Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Actualiteit
Conjunctuurmeting bouwnijverheid mei 2002
---
Daling orderportefeuille in burgerlijke en utiliteitsbouw zet door
In mei 2002 is de omvang van de orderportefeuille in de burgerlijke en
utiliteitsbouw verder gedaald met 3,8% tot 7,7 maanden. Figuur 1 laat
zien, dat de omvang van de orderportefeuille in de b&u sinds januari
2002 bijna voortdurend is gedaald en sedert maart lager is dan in de
afgelopen drie jaren.
In de grond-, water- en wegenbouw daalde de omvang van de
orderportefeuille eveneens en wel met 1,6% tot 6,3 maanden (zie figuur
2). In de gehele bouwnijverheid is de orderportefeuille gedaald van
7,6 tot 7,3 maanden.
In de conjunctuurmetingen van de afgelopen twee maanden werd een
opvallend hoog percentage stagnatie in de categorie overige oorzaken
gemeld. Het bleek hierbij stagnatie als gevolg van de in die maanden
optredende stakingen in de bouw te betreffen. Over de maand mei, toen
de stakingen waren afgelopen, meldt in de b&u 7% van de bedrijven
stagnatie in de voortgang als gevolg van overige oorzaken. In de gww
geldt dit voor 3% van de bedrijven (over april was dit nog 35
respectievelijk 10 procent).
De voortgang van de werkzaamheden wordt in mei 2002 negatiever
beoordeeld in vergelijking met een jaar geleden. Het onderhanden werk
wordt door de bedrijven vaker als klein dan als groot beoordeeld. Dit
geldt voor beide sectoren en is in de b&u in overeenstemming met de
daling van de orderportefeuille ten opzichte van een jaar geleden,
maar in de gww niet. In de gww is de omvang van de orderportefeuille
nu immers aanzienlijk hoger dan een jaar geleden.
Het percentage bedrijven dat stagnatie ondervindt als gevolg van
onvoldoende orders is ten opzichte van vorig jaar gestegen van 2 tot
10 procent. In de gww meldt nu zelfs 13 procent van de bedrijven
gebrek aan orders als belangrijkste stagnatieoorzaak.
Het aandeel bedrijven dat een stijging van de personeelsbezetting
verwacht ligt in mei 2002 veel lager dan een jaar geleden. In de b&u
is het percentage bedrijven (23 procent) dat een stijging van de
afzetprijzen verwacht minder dan de helft van dat van een jaar geleden
(55 procent). In de gww is dit percentage nu iets hoger (15 procent nu
tegenover 13 procent een jaar geleden). In deze sector verwacht nu
echter 9 procent een daling van de afzetprijzen.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid
van mei 2002 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze
meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de
conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer
dan tien personeelsleden hun medewerking.
Zie het origineel
http://www.eib.nl/ShowActualiteit.cfm?ID=120
.