Ingezonden persbericht


- Persbericht -

CDA bezorgd over dreigend vertrek zomerfestivals

Het bericht in het Rotterdams Dagblad van 20 juni 2002 over het dreigend vertrek van het Zomercarnaval, is de volgende in een reeks van zorgwekkende berichten over grote evenementen die in de problemen raken. Na Metropolis, na de Wednesday Night Skate, nu ook het Zomercarnaval in de problemen.

Volgens CDA-raadslid Frans Jozef van der Heijden moet hier wat aan gebeuren. "Een stad die zich zo nadrukkelijk positioneert als festivalstad kan het zich niet permitteren dat de gratis festivals langzaam maar zeker niet meer in hun volle omvang in de stad gehouden kunnen worden en gedoemd zijn uit de stad te verdwijnen", aldus Van der Heijden.

In vragen die hij het College van B&W van Rotterdam vandaag gesteld heeft, uit hij zijn bezorgdheid over deze ontwikkeling en vraagt hij het College om een oplossing voor dit probleem. Een integrale weergave van de gestelde vragen treft u hieronder:

Heeft het college van b. en w. kennis genomen van het artikel in het Rotterdams Dagblad van 20 juni 2002 onder de kop " Zomercarnaval dreigt Rotterdam te verlaten".
Bestaat inderdaad het gevaar dat zonder extra inkomsten een aantal van de gratis toegankelijke festivals in Rotterdam niet meer gehouden kunnen worden.
Is het waar dat de belangrijke festivals in feite de lasten niet kunnen opbrengen, die voortvloeien uit verscherpte eisen van politie en gemeente aan de festivalorganisaties, voor wat betreft, veiligheid, verkeer en markering in verband met drankverkoop.
Kan het college van b. en w. bevestigen dat ook de sponsorbijdragen aan de gratis festivals en evenementen beduidend teruglopen (zijn gelopen) en derhalve ook daardoor deze festivals en evenementen in hun voortbestaan ernstig worden bedreigd.
Is het waar dat de organisaties, die achter de gratis evenementen staan (c.q. de ondernemers die de productie van deze evenementen voor eigen rekening en risico verzorgen) in feite al enkele jaren de exploitatie van de evenementen niet sluitend kunnen krijgen en dat sommige van de particuliere producenten aanmerkelijke verliezen lijden. Hoe rijmt het college deze ontwikkeling met het feit, dat de gratis evenementen hebben geleid tot de uitverkiezing van Rotterdam tot de beste festivalstad van Nederland, terwijl het Zomercarnaval wordt beschouwd als het beste stadspromotie-evenement, al eerder werd onderscheiden met de Erasmusprijs en de organisator van het Zomercarnaval ook de Promotieprijs van Rotterdam heeft gekregen.
Kan Rotterdam zich in dit licht permitteren, dat de gratis festivals langzaam maar zeker niet meer in hun volle omvang in de stad gehouden kunnen worden en gedoemd zijn uit de stad verdwijnen. Hoe verhoudt die ontwikkeling zich met de doelstellingen van " Attractieve Stad", in welk kader al wel weer nieuwe evenementen worden ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld Waterlife in het Waterjaar 2003. Meent het college dat de stichting " Rotterdam Festivals" een taak heeft bij het oplossen van de vooral financiele problemen van de gratis evenementen in de stad en zo ja is het college van b. en w. bereid met de leiding van " Rotterdam Festivals" te overleggen over welke middelen structureel beschikbaar moeten komen om de gratis festivals en evenementen voor de stad te behouden, de ere titel van evenementenstad vast te houden en vele honderdduizenden Rotterdammers en even zovele bezoekers van de stad een groot plezier te doen.
Indien het college van b. en w. geen mogelijkheden zien om alle gratis festivals en evenementen voor langere tijd voor de stad te behouden wil het college dan aangeven wat in dat licht wel en niet tot de financiele mogelijkheden behoort.

Rotterdam, 20 juni 2002

Frans Jozef van der Heijden
noot voor de redactie/

Ingezonden persbericht