkt van dat van de plaatselijke bevolking. Illegale Afghanen spreken veelal Russisch en kunnen dikwijls terugvallen op familieleden die al langer in Oekraïne wonen en die soms over een legale verblijfstatus in dit land beschikken. Deze familieleden helpen de nieuwkomers met het zoeken naar onderdak en het vinden van werk.
Vele Afghanen in Oekraïne houden zich bezig met handel en zijn bijvoorbeeld
op de markt te vinden. Er zijn echter ook Afghanen die actief zijn in het
criminele circuit en zich bijvoorbeeld bezighouden met mensensmokkel en
drugshandel.
De betrokkenheid van sommige Afghanen bij deze praktijken bezorgt de
Afghaanse gemeenschap in Oekraïne een slechte naam.
2.3 Vluchtelingenverdrag en asielprocedure
---
Oekraïne is geen partij bij het Vluchtelingenverdrag van 1951 en het
Protocol van 1967. Wel kent Oekraïne een Vluchtelingenwet, die op 12
februari 1994 in werking is getreden. Deze wet biedt Afghanen en andere
vreemdelingen de mogelijkheid om asiel aan te vragen.
Vanaf de inwerkingtreding van de Vluchtelingenwet zijn enkele duizenden
vreemdelingen in Oekraïne als vluchteling erkend. Meer dan de helft van het
is afkomstig uit Afghanistan.
2.4 Toegang
---
Als een vreemdeling een bezoek wil afleggen aan Oekraïne voor de duur van
maximaal drie maanden, dan dient hij (of zij) een toeristenvisum aan te
vragen bij een Oekraïense vertegenwoordiging. Daarvoor dient de
aanvrager te beschikken over een geldig reisdocument. Vreemdelingen die
afkomstig zijn uit landen van waaruit de Oekraïense autoriteiten illegale
immigratie vrezen, dienen bovendien een uitnodiging te kunnen overleggen van
een rechtmatig in Oekraïne verblijvende natuurlijke of rechtspersoon.
Deze verplichting is ook op Afghanen van toepassing.
De uitnodiging die een vreemdeling bij zijn visumaanvraag overhandigt, wordt
ter goedkeuring voorgelegd aan het Bureau voor Visa en Registratie (OVIR)
van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Als de OVIR er zijn goedkeuring
aan hecht, worden alle bescheiden (visumaanvraagformulier, reisdocument,
uitnodiging) naar de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse
Zaken gestuurd. Deze afdeling beslist uiteindelijk over de visumverlening.
Hoewel niet geheel duidelijk is welke criteria de afdeling daarbij hanteert,
zal afgifte van een visum naar alle waarschijnlijkheid worden geweigerd als
bekend is dat de aanvrager een in Nederland afgewezen asielzoeker is.
Overigens kan de aanvrager tegen een negatieve beschikking van de consulaire
afdeling bezwaar aantekenen.
3 Samenvatting
---
In Oekraïne leven vermoedelijk honderdvijftig- à tweehonderdduizend illegale
Afghanen. Zij lopen het risico door de politie te worden opgepakt. Door het
betalen van steekpenningen weten zij detentie echter veelal te voorkomen.
Illegale Afghanen worden niet naar Afghanistan uitgezet. Uitzetting naar de
Russische Federatie komt wel voor. Discriminatie van Afghanen en andere
vreemdelingen in Oekraïne is wijd verbreid.
De levensomstandigheden zijn voor veel illegale Afghanen in Oekraïne
moeilijk. Niettemin wijkt hun bestaan dikwijls weinig af van dat van de
plaatselijke bevolking. Dit komt mede dankzij de hulp die familieleden die
al langer in Oekraïne wonen bieden bij het zoeken naar onderdak en het
vinden van werk. De meeste Afghanen zijn werkzaam in de handel.
Een Afghaan die (opnieuw) toegang wil krijgen tot Oekraïne dient te
beschikken over een geldig reisdocument en een visum. Voor het aanvragen van
een toeristenvisum is een uitnodiging vereist.
Oekraïne kent een asielprocedure die vreemdelingen de mogelijkheid biedt om
asiel aan te vragen.
Vrijlating geschiedt dus ook als de illegale vreemdeling weigert of
niet in staat is zijn detentie af te kopen. Als de vreemdeling na vrijlating
opnieuw bij een controle zou worden opgepakt, geldt wéér een maximale
detentie van een maand. De meeste vreemdelingen zullen er dan echter -
indien mogelijk - voor kiezen de zaak af te kopen.
Illegale vreemdelingen die aan de oostgrens van Oekraïne worden
opgepakt, worden teruggestuurd naar de Russische Federatie. De Russische
Federatie geldt, evenals de andere buurlanden van Oekraïne, als 'veilig
derde land'. Oekraïne heeft met de Russische Federatie een herenakkoord
gesloten over de terugname door de Russische Federatie van deze personen
(algemeen ambtsbericht 'Asiel in derde landen' van 6 december 2000, §3.1,
blz. 13, noot 15).
Ter vergelijking: een gemiddeld officieel maandsalaris in Oekraïne
bedraagt ongeveer honderd Amerikaanse dollars.
Overigens is dit bestaan ook voor vele Oekraïeners zwaar. Zo geldt
voor alle inwoners van Oekraïne dat zij geen beroep meer kunnen doen op de
voorzieningen zoals die ten tijde van de Sovjet-Unie bestonden. Bovendien
zijn de pensioenen en officiële salarissen doorgaans te laag om van te
leven, is de kwaliteit van de medische zorg onder de maat en tiert corruptie
binnen de overheid welig. Het gevolg van deze situatie is dat vele mensen
zwartwerken en dat met geld 'veel te regelen valt'.
Voor een uitvoerige beschrijving van de Vluchtelingwet, zie hoofdstuk 3 van het algemeen ambtsbericht 'asiel in derde landen' van 6 december 2000.
Voor de Oekraïense Wet op het Staatsburgerschap, het verkrijgen van het
Oekraïens staatsburgerschap van rechtswege en het verlenen van het Oekraiens
staatsburgerschap, zie het algemeen ambtsbericht 'Staatsburgerschaps- en
vreemdelingenwetgeving in de republieken van de voormalige Sovjet-Unie en in
Afghanistan' met kenmerk DPC/AM-623735 van 30 juli 1999, §12.1, blz. 48-51.
Het US Department stelt in §2f ('Freedom of movement within the country,
foreign travel emigration, and repatriation') van het Country Report on
Human Rights Practices 2000. Ukraine (februari 2001): "Refugees can acquire
citizenship if they have lived legally in the country for 5 years and can
communicate in the Ukrainian language."
Tussen januari en oktober 2000 werd volgens het in voorgaande noot
aangehaalde rapport van het US Department of State aan meer dan 1.500
Afghanen een vluchtelingenstatus verleend (cf. US Department of State ,
Country Report on Human Rights Practices 2000. Ukraine (februari 2001),
§2f). Het rapport suggereert eveneens dat de Oekraïense autoriteiten hebben
aangegeven alle Afghanen die voor 1995 in het land zijn binnengekomen de
vluchtelingenstatus te geven (ibidem). Navraag bij UNHCR-Oekraïne leert dat
dit oude voornemen vermoedelijk samenhing met het ontbreken van
statusdeterminaties in buurland Rusland in die tijd (cf. het algemeen
ambtsbericht 'Asiel in derde landen' met kenmerk DPC/AM-663895 van 6
december 2000 §5.1, blz. 27, noot 38). Het voornemen van de Oekraïense
autoriteiten is echter niet uitgevoerd en er zijn geen tekenen die erop
wijzen dat het alsnog zal worden geïmplementeerd.
In deze paragraaf wordt slechts de afgifte van toeristenvisa
besproken. De procedure inzake de afgifte van visa voor langer verblijf is
complexer en tijdrovender.
De uitnodiging wordt doorgaans verzorgd door het reisbureau dat het
bezoek regelt. Overigens werd tot voor kort van alle vreemdelingen verlangd
een dergelijke uitnodiging te overhandigen. Voor West-Europese landen, de
Verenigde Staten, Canada en Japan is deze verplichting inmiddels afgeschaft.
===