Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Prijzen nieuwbouw Amsterdam niet uitzonderlijk (20-6-2002)
De prijzen van nieuwbouwwoningen in Amsterdam vormen -
uitgaande van de door de markt gehanteerde prijsindelingen - geen
uitzondering op die in de rest van de Randstad. Ook de percentages
goedkope, middeldure en dure woningen op nieuwbouwlocaties zijn
niet anders dan elders in Nederland. Dit blijkt uit een onderzoek
dat staatssecretaris Remkes (VROM) vandaag naar de Tweede Kamer
heeft gestuurd.
Vorig jaar kwam de VINEX-locatie IJburg in Amsterdam regelmatig
in het nieuws. Bouwers gaven aan dat zij de afgesproken aantallen
'middeldure' koopwoningen niet konden realiseren. Naar aanleiding
van dit nieuws heeft staatssecretaris Remkes een onderzoek naar de
prijsontwikkelingen van middeldure koopwoningen laten
uitvoeren.
Middeldure koopsector
Om na te gaan hoe het middeldure segment zich de afgelopen jaren
heeft ontwikkeld, zijn twintig gemeenten onderzocht. Deze gemeenten
vormen een goede afspiegeling van de nieuwbouw in Nederland: grote
steden en kleine gemeenten, VINEX en niet-VINEX, Randstad en
daarbuiten, veel en weinig bouwmogelijkheden. Gekeken is naar het
prijsniveau en de relatieve omvang van het middeldure
woningbouwsegment in deze gemeenten.
Terwijl de bovengrens van middelduur van het Rijk anno 2001 op
f 274.000,- stond, hanteerden gemeenten bedragen tussen de
f 300.000,- en f 600.000,-. Voor de grote
bouwlocaties van de grote steden (inclusief Amsterdam) golden
bedragen van ongeveer f 400.000,- tot f
450.000,- als afbakening van het middeldure segment. Alleen Utrecht
en Haarlem stelden deze grens hoger, namelijk op f
600.000,-. Emmen en Alphen aan den Rijn scoorden met f
300.000,- het laagst van de 20 geselecteerde gemeenten. Overigens
is voor de helft van de geplande middeldure woningen in IJburg de
bovengrens recent aangepast tot f 600.000,- (¤
270.000,-). Voor de andere helft blijft dat ongeveer f
400.000,-.
Het versterkte 'middenveld' waarmee de VINEX-plannen in 1995
begonnen (de 3-4-3-verhouding tussen de aantallen goedkope,
middeldure en dure woningen) is landelijk de afgelopen jaren
verschoven naar een 'aanvallender' variant. Landelijk gezien neemt
het dure segment toe ten koste van het goedkope segment. Ook
hierbij valt op dat het aandeel middeldure woningen in Amsterdam
vergelijkbaar is met dat in bijvoorbeeld Den Haag, Utrecht en
Eindhoven (40%). Haarlem en Rotterdam hebben meer dure woningen
(40%).
Prijsvoorschriften
Staatssecretaris Remkes concludeert uit het onderzoek dat
het onverstandig is, dat een gemeente strakke
prijsvoorschriften voor de middeldure koopsector hanteert. Die
werken belemmerend als bij veranderde marktomstandigheden - in
overleg met de projectontwikkelaars - tijdig maatregelen
moeten worden getroffen om de prijs-kwaliteit verhouding in de
nieuwbouw aan te passen. Prijsvoorschriften vanuit het Rijk - zoals
door Kamerlid Duivesteijn op 19 juni 2001 verzocht - zijn
al helemaal niet gewenst. Deze maken aanpassingen aan nieuwe
marktomstandigheden met lokale verschillen immers nog moeilijker.
Om die reden zal de staatssecretaris de stichtingskostengrenzen
voor woningen waarvoor corporaties mogen bouwen uit de regelgeving
schrappen. Corporaties hoeven zich dan nog alleen achteraf over de
prijzen van door hen gebouwde dure koopwoningen te
verantwoorden.
Woningkwaliteit
De omvang van de productie in het middeldure segment heeft de
afgelopen tijd in veel gemeenten ter discussie gestaan. Maar vaak
leidt bijstelling van de oorspronkelijke afspraken tot minder
goedkoop ten gunste van duur. Dat laat de positie van het
middeldure segment onaangetast.
Ook constateert het onderzoek een verschil in de gerealiseerde
kwaliteit tussen de gemeenten. Woningen in de Randstad scoren
minder, evenals woningen op VINEX -locaties. Dit is te verklaren
door de verschillen in marktprijzen. Als er meer vraag is dan
aanbod, liggen de prijzen hoger en wordt daarvoor minder kwaliteit
geleverd. Alleen een groter aanbod van woningen kan dat beeld in de
Randstad wijzigen.
Om de prijs-kwaliteitsverhouding in algemene zin te verbeteren
blijft een kritische beschouwing van de grondprijs noodzakelijk. De
marges in het middensegment zijn dusdanig klein dat hogere
grondprijzen al snel leiden tot minder kwaliteit. Daarom heeft
staatssecretaris Remkes in december vorig jaar met de NEPROM, NVB
en VNG het convenant 'grondprijsbeleid' afgesloten. De bewindsman
verwacht dat dit tot een betere prijs-kwaliteit-verhouding van de
woningen zal leiden.
Het onderzoek laat ook zien dat het verrekenen van de grond- en
bouwkosten van de sociale sector ten laste van het middeldure
segment kan leiden tot een slechtere prijs/kwaliteits-verhouding in
het middeldure segment. Gemeenten met een hoog aandeel sociale
nieuwbouw houden met een dergelijk beleid dus
kwaliteitsverbeteringen in de middeldure sector tegen. Zij zouden
volgens de staatssecretaris daarom eerst kritisch moeten kijken of
corporaties de onrendabele top voor hun rekening kunnen nemen. In
algemene zin moet bepaald worden of het aandeel sociale woningen op
uitbreidingslocaties.
Lees de brief van Remkes aan de Tweede Kamer (pdf, 94 kB).
Lees het rapport
'De 3-4-3 opstelling, ontwikkelingen in de middeldure koopsector' (pdf,
750 kB).
Lees bijlage 1 (Indexering van de prijsklassengrenzen voor
middeldure koopwoningen) (pdf, 114 kB).
Lees bijlage 2 (Vragenlijsten
gemeenten en ontwikkelaars)
(pdf, 64 kB).
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=1&goto=7742&site=persbericht )