Gemeente Utrecht
Noodvoorziening voor uitgeprocedeerde asielzoekers
Het college van burgemeester en wethouders heeft in meerderheid
ingestemd met het creëren van een noodvoorziening voor legaal
verblijvende en uitgeprocedeerde asielzoekers. Bij legaal
verblijvenden gaat het om Dublin-claimanten en om mensen die de
beslissing op een herhaald asielverzoek in Nederland mogen afwachten.
Bij de uitgeprocedeerden betreft het asielzoekers die wel terug
willen, maar in de praktijk (nog) niet kunnen.
Een optie voor zo'n noodvoorziening zijn 11 woningen aan de Torreshof
(Torreslaan) in Kanaleneiland. In deze huizen is ruimte voor 51
opvangplaatsen. Naast deze mogelijkheid worden nog enkele
alternatieven onderzocht.
Voor de noodvoorziening aan de Torreshof trekt het college een bedrag
uit van EUR 972.000. Dit geld is bedoeld voor het bestrijden van
eenmalige kosten voor verbouwing en inrichting van de
opvangvoorziening en voor dekking van de exploitatiekosten gedurende
drie jaar. Daarnaast is een bedrag gereserveerd voor het uitkeren van
leefgeld aan de bewoners.
Het college beseft dat dit besluit spanningen oproept bij sommige
bewoners, maar meent toch een verantwoordelijkheid te moeten nemen
voor opvang van een kwetsbare groep van merendeels vrouwen en
kinderen, die ongewild in een uitzichtloze situatie is gebracht. Het
besluit geeft uitvoering aan in mei 2001 genomen meerderheidsbesluit
van het college. De wethouders Verhulst (CDA), Van Zanen (VVD) en Van
den Bergh(LU) kunnen zich er niet mee verenigen. Zij zijn van mening
dat dit soort opvang een verantwoordelijkheid is van het rijk.
Afgelopen jaar heeft de raadscommissie MOV groen licht gegeven voor
het uitwerken van een noodvoorziening. Het collegebesluit zal met de
commissie MOV worden besproken op 27 juni 2002.
Het beheer van de noodvoorziening en de begeleiding van de
vreemdelingen wordt gedaan door de Stichting Noodopvang Dakloze
Vreemdelingen Utrecht. De stichting gaat er kantoor houden zodat er
een aanspreekpunt is voor zowel asielzoekers als omwonenden. De
stichting is speciaal opgericht om de opvang van deze doelgroep te
organiseren. Hierin zijn vertegenwoordigd de Samen-op-Weg Kerken,
Remonstrantse Gemeenten, Utrechtse Raad Samenwerkende Kerken, Netwerk
Religieuzen voor Vluchtelingen Midden-Nederland, Steunpunt Illegalen,
OMDUW, Noodfonds Vluchtelingen, stichting Vluchtelingenwerk Utrecht en
andere betrokkenen. De stichting INLIA uit Groningen zal juridisch
toetsen of vreemdelingen aan de criteria voor de noodvoorziening
voldoen.
De 11 woningen aan de Torreshof zijn op redelijk korte termijn
geschikt te maken en beschikbaar voor de doelgroep. De meeste
uitgeprocedeerden zullen er slechts enkele maanden van de opvang
gebruik maken. De verwachting is dat jaarlijks 125 mensen in de
Torreshof kunnen worden opgevangen. Over de opvangcapaciteit,
beschikbaarheid en kosten van een eventueel alternatief is nu nog
niets bekend.
In de afgelopen maanden zijn in plankwoningen in Utrecht al 21
personen opgevangen. Hun verblijf en contact met directe buurtbewoners
verliep plezierig en probleemloos. Het grootste deel (14) zijn
(eenouder)gezinnen met kinderen. Inmiddels zijn 2 personen uit de
noodvoorziening vertrokken en de rest wacht nog op afhandeling van hun
procedure of is (nog) niet in staat om terug te keren naar (Noord)Irak
of Somalië. De terugkeer naar deze 2 landen blijkt in de praktijk een
groot probleem. Onlangs erkende ook demissionair minister Korthals dat
uitgeprocedeerden uit Centraal Irak niet verwijderbaar zijn. Inmiddels
zet het rijk Centraal Irakezen niet langer uit voorzieningen en worden
mensen die op straat zijn gekomen weer opgevangen.
De gemeente is van mening dat de opvang van deze bijzondere groepen
asielzoekers, de verantwoordelijkheid van het rijk is. Zolang het rijk
die verantwoordelijkheid niet neemt, heeft de gemeente een zorgplicht
voor haar inwoners. De gemeente Utrecht heeft de afgelopen tijd
regelmatig overleg gevoerd met de staatssecretaris van Justitie. Het
rijk erkent het principe dat de opvang van legaal verblijvenden een
rijksverantwoordelijkheid is, maar zegt door capaciteitstekorten
hieraan geen vervolg te kunnen geven. Daarom is het college van
burgemeester en wethouders van mening dat het Rijk de gemeente Utrecht
financieel schadeloos moet stellen.
Utrecht, 19 juni 2002.