Universiteit van Amsterdam


UvA Agenda Week 25

Toneelbezoek in de Amsterdamse Schouwburg 1814-1841
vrijdag 21 juni 12.00 uur

Promotie Theaterwetenschap
Was het negentiende-eeuwse toneel in verval? Geletterde tijdgenoten meenden van wel: na de Bataafs-Franse Tijd had het 'beschaafde' publiek plaatsgemaakt voor het 'gemeen'. In plaats van klassieke of classicistische treur- en blijspelen die aanspraak maakten op het verstand, zag dit publiek het liefst spectaculaire melodrama's, zangspelen en balletten, die de zintuigen prikkelden. Door deze moderne voorstellingen uit de Franse en Duitse romantische school was de schouwburg volgens sommige negentiende-eeuwse tijdgenoten diep in verval geraakt. Ruitenbeek stelt in dit proefschrift dit beeld van de Amsterdamse schouwburg bij. Het negentiende-eeuwse verval van de Amsterdamse schouwburg is grotendeels een mythe, die door enkele invloedrijke tijdgenoten in het leven was geroepen. Zij beschrijft de sociale achtergronden van de toeschouwers, de factoren die van invloed waren op het toneelbezoek en verklaart de geringschattende houding van tijdgenoten. Doordat Ruitenbeek ook andere aspecten van het toneelaanbod en de toneelorganisatie behandelt, geeft zij een breed beeld van de bedrijvigheid achter de schermen. Mw. H. Ruitenbeek: Kijkcijfers. De Amsterdamse Schouwburg 1814-1841. Promotor is prof. dr. W. van den Berg.

UvA Persvoorlichting
Postbus 19268
1000 GG Amsterdam
Spui 25-27
Tel: 020 525 3193
Fax: 020 525 4963
Afwezig op vrijdagen