Ministerie van Financiën
Persbericht
PERS-2002-161
Den Haag, 20-06-2002
Uitvoering motie MDW-benzinetraject
Op 25 april heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen met betrekking tot
het MDW-benzinetraject. Mede namens de Minister van Economische Zaken deelt
Minister Zalm mee dat de motie zal worden uitgevoerd. Daarmee zijn de
belemmeringen voor het snel implementeren van het alternatieve traject
MDW-benzine weggenomen. De minister is voornemens om in de tweede week van
juli nader bekend te maken wanneer de eerste veiling zal plaatsvinden.
De brief aan de Tweede Kamer van het ministerie van Financiën:
de Voorzitter van de Tweede kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
20 juni 2002
AFEP 2002-39m
Onderwerp
motie MDW-benzine
Op 25 april heeft uw Kamer een motie aangenomen met betrekking tot het
MDW-benzinetraject. Inmiddels heb ik de uitvoerbaarheid van de motie
onderzocht. Hierbij treft u mijn reactie op deze motie aan.
De motie bevat in de kern 3 elementen:
1) de regering wordt verzocht snel te starten met de veilingen van
benzinestations;
2) daarbij dient de functiescheiding tussen benzinestations en
wegrestaurants te worden opgeheven;
3) en de reductieverplichting van 50 stations die met de grote
oliemaatschappijen is overeengekomen, mag niet worden gerealiseerd via
dochtermaatschappijen.
Over het eerste element van de motie, het snel starten van de veilingen,
bestaat al geruime tijd overeenstemming. Wat betreft het tweede deel van de
motie heeft minister Jorritsma tijdens het Verkort Algemeen Overleg reeds
aangegeven dat zij voornemens is de functiescheiding op te heffen. Op 19
juni heeft een consultatieoverleg plaatsgevonden met de betrokken partijen
over de wijze waarop de functiescheiding zal worden opgeheven. Ik ben van
oordeel dat voorafgaand aan de eerste veiling helderheid kan en zal worden
gegeven over de wijze waarop dit zal worden gerealiseerd.
Het derde element van de motie impliceert dat de reductieverplichting niet
via dochtermaatschappijen gerealiseerd zou mogen worden. Deze mogelijkheid
is echter wel onderdeel van de afspraken die in het convenant van april
2000 en in de in november 2001 gesloten bilaterale overeenkomsten met de
oliemaatschappijen zijn vastgelegd, zoals reeds eerder uiteen is gezet in
onze brief van 2 april j.l . Uitvoering van de motie vereist dan ook een
aanpassing van de afspraken die gemaakt zijn met de oliemaatschappijen en
is daarom slechts mogelijk indien de oliemaatschappijen vrijwillig bereid
zijn af te zien van de mogelijkheid om de reductie te realiseren via
dochtermaatschappijen. Naar aanleiding van de motie is daarom contact
opgenomen met de betrokken oliemaatschappijen. Ik ben hen zeer erkentelijk
dat ondanks het feit dat de overheid eenzijdig terugkomt op afspraken die
reeds twee jaar geleden zijn gemaakt, zij uiteindelijk bereid zijn gebleken
aan de wens van uw Kamer tegemoet te komen.
Daarmee kan ik toezeggen dat de motie zal worden uitgevoerd en zijn
belemmeringen voor het snel implementeren van het alternatieve traject
MDW-benzine weggenomen. Mede gezien de wens van uw Kamer om snel te
beginnen met het veilen van benzinestations ben ik voornemens in de tweede
week van juli aan te kondigen wanneer en op welke wijze dit exact zal
plaatsvinden.
MEDE NAMENS DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN,
DE MINISTER VAN FINANCIEN,
---
TK 24 036, nr. 250.