Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Sub-Sahara Afrika, Directie Azië en Oceanië Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 3 september 2002 Behandeld B. Gerlings, J. Kouwen
Kenmerk DAF 536/ 02 Telefoon +31 (0)70-348 6066
Blad /1 Fax +31 (0)70-348 6071

Bijlage(n) 1 E-Mail DAF@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Koenders over Soedan en Indonesië
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris voor Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over Soedan en Indonesië. Deze vragen werden ingezonden op 21 juni 2002 met kenmerk 2010211740.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Ardenne - van der Hoeven, Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, en de heer Wijn, Staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over maatschappelijk ondernemen in Soedan en corruptie van Nederlandse bedrijven in Indonesië.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de kritiek die negen Nederlandse ontwikkelings- en vredesorganisaties hebben geuit op de medeplichtigheid van de Nederlandse oliemaatschappij Talisman (Greater Nile) BV, bij de schendingen van mensenrechten in Soedan? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u deze kritiek, mede in het kader van het feit dat de Nederlandse overheid indirect profiteert van de belastingafdrachten van dit bedrijf?

Antwoord

De kritiek van de organisaties wordt serieus genomen, waarbij evenwel dient te worden aangetekend dat Talisman in het betreffende gebied veel in gemeenschapsontwikkeling investeert (zoals drinkwatervoorziening, gezondheidszorg) en niet verzuimt druk op de Soedanese autoriteiten uit te oefenen om schendingen van mensenrechten in het gebied te voorkomen.

Vraag 3

Kunt u aangeven of er sinds juli 2001 contact is geweest tussen Talisman en vertegenwoordigers van de regering, naar aanleiding van eerdere Kamervragen die over dit onderwerp zijn gesteld? 2)

Antwoord

De Tijdelijke Zaakgelastigde te Khartoum onderhoudt regelmatig contact met Talisman.

Vraag 4

Legt Talisman BV in jaarverslagen rekenschap af over de maatschappelijke gevolgen van haar ondernemersactiviteiten? Zo ja, wordt daarin gewag gemaakt van de genoemde bekritiseerde activiteiten?

Antwoord

Ja. Het maatschappelijk jaarverslag 2001 van Talisman Energy is op internet te vinden:

http://www.talisman-energy.com/pdfs/csr2001_report.pdf.

Een gehele sectie is gewijd aan de activiteiten in Soedan (blz. 13-35). Bovendien geeft Talisman jaarlijks een geheel aan Soedan gewijd 'Corporate Social Responsibility Report' uit.

Vraag 5

Wat is de huidige stand van zaken bij de dialoog van de EU met Soedan en welke inspanningen levert Nederland op EU-en internationaal niveau om de olieproblematiek in Soedan op de agenda te houden en naar oplossingen te leiden? 3)

Antwoord

De olieproblematiek in Soedan is onderdeel van de bredere problematiek van de burgeroorlog in het land; oplossing van de olieproblematiek is juist daarom sterk afhankelijk van beëindiging van de burgeroorlog. Nederland zet zich op vier niveaus in om aan oplossing van het conflict bij te dragen:

Door middel van een financiële bijdrage (een miljoen Euro in 2002) aan de uitvoering van de Nuba Mountains Wapenstilstand-Overeenkomst tussen regering en rebellen, alsmede de inzet van twee monitors in het gebied;

Door middel van een bijdrage in 2002 van 400.000 Euro aan het vredessecretariaat van de Inter-Governmental Authority for Development (IGAD) specifiek bestemd voor ondersteuning van de Keniaanse IGAD-bemiddelaar in het Soedanese conflict, generaal Lazarus Sumbeiywo;

Door middel van een actieve rol in de EU-positiebepaling ten opzichte van en kritische dialoog met de Soedanese autoriteiten. Hierin komt ook nadrukkelijk de olieproblematiek aan de orde;

Door middel van deelname, als lid, in het International Partners Forum (IPF) dat tot taak heeft de IGAD-landen bij de uitvoering van de IGAD-agenda te ondersteunen, in het bijzonder wat betreft de bemiddeling in de conflicten in Soedan en Somalië.

Inmiddels is bekend geworden dat de Soedanese regering en de voornaamste rebellenbeweging SPLM op 20 juli een basisakkoord gesloten hebben. Hierbij is overeenstemming bereikt over de scheiding tussen godsdienst en staat en beperkte autonomie (met op termijn zelfbeschikking) voor het zuiden. In augustus wordt verder gesproken over andere cruciale punten, zoals ook de verdeling van de inkomsten uit de oliewinning.

Vraag 6

Bent u er ook van op de hoogte dat veel Nederlandse bedrijven, al dan niet vrijwillig, meewerken aan het instandhouden van corruptie in Indonesië? 4)

Antwoord

De stand van zaken met betrekking tot corruptie in Indonesië wordt nauwlettend gevolgd. Nederlandse bedrijven geven daarbij aan veel last te hebben van corrupte Indonesische praktijken. Zij steunen het internationale beleid om corruptie uit te bannen. Het onderwerp staat eveneens hoog op de agenda van bilaterale en multilaterale donoren, zoals laatstelijk tijdens de interim Consultative Group in Jakarta op 12 juni jl.

Vraag 7

Krijgen de betreffende bedrijven 5)exportkredietverzekeringen of andere ondersteunende maatregelen van overheidswege, waaronder fondsen van ontwikkelingssamenwerking? Zo ja, bent u dan van mening dat dit verstrekt is overeenkomstig de normen en waarden van maatschappelijk verantwoord ondernemen? Kunt u uw antwoord uitvoerig toelichten?

Antwoord

Van het Nederlands financieel buitenlandinstrumentarium is het merendeel open voor transacties op Indonesië. Dit is overigens niet het geval voor Soedan. Transacties die vanuit overheidswege worden ondersteund zijn nu onderwerp van toetsing op MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen)-criteria. Verwezen wordt naar de aan de Tweede Kamer gerichte Instrumentenbrief van 4 mei 2001, 26485 nr.15 en de brief van 14 december 2001, 26485 nr.19 over de uitwerking daarvan. Wat de reguliere exportkredietverzekeringen betreft zijn specifieke MVO-criteria dit jaar in de polisvoorwaarden verwerkt. In het verleden zijn ten behoeve van Nederlandse exporteurs exportkredietverzekeringspolissen afgegeven ter afdekking van de betalingsrisico's op Indonesië. Van de in de gerefereerde krantenartikelen genoemde exporteurs betreft dat één bedrijf. Daarnaast zijn banken als financier betrokken bij een reeks van transacties en hebben in die hoedanigheid kredietverzekeringspolissen ontvangen. Deze afzonderlijke polissen zijn afgegeven voordat de zojuist genoemde specifieke MVO criteria als zodanig van toepassing waren.

Wat de Exportkredietverzekering betreft is in dit kader eveneens vermeldenswaardig dat voor nieuwe zaken per 1 juli 2002, zoals per brief ('Transparantiebeleid', 20 juni 2002, 28000IXB nr.34) aan de Tweede Kamer gemeld, per individuele door de Staat in herverzekering geaccepteerde exporttransactie of investering standaard een aantal gegevens ex post, dat wil zeggen na afgifte van de polis, zal worden gepubliceerd. Degene die concrete informatie over omkoping heeft, kan hierop dan actie ondernemen.

Vraag 8

Bent u van mening dat de betreffende bedrijven handelen overeenkomstig de OESO- richtlijnen voor multinationale ondernemingen? 6) Zo neen, welke actie onderneemt u?

Antwoord

Bedrijven die van omkoping gebruik maken in Indonesië handelen mogelijk in strijd met de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Als bedrijven, werknemersorganisaties of andere betrokkenen een vraag hebben over de juiste toepassing van de richtlijnen in een specifiek geval dan kunnen zij die vraag voorleggen aan het Nationale Contactpunt voor multinationale ondernemingen.

Vraag 9

Welke preventieve maatregelen past de Nederlandse regering toe (naast het opstellen van internationale richtlijnen) ter voorkoming van corruptie bij de besteding van Nederlandse en internationale hulpgelden en welke sancties en maatregelen neemt regering, al dan niet in internationaal verband, als er daadwerkelijk bewijzen zijn van corruptie?

Antwoord

Nederland ondersteunt waar mogelijk lokale initiatieven om corruptie te bestrijden. Daarnaast participeerde Nederland in de ontwikkeling van instrumenten ter bestrijding van corruptie door het UN Center for International Crime Prevention (CICP). Voorts ondersteunt Nederland NGO's die zich op corruptiebestrijding toeleggen, zoals Transparency International. Tevens worden kwaliteitseisen gesteld aan de beheerscapaciteit van samenwerkingspartners, die zijn vastgelegd in het Handboek Buitenlandse Zaken (HBBZ).

In het kader van de per 1 januari geïntroduceerde toetsing op maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt aan alle bedrijven, die gebruik maken van het Nederlands financieel buitenlandinstrumentarium bij de toekenning van de overheidsbijdragen, duidelijk gemaakt dat onterecht verstrekte overheidsbijdragen zullen worden teruggevorderd. (zie ook het antwoord op vraag 7). Als er daadwerkelijk bewijzen zijn van corruptie, en het Nederlandse Openbaar Ministerie hierover de beschikking krijgt, kunnen de bij deze corruptiepraktijken betrokken Nederlanders in Nederland strafrechtelijk worden vervolgd.

Wat Indonesië betreft is in 2000 bij het aangaan van de ontwikkelingsrelatie met dit land, onder meer vanuit zorg over corruptie, besloten tot het geleiden van de Nederlandse hulpfondsen via multilaterale organisaties. In het verleden is bilaterale hulp, vooral als deze gebonden was, namelijk zeer gevoelig gebleken voor corruptiepraktijken. Bovendien richt de hulp aan Indonesië zich voor een aanzienlijk deel op de sector Goed Bestuur. In het kader daarvan ondersteunt Nederland onder meer het Partnership for Governance Reform, een omvangrijk samenwerkingsverband van NGOs, donoren en Indonesische overheid, waarin corruptiebestrijding een doorsnijdend thema vormt. Dit partnerschap maakt zich sterk voor een breed gedragen, nationale anti-corruptie strategie, maar ondervindt daarbij veel tegenwind. Daarnaast gaat Nederlandse steun naar Indonesia Corruption Watch, Indonesië's meest actieve en effectieve NGO op het gebied van corruptiebestrijding. Overigens mag duidelijk zijn dat de strijd tegen corruptie in Indonesië een zaak van langere adem is in een samenleving waarin voor dit soort activiteiten decennialang geen ruimte is geweest.

Vraag 10

Wat betekent het feit dat onder de Nederlandse wetgeving bovengenoemde vormen van corruptie strafbaar zijn, en welke juridische maatregelen zijn of worden ter zake genomen?

Antwoord

Dit betekent dat concrete gevallen van omkoping van buitenlandse ambtenaren kunnen worden vervolgd onder de Nederlandse wetgeving. Het vervolgingsbeleid is de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie.

'Oliemaatschappij schendt in Soedan mensenrechten', De Volkskrant, 18 juni jl.

Kamervragen van Dhr. Hoekema, 18 juli 2001, nr. 1716.

Zie ook Kamervragen Dhr. Koenders en Dhr. Hoekema, 28 november 2001, nr. 423.

'Nederlandse bedrijven in Indonesië massaal schuldig aan corruptie', Het Financieel Dagblad, 18 juni jl.

De bedrijven genoemd in het artikel 'Oliemaatschappij schendt in Soedan mensenrechten', De Volkskrant, 18 juni jl. en het artikel 'Nederlandse bedrijven in Indonesië massaal schuldig aan corruptie', Het Financieel Dagblad, 18 juni jl.

De bedrijven genoemd in het artikel 'Oliemaatschappij schendt in Soedan mensenrechten', De Volkskrant, 18 juni jl. en het artikel 'Nederlandse bedrijven in Indonesië massaal schuldig aan corruptie', Het Financieel Dagblad, 18 juni jl.


Kenmerk DAF 536

Blad /7

===