AutoRai

20-6-2002

Renault blijft innoveren op gebied van passieve veiligheid

Met de ontwikkeling van nieuwe technieken voor het fixeren van inzittenden, zoals een antiduik-airbag vóór in de auto en een frontairbag achterin, geeft Renault aan dat het gestaag doorgaat met innovaties op het gebied van passieve veiligheid.

Het Franse automerk staat bekend als één van de beste constructeurs op het gebied van veiligheid en innovatie. Dankzij de talrijke uitrustingen die behoren tot de Renault SRP-systemen (Spanning Reductie Programmering) van de tweede en derde generatie staan de modellen van het Franse merk aan de top van de markt. De crashtests, die de onafhankelijke Europese organisatie Euro NCAP heeft uitgevoerd, bevestigen deze positie.

De uitstekende scores zijn de resultaten van vijftig jaar bestudering van de oorzaken en gevolgen van ongelukken, onderzoek naar veiligheid, aanzienlijke investeringen in onderzoek naar de verschijnselen rondom ongelukken en de juiste bedrijfscultuur.

Een antiduik-airbag voorin
De veiligheidsgordels met dubbele gordelspanners, die nieuw waren bij het SRP-veiligheidsysteem van de derde generatie, hebben bewezen dat ze de inzittende beter in de stoel fixeren tijdens een aanrijding. Deze gordels kunnen echter niet in elke auto worden gebruikt. Bij een 3-deurs model zou een tweede gordelspanner, die op de zijkant van de stoelen wordt gemonteerd, de doorgang naar de achterste zitplaatsen belemmeren.

Als alternatief voor de dubbele gordelspanner heeft Renault een innovatieve antiduik-airbag ontwikkeld voor de twee voorste zitplaatsen. Tijdens een aanrijding wordt deze airbag, die zich in de stoelzitting bevindt, opgeblazen in twee fasen:


* Een gasgenerator blaast een metalen omhulsel op dat op zijn beurt de vulling van de zitting aanpast en de inzittende tegen de zitting van de voorstoel drukt zodat de persoon niet kan verschuiven.

* De zak die wordt gevormd door het metalen omhulsel vormt zich naar het bekken van de inzittende terwijl de druk in het kussen constant blijft tijdens de schok, dankzij de werking van een doseerklep die zich onder de module bevindt.

De antiduik-airbag zorgt dus voor een gunstige positie van de inzittende ten opzichte van diens gordel en zorgt zo voor minder kans op letsel aan buik en lende en dus voor minder risico van zwaar letsel.

Een tweede spankrachtbegrenzer in de voorste veiligheidsgordels Op basis van het principe van de spankrachtbegrenzer, die de borstkas beschermt door tijdens een schok de uitgeoefende kracht erop te beperken, werkt Renault aan de ontwikkeling van gordels die zijn uitgerust met een tweede spankrachtbegrenzer in de buikgordel. Deze beschermt het bekken nog beter door letsels als inwendige botbreuken te voorkomen.

Met al deze voorzieningen is de veiligheidsgordel geen gewoon riempje meer, maar een uitrusting die talrijke technische innovaties bevat. De expertise van de constructeur is ook terug te vinden in de verfijnde afstelling en de efficiënte wisselwerking tussen de verschillende componenten van het systeem: airbags en gordels moeten als in een perfecte symbiose functioneren.

Een frontairbag achterin
Vanuit de filosofie Veiligheid voor Iedereen, de naam van het internationale verkeersveiligheidsproject van Renault op basisscholen in acht Europese landen, tracht de constructeur dezelfde bescherming te bieden aan de passagiers voorin als aan de passagiers achterin. Daarom worden gordelspanners en spankrachtbegrenzers standaard gemonteerd in alle modellen van het merk.

In 1999 werd de airbag achterin al gepresenteerd als één van de onderzoeksgebieden van R&D en nog steeds is Renault actief bezig met de ontwikkeling van een innovatieve frontairbag voor de achterste zitplaatsen die is ingebouwd in de veiligheidsgordel. Met een volume van 60 liter kan deze airbag de door de gordel uitgeoefende kracht beperken en het hoofd, de nek en de borstkas nog beter beschermen. De nieuwe airbag zal voorkomen dat kinderen met hun hoofd tegen hun knieën en dat volwassenen tegen de zitting van de voorstoelen botsen.

De constructeur hoopt de ontwikkeling van het systeem spoedig af te ronden zodat het mogelijk al in 2003 op de markt zal komen.