Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie
Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 19 juni 2002 Auteur P.J. Kleiweg de Zwaan
Kenmerk DIE/300 Telefoon 070-3485819
Blad 1/8 Fax 070-3486381
Bijlage(n) Concept-Raadsconclusies E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad van
17 juni 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij het verslag van de
Algemene Raad van 17 juni 2002 aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Verslag van de Algemene Raad van 17 juni 2002
Stand van de werkzaamheden in andere Raadsformaties
Voorzitter Piqué wees op het overzichtsdocument van de werkzaamheden in
andere Raadsformaties, ondermeer de Ecofinraad en de JBZ-raad. Er vond geen
discussie plaats.
Voorbereiding van de bijeenkomst van de Europese Raad van Sevilla
- Hervorming Raad
De Raad besprak het verslag van het Voorzitterschap over mogelijke
hervormingen van de Raad, dat op 14 juni jl. beschikbaar kwam en ook zal
voorliggen aan de Europese Raad van Sevilla. Dit Voorzitterschaprapport is
gebaseerd op het rapport van SG Solana ten behoeve van de Europese Raad van
Barcelona in maart jl., de discussie die daarover in Barcelona heeft
plaatsgevonden, tussentijdse contacten met 'correspondenten' in de lidstaten
en de resultaten van de recente rondreis van Premier Aznar langs de
hoofdsteden.
In de Algemene Raad bleek dat de meeste lidstaten vooralsnog geen
hervormingen willen doorvoeren over zaken die verdragswijziging vragen
(zoals bijvoorbeeld aanpassing van het systeem van het roulerende
Voorzitterschap). Ook zijn veel lidstaten tegen opsplitsing van de Algemene
Raad en tegen de mogelijkheid van meerderheidsbesluitvorming in de Europese
Raad. Voor het voorstel van enkele lidstaten over een vast Voorzitterschap
van de Europese Raad ontbreekt, naar het zich laat aanzien, voldoende steun.
Praktische verbeteringen, die betrekking hebben op het vergroten van
transparantie in de Raad, een betere organisatie en voorbereiding van de
Europese Raad en het in beginsel verminderen van het aantal Raadsformaties,
kunnen wel op voldoende steun van de lidstaten rekenen en zullen -als ook de
Europese Raad ermee instemt- worden doorgevoerd.
De Benelux-ministers intervenieerden langs de lijnen van het
Benelux-memorandum over de hervorming van de Raad, dat op 7 juni jl. naar uw
Kamer is gestuurd.
Uitbreiding
Tijdens de Algemene Raad werd opnieuw uitgebreid stilgestaan bij het
vraagstuk van het al dan niet verstrekken van directe inkomenssteun aan
boeren in de nieuwe lidstaten. In vervolg op een eerder Brits voorstel om de
discussie over inkomenssteun enige tijd uit te stellen, had het Spaanse
Voorzitterschap voorafgaand aan de vergadering een compromisvoorstel
verspreid. Frankrijk en Ierland enerzijds en Duitsland en Nederland
anderzijds konden niet direct instemmen met de tekst. Frankrijk en Ierland
maakten aanvankelijk bezwaar tegen elk uitstel van de besluitvorming over
inkomenssteun en tegen verwijzing naar de vigerende Financiële Perspectieven
die geen inkomenssteun voor nieuwe lidstaten voorzagen. Duitsland en
Nederland toonden zich juist voorstanders van een verwijzing naar de
vigerende Financiële Perspectieven en zagen liefst ook een verwijzing naar
de toekomstige discussie over de hervorming van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB).
Uiteindelijk werd overeenstemming bereikt over uitstel van de besluitvorming
over al dan niet toekenning van inkomenssteun aan de nieuwe lidstaten (zie
Raadsconclusies pag.13). De ER van Sevilla kan tevens vaststellen dat de
werkkalender voor de uitbreiding wordt gehandhaafd.
In lijn met de Nederlandse wens is hiermee bereikt dat niet reeds dit semester, maar pas in een later stadium door de EU wordt besloten of het wenselijk wordt geacht inkomenssteun te verstrekken aan de nieuwe lidstaten. Zo kan op een moment dat het aantal en de aard van de toetreders in 2004 bekend is een onderling samenhangend besluit over het gehele 'financial package' van de uitbreiding (landbouw, regionaal beleid, budget) worden genomen. Tegelijkertijd wordt vastgehouden aan de road map van de toetredingsonderhandelingen, opdat nog dit semester een gemeenschappelijke EU-positie over het hoofdstuk landbouw aan de kandidaat-lidstaten kan worden aangeboden. Ook is duidelijk dat de uitkomst van de toetredingsonderhandelingen de hervorming van het GLB niet mag belemmeren.
Op verzoek van Griekenland schetste Commissaris Verheugen de stand van zaken
met betrekking tot Cyprus. Met 28 voorlopig afgesloten hoofdstukken behoort
het eiland, tezamen met Litouwen, tot de koplopers in het
onderhandelingsproces. De Commissie verwacht niet dat voor eind juni een
politieke oplossing voor het conflict op het eiland zal worden gevonden. Dit
betekent echter niet dat het onmogelijk is voor het einde van dit jaar een
oplossing te vinden. Verheugen voorzag geen actievere rol voor de EU; het
initiatief voor het vinden van een oplossing lag bij de VN en diende daar
ook te blijven liggen. Uiteraard verleende de EU alle mogelijke steun aan de
VN-inspanningen. Voorts zou de EU in geval van een vredesregeling hulp
moeten bieden om een dergelijke regeling in overeenstemming te brengen met
Gemeenschapsprincipes teneinde te garanderen dat een herenigd Cyprus aan het
acquis zou kunnen voldoen.
- Voorbereiding van de top van Johannesburg
Het Voorzitterschap, ondersteund door de Commissie, deed een beroep op de
Lidstaten om de EU in Johannesburg een stevig standpunt te laten innemen,
gebaseerd op de conclusies van de WTO-ronde in Doha, het mandaat zoals dat
was gegeven door de
Raad Ontwikkelingssamenwerking van 30 mei jl. en de Ecofin van begin juni.
De EU zou na de teleurstellende uitkomst van de Vierde
voorbereidingsconferentie (Prepcom) op Bali politiek leiderschap moeten
tonen, zo bepleitten verschillende lidstaten. Johannesburg moet uitgaan van
eerder geboekte resultaten, in Doha, maar ook tijdens de Conferentie
Financing for Development in Monterrey, en daar op voort bouwen. De EU dient
een strategie te ontwikkelen om de posities van de G77 en de VS dichter bij
elkaar te brengen.
Het Voorzitterschap concludeerde dat er algemene steun was voor de
voorliggende conclusies. In Sevilla zal verder worden gewerkt aan het
versterken van de tekst.
- Illegale immigratie
Ter voorbereiding van de Europese Raad van Sevilla lagen aan de Algemene
Raad 13 conclusies voor over de samenwerking met derde landen inzake het
beheersbaar maken van migratiestromen.
Een meerderheid van de Lidstaten, waaronder Nederland, steunde de conclusies
over de samenwerking met derde landen van herkomst (en doorreis) bij het
gezamenlijk bestrijden van illegale immigratie. Vier lidstaten wensten
evenwel de tekst te verzachten op het punt van mogelijke maatregelen tegen
derde landen die onvoldoende meewerken aan de bestrijding van illegale
migratie. Zij tekenden bezwaar aan tegen het feit dat hulp als pressiemiddel
zou kunnen worden ingezet. Vermindering van financiële steun zou wel eens
tot een toename van de illegale migratiestroom kunnen leiden, aldus deze
lidstaten.
Het Voorzitterschap stelde niet anders te kunnen doen dan de tekst zoals
deze in de AR voorlag door te zenden naar de Europese Raad te Sevilla en
vroeg de vier betrokken lidstaten hun voorbehouden opnieuw in overweging te
nemen.
Nederland merkte op dat 'geloofwaardigheid' het sleutelwoord is bij het
vraagstuk van asiel en (illegale) migratie. De Europese Raad had in 1999 in
Tampere hierover heldere conclusies en een actieplan aangenomen. Die moesten
nu onverkort worden geïmplementeerd. Nederland verwees in dit kader
ondermeer naar het belang van spoedige totstandkoming van de Richtlijn over
de asielprocedure en de Verordening Dublin II (die helder de
verantwoordelijkheid van Lidstaten moet vastleggen om asielaanvragen te
behandelen).
Geloofwaardigheid over dit vraagstuk is ook van belang in de relaties van de
EU met derde landen. Nederland pleitte voor het afsluiten van een netwerk
aan terug- en overnameovereenkomst met landen van herkomst en doorreis.
Maatregelen tegen illegale migratie dienden een vast onderdeel te worden in
de dialoog met derde landen.
Internationaal Strafhof / ASPA
Op verzoek van Nederland werd dit onderwerp alsnog geagendeerd. De Raad
aanvaardde conclusies, waarin ernstige zorg wordt uitgesproken over de
Amerikaanse ontwerp-wetgeving ASPA (American Servicemembers' Protection
Act), die het goed functioneren van het Internationale Strafhof kan
belemmeren. De Amerikaanse Administratie wordt opgeroepen met deze zorgen
bij de besluitvorming over ASPA ten volle rekening te houden.
Midden-Oosten
Tijdens de lunch hield de Raad een bespreking over de actuele stand van
zaken in de regio en de diverse contacten die hebben plaatsgevonden met
beide partijen. Daarbij werd ook stilgestaan bij de vooruitzichten voor een
internationale conferentie, mogelijk al in de maand juli. Er zijn geen
Raadsconclusies opgesteld. Tijdens de aanstaande Europese Raad in Sevilla
zullen de ontwikkelingen in het Midden Oosten opnieuw worden besproken met
het oog op het uitgeven van een verklaring.
India-Pakistan
Ministers constateerden dat de situatie, ondanks de positieve ontwikkelingen
van de laatste week, nog steeds broos en gespannen is. Het onderwerp zal ook
tijdens de ER van Sevilla aan de orde komen.
Speciale vertegenwoordiger van de EU in Afghanistan
De Raad stemde in met de benoeming van Francesc Vendrell als Speciale
Vertegenwoordiger (SV) van de EU in Afghanistan. Hij wordt de opvolger van
Klaus-Peter Klaiber. De heer Vendrell was van 2000 tot 2002 een van de
vertegenwoordigers van de VN in Afghanistan.
Het voorziene debat over de financiering van de zes Speciale
Vertegenwoordigers van de EU vond niet plaats, omdat inmiddels via de
begrotingsprocedure een oplossing is gevonden voor het jaar 2002. Door
bezuinigingen door te voeren op de gesecondeerde staf van de SV's (zij
worden voortaan betaald door de uitzendende lidstaat), kan uit het budget
van het Raadssecretariaat de SV zélf worden gefinancierd.
EVDB: Financiering van militaire operaties
De Raad bereikte een principe akkoord over de modaliteiten van financiering
van militaire EVDB-operaties: Cost Lie Where They Fall (lees: de uitzendende
lidstaat draait op voor eigen kosten) met een Common Cost-component
(welbepaalde kostenposten als communicatie, medische voorzieningen en lokaal
personeel, worden hoofdelijk omgeslagen op basis van de BNP-verdeelsleutel).
Over het belangrijkste geschilpunt, namelijk de toebedeling van
transportkosten naar een van beide financieringsmethoden, zal bij een
operatie op ad hoc basis worden besloten.
In 2004 zal een herziening van bovenstaande regeling plaatsvinden met
inachtneming van opgedane ervaring.
Iran
De Raad had een intensieve gedachtewisseling over de vaststelling van het
onderhandelingsmandaat voor een overeenkomst met Iran over handel en
samenwerking in combinatie met een politiek volet. Daarover werd een
politiek akkoord bereikt.
Commissaris Patten hield, net als tijdens de Algemene Raad in mei jl., een
krachtig pleidooi voor een Gemeenschapsakkoord en het daarbij behorende
mandaat voor de Commissie, met aparte regelingen voor politieke dialoog en
terrorismesamenwerking. Hij vreesde voor te langdurige procedures indien op
een gemengd akkoord zou moeten worden ingezet.
Hij bepleitte daarom de lijn van het compromis dat hij met het
Voorzitterschap had opgesteld, te weten aparte instrumenten met een
overkoepelende politieke verklaring, die de verschillende elementen aan
elkaar zou verbinden. Met uitzondering van Duitsland en Nederland lieten de
andere lidstaten weten met deze aanpak in te stemmen; daarmee bestond een
meerderheid voor aanvaarding van het voorstel.
Ook de Britse delegatie stelde daarmee akkoord te kunnen gaan, indien in de
overkoepelende verklaring gesproken kon worden van een 'onlosmakelijk'
geheel tussen de verschillende instrumenten, met een gelijke wijze van
inwerkingtreding, toepassing en opzegging.
Nederland, daarin gesteund door Duitsland, heeft gesteld dat het
handelsvolet zo vast mogelijk moet worden gekoppeld aan de politieke en
terrorisme-aspecten. De ideale methode daarvoor is een gemengd akkoord. De
Iraanse opstelling op het gebied van mensenrechten (w.o. steniging e.d.),
non-proliferatie, de strijd tegen terrorisme en ten aanzien van het Midden
Oosten conflict (steun aan terroristische bewegingen) kan niet zonder
gevolgen blijven voor de (onderhandelingen over) handelssamenwerking.
Daarbij moet ook worden meegewogen dat de politieke dialoog met Iran thans
geen bevredigende resultaten oplevert, ook omdat met de regering wordt
gesproken die het niet op de betrokken beleidsterreinen werkelijk voor het
zeggen heeft. Nederland en Duitsland stelden de Britse formule nog net te
kunnen aanvaarden, maar alleen indien ook de Commissie zou verklaren zo
nodig het onderhandelingsproces stil te leggen, respectievelijk de werking
van de overeenkomst ter discussie te stellen, indien daarvoor aanleiding zou
bestaan. Daartoe legde de Commissie zich vast om aan de Raad te zullen
rapporteren (zie bijgevoegde verklaring).
Uiteindelijk ging de Raad met deze aanpak akkoord.
De Raad aanvaardde Raadsconclusies over Iran (pagina 16 van de voorlopige
versie) die eveneens een verband leggen tussen de politieke zorggebieden en
het begin van de onderhandelingen, die zijn voorzien nadat het mandaat
formeel zal zijn vastgesteld.
Westelijke Balkan
- Albanië
De Raad bereikte politieke overeenstemming over de
onderhandelingsrichtsnoeren voor een Stabilisatie- en Associatieovereenkomst
tussen de EU en Albanië.
De Europese Commissie zal de onderhandeling na de zomer openen afhankelijk
van de voortgang bij hervormingen en behoud van de politieke stabiliteit in
Albanië na de presidentsverkiezingen in juli as.
- Macedonië
De Speciale Vertegenwoordiger van de EU in Macedonië, de heer Le Roy, gaf
een uiteenzetting over de situatie in Macedonië. Er was in een jaar tijd
veel bereikt. Niet
in de laatste plaats op het gebied van de veiligheid; er waren weinig
incidenten meer en het Albanese 'bevrijdingsleger' (NLA) was
gedemobiliseerd. Hij prees daarbij de rol van de OVSE, EUMM (de
monitoringsmissie van de EU) en Task Force Fox. Le Roy was ook te spreken
over de aangenomen wetgeving in Macedonië die de basis vormde voor verdere
hervormingen. Het was nu zaak vinger aan de pols te houden bij de
implementatie van deze wetten. Verder was het aantal vluchtelingen
afgenomen.
Ondanks de bereikte vooruitgang was er echter nog altijd een groot
wantrouwen tussen de Slavisch-Macedonische en de Albanese gemeenschappen.
Leroy waarschuwde voor mogelijke incidenten rond de parlementsverkiezingen
in september as. Het was dan ook van groot belang dat de internationale
gemeenschap de komende maanden extra waakzaam zou zijn.
Overige Raadsconclusies, ondermeer over het belang van volledige samenwerking met het Joegoslavië Tribunaal, werden zonder debat aangenomen.
Zimbabwe
De Raad sprak zijn bezorgdheid uit over de verslechtering van de situatie in
Zimbabwe en nam kennis van het rapport dat de Trojka hierover had opgesteld
na een bezoek aan Mozambique, Malawi en Zuid-Afrika. Aangezien de Unie van
mening is dat de SADC een belangrijke rol heeft in de oplossing van de
crisis in Zimbabwe, zal zij trachten de dialoog met deze organisatie en
andere relevante actoren te versterken. De Raad verwelkomde ook de pogingen
van Nigeria en Zuid-Afrika een dialoog te faciliteren tussen spelers in
Zimbabwe. De Raad zal de ontwikkelingen in Zimbabwe nauwgezet blijven volgen
ook met het oog op eventueel te treffen additionele maatregelen.
Ten aanzien van de voedseltekorten in Zimbabwe en andere landen in de regio, zal de Unie genereus bijdragen aan de hulpactiviteiten. De Raad bracht naar voren dat het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol te spelen heeft in de implementatie van de hulp en riep de autoriteiten in Zimbabwe op het landhervormingsproces te herzien volgens bestaande voorstellen van UNDP.
EPA mandaat EU-ACS
De Raad gaf zijn goedkeuring aan het onderhandelingsmandaat voor de
Commissie over de totstandkoming van Economic Partnership Agreements (EPA's)
met de ACS-landen. De onderhandelingen zullen in september 2002 aanvangen.
EU-Zwitserland
De Raad heeft de vier resterende mandaten voor de tweede
onderhandelingsronde met Zwitserland vastgesteld. Het betreft de mandaten
voor Zwitserse deelname aan Schengen, de toekomstige
Dublin-verordening/Eurodac (inzake procedures bij o.m. asiel en migratie),
het Mediaprogramma en het Vrij Verkeer van diensten. Met de vaststelling van
de mandaten geeft de Raad een krachtig politiek signaal aan Zwitserland. De
mandaten voor de overige dossiers - waaronder de belasting op spaartegoeden
en fraudebestrijding - werden al eerder door de Raad vastgesteld.
De Raad heeft tevens Zwitserland opgeroepen om nu onmiddellijk formele
onderhandelingen te starten over de spaarfiscaliteit en flexibiliteit te
betonen in de onderhandelingen over fraudebestrijding. Hiermee zou de nu al
maanden durende impasse in het onderhandelingsproces moeten worden
doorbroken.
Diversen
De Italiaanse delegatie vroeg om een verhoging van het GBVB-budget (binnen
categorie 4 van de EU-begroting) voor 2003, omdat uitgaven daarvan al voor
een goed deel waren vastgelegd en er geringe speelruimte overbleef. Besloten
werd de kwestie in de betrokken Raadskaders verder te bespreken.
Kenmerk DIE-283/02
Blad /1
===