European Commission

MEMO/02/145

Brussel, 19 juni 2002

Afloop van het Verdrag betreffende de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS): een overzicht

De EGKS in een notendop

Het Verdrag betreffende de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werd op 18 april 1951 in Parijs ondertekend door België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland. Het verstrijkt op 23 juli 2002, 50 jaar na de inwerkingtreding ervan. De EGKS-lidstaten beloofden plechtig hun kolen- en staalressources samen te voegen door te zorgen voor een geünificeerde markt voor hun kolen- en staalproducten, restricties op import en export op te heffen, en te helpen bij het creëren van een binnenmarkt voor kolen en staal.

De vroege naoorlogse uitdaging waarvoor West-Europa stond was een kader te vinden voor economisch en industrieel herstel dat oude rivaliteiten niet zou doen herleven maar in plaats daarvan de basis voor permanente vrede zou leggen.

De blauwdruk die de EGKS voor een internationale organisatie leverde zou model staan voor de Europese Gemeenschap (nu Unie), die in 1957 werd gecreëerd. De Hoge Autoriteit, Raad van Ministers, Vergadering en Hof van Justitie ervan waren de voorbode van de instellingen van vandaag en stelden veel van de nu vertrouwde principes in die in verband worden gebracht met de "communautaire methode".

De kolen- en staalindustrie waren de kern van dit "voorproefje van Europa" omdat zij traditioneel de hoofdmotor waren van de nationale oorlogsmachines. De EGKS bevorderde het opknappen van deze industrieën en hielp succesvol bij het beheren van de aanpassing ervan aan de vele veranderingen in de technologieën, markten en maatschappij gedurende de laatste 50 jaar.

De uitvoerende negen leden tellende Hoge Autoriteit werd verkozen door de regeringen van de lidstaten. Haar onafhankelijkheid werd gewaarborgd door te zorgen voor een eigen bron van inkomsten. De institutionele structuur van de EGKS omvatte ook de Raad van Ministers en een indirect verkozen Parlementaire Vergadering. De EGKS-instellingen gingen in 1967 op in de instellingen van de Europese Gemeenschap en EURATOM. Het Raadgevend Comité van de EGKS en meerdere adviesinstanties zorgden voor een institutioneel forum voor sociale dialoog; hun taak wordt overgenomen door het Europees Economisch en Sociaal Comité.

In economisch opzicht boekte de Gemeenschap voor Kolen en Staal vroeg succes; tussen 1952 en 1960 steeg de ijzer- en staalproductie met 75% in de EGKS-naties, en steeg de industriële productie met 58%. Toen de concurrentiepositie van de Europese kolenindustrie in gevaar kwam door de beschikbaarheid van andere brandstoffen en geïmporteerde kolen na 1959, hielp de EGKS bij het verminderen van de capaciteit voor kolenproductie en stelde zij programma's beschikbaar die gericht waren op het herscholen van mijnwerkers en ontwikkelen van nieuwe industrieën.

Wat zijn de belangrijkste waarden die door de EGKS werden bevorderd?

De EGKS bevorderde vrede en verzoening op het door de oorlog verscheurde Europese continent, door twee industrieën samen te brengen die tot dan toe het militaire elan van de Europese naties hadden gevoed: kolen en staal. Dit was in het bijzonder waar over de Frans-Duitse grens, waar legers slaags waren geraakt over de controle van deze sleutelsectoren die bloeiden in het Ruhrgebied, Saarland en Lotharingen. De grondgedachte van de founding fathers van de EGKS was de politieke integratie te bevorderen door te starten met geleidelijke economische integratie, stap voor stap. Dit leidde uiteindelijk tot de instelling van de Europese Gemeenschap (Verdrag van Rome, 1957) en tot de Europese Unie (Verdrag van Maastricht, 1992).

De gestructureerde dialoog speelde een sleutelrol binnen de EGKS. Deze dialoog kreeg een institutioneel forum, het Raadgevend Comité van de EGKS, dat vertegenwoordigers van de producenten, werknemers alsook verbruikers en handelaars uit zowel de sector staal als de sector kolen samenbracht. Het comité werd geraadpleegd over alle aspecten van het industriële beleid, inclusief onderzoeks- en concurrentiekwesties. Het comité is de enige EGKS-instelling die vandaag nog bestaat. Na het verstrijken van het EGKS-Verdrag zal het bevoegdheidsgebied van het Europees Economisch en Sociaal Comité zich uitbreiden tot de sectoren kolen en staal. Op verzoek van het Raadgevend Comité richtte de Hoge Autoriteit twee gemengde comités op voor de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden in de kolen- en staalindustrie, het oudste voorbeeld van Europese sociale dialoog. In deze organen heeft de samenwerking tussen de sociale partners geholpen bij het anticiperen op en oplossen van problemen en vinden van de beste praktijken om het concurrentievermogen en de inzetbaarheid van de werknemers in stand te houden.

De kolen- en staalsector vandaag

Het Europese staal vandaag is beter, goedkoper en schoner. Het staalonderzoek van de EU is gericht op het verder verbeteren van de staalproducten en -productieprocessen, en het aanpakken van de sociale en duurzaamheidsdimensie. Gezondheid, veiligheid op het werk en kwaliteit zijn hoogst relevante prioriteiten. Benadrukt mag worden dat de gemiddelde kwaliteit van het Europese staal en de staalproductietechnologieën zeer hoog is en er op internationaal niveau in zeker opzicht bovenuit steekt.

De Europese kolensector heeft indrukwekkende vooruitgang gemaakt op het gebied van mijnbouwtechnieken, veiligheid en gezondheid van de werknemers en milieuprestaties in verband met de productie en het gebruik van kolen, zowel op het stuk van de productie van cokes voor de staalindustrie als wat betreft de elektriciteitsproductie (schone kolentechnologie).

De bedrijfstak wordt gedwongen herstructureringsprocessen te ondernemen omdat de mijnbouwactiviteiten geconfronteerd worden met een steeds toenemende achteruitgang van de geologische omstandigheden vanwege de grote diepte van de Europese kolenmijnen.

Een communautaire basis van inheemse kolenproductie kan bijdragen tot het creëren van een deel van de interne primaire energievoorraden van de EU. Dit zou op zijn beurt moeten leiden tot zekerheid van de energievoorziening in Europa. Een nieuwe verordening van de Raad betreffende staatssteun voor de kolenindustrie treedt in werking na het verstrijken van het EGKS-Verdrag.

De komende uitbreiding van de EU zal veranderingen met zich meebrengen, met name voor de kolensector. De resultaten van het EGKS-systeem kunnen nogmaals een bruikbare voorbeeldfunctie hebben.

Werkgelegenheid (ontwikkeling van de twee sectoren)

1953 1973 1992 2001

(EUR-6) (EUR-9) (EUR-12) (EUR-15)

Kolen

955 300 628 100 215 356 87 800

Staal

410 397 774 885 368 900 276 700

Productie van staal en kolen (ontwikkeling in de twee sectoren) (= miljoen t)

1953 1973 1992 2001

(EUR-6) (EUR-9) (EUR-12) (EUR-15)

Kolen

248.3 270.0 183.4 82.0

Ruw staal

39.8 150.8 132.1 159.0

Achtergrond
Wat zijn de belangrijkste successen van de EGKS?

Industrieel beleid

Op grond van het EGKS-Verdrag diende de Hoge Autoriteit ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, gebaseerd op een gemeenschappelijke markt, gemeenschappelijke doelstellingen en gemeenschappelijke instellingen, werden bereikt. Het streefdoel om een echte interne markt te creëren vereiste de opheffing van alle interne douanerechten op kolen en staal. De Hoge Autoriteit kon bindende "beschikkingen", "aanbevelingen" (bindend ten aanzien van de resultaten, niet ten aanzien van de middelen) en "adviezen" (geen bindende kracht) uitvaardigen. Bij een "manifeste crisis" kon de Raad van Ministers ingrijpen met uitgebreide bevoegdheden.

Het industriële beleid van de EGKS was gebaseerd op controle en toezicht op investeringen en staatssteun. Het Verdrag stond geen gebruik van staatssteun toe. Maar de crisis in de kolensector die begon aan het eind van de jaren 1950 en verdere crisissen in de staalsector leidden ertoe dat de Hoge Autoriteit productiequota's voorstelde. De Hoge Autoriteit werd overstemd door de lidstaten, die beslisten dat enige staatssteun nodig was, goed te keuren bij beschikkingen op basis van artikel 95 van het Verdrag.

Vandaag, na een periode van pijnlijke herstructureringen, is de Europese staalindustrie teruggekeerd tot de oorspronkelijke strikte staatssteundiscipline. De Europese kolenindustrie daarentegen heeft nog steeds in zekere mate staatssubsidies nodig. De Raad van de Unie en het Europees Parlement hebben de Commissievoorstellen gesteund op grond waarvan het in stand houden van een redelijk niveau van binnenlandse kolenproductie zal bijdragen aan de zekerheid van de energievoorziening.

Maar dank zij de inspanningen van de EGKS blijft de Europese industrie leider op het gebied van mijnbouwtechnologie en schone kolenverbranding, met aanzienlijke spin-offs voor andere bedrijfstakken.

Financiële middelen

Het EGKS-Verdrag bepaalde dat het beleid van de Gemeenschap gefinancierd moest worden uit eigen middelen, d.w.z. uit een heffing op de kolen- en staalproductie, en niet uit bijdragen van de lidstaten. De heffing verschafte de Gemeenschap een onafhankelijke bron van financiering en legde de basis voor een actief beleid op het gebied van leningen en investeringen. Het totale bedrag van door de EGKS toegekende leningen was 13 miljard.

Sociaal beleid

Met de verhevigende crisis in zowel de kolen- als de staalindustrie werden de EGKS-systemen voor sociaal crisisbeheer steeds belangrijker in verband met marktregulerende mechanismen. De meest voorkomende instrumenten voor heraanpassingssteun omvatten: vervroegd pensioen en tijdelijke uitkeringen; compensatie voor inkomensderving (loon- en salaristoeslagen); financiële steun om compensatiebetalingen voor geografische mobiliteit te stimuleren; opleidingstoelagen voor werknemers en terugbetaling aan bedrijven van de kosten van het organiseren van herscholing; vergoedingen voor werktijdverkorting.

In totaal hebben meer dan 1,7 miljoen werknemers van EKGS-heraanpassingssteun geprofiteerd.

Huisvestingsprogramma's

Tot 1997 implementeerde de EGKS succesvolle leningsprogramma's voor de verbetering van de huisvesting van de werknemers. Met de jaren profiteerden ongeveer 220.000 huisvestingseenheden van het programma. De meeste kolen- en staalondernemingen zorgden traditioneel voor huisvesting voor hun werknemers. Dankzij het EGKS-programma was het mogelijk de kwaliteit van de huisvesting zelfs in de sterk door de herstructurering getroffen regio's te verbeteren. Het huisvestingsprogramma droeg zo bij tot het sociaal verzachten van de herstructureringsprogramma's en tot de economische herontwikkeling van vroegere kolen- en staalregio's.

De Paul Finet-Stichting

Naast zijn voortdurende opdracht om bescherming te bieden aan werknemers richtte de EGKS een fonds op om de kinderen van slachtoffers van ernstige ongevallen in de kolen- en staalindustrie te helpen met een programma van studiebeurzen.

Netwerken

Ingevolge de tenuitvoerlegging van de communautaire initiatieven RECHAR en RESIDER, medegefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, werden netwerken opgezet van kolenregio's en
-gemeenschappen aan de ene kant (EUR-ACOM) en staalregio's en
-gemeenschappen aan de andere kant (CASTer).
Deze netwerken trachten het gemeenschappelijk industrieel en cultureel erfgoed van de betrokken regio's te beschermen. Belangrijkste uitdagingen voor de toekomst

Na het verstrijken van het EGKS-Verdrag

Ingevolge het aan het Verdrag van Nice gehechte protocol dragen de lidstaten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal de activa en passiva van de EGKS over aan de Europese Unie. De nettowaarde van deze activa, zoals deze voorkomen op de balans van de EGKS per 23 juli 2002, wordt toegewezen aan het nieuwe "Fonds voor Onderzoek inzake kolen en staal".

Het totale fonds zal 1,6 miljard bedragen op de datum van het verstrijken van het Verdrag. De jaarlijkse interesten op dit bedrag zullen op 60 miljoen komen. 72,8% zal besteed worden aan staalonderzoek, terwijl 26,2% naar kolenonderzoek zal gaan. Staalonderzoek zal dan ook meer dan 43 miljoen ontvangen in 2003 en 2004.

Het post-EGKS-programma zal in overeenstemming zijn met de wetenschappelijke, technologische en politieke doelstellingen van de Europese Unie, en zal de activiteiten aanvullen die worden uitgevoerd in de lidstaten en binnen het bestaande kaderprogramma voor onderzoek van de EU. Coördinatie, complementariteit en synergie tussen deze programma's zullen worden gestimuleerd, alsook de uitwisseling van informatie tussen onder dit programma en onder het kaderprogramma gefinancierde projecten.
De Commissie zal zich ook blijven inzetten voor:

Industriële verandering en uitbreiding

De verordening van de Raad betreffende staatssteun aan de kolenindustrie draagt bij aan de herstructurering van deze industrie, rekening houdend met de sociale en regionale aspecten van de herstructurering van de sector en de noodzaak om bij wijze van voorzorgsmaatregel een minimale hoeveelheid inheemse kolenproductie in stand te houden teneinde toegang tot reserves te garanderen. Om het industriële concurrentievermogen en de industriële verandering - voor zover deze van belang zijn voor de kolen- en staalindustrie - te bevorderen zal de Commissie nauwlettend toezien op de situatie van de sector in de kandidaat-lidstaten, teneinde levensvatbare en duurzame herstructureringsprocessen te verzekeren en de obstakels weg te nemen voor de opname ervan in het industrieel beleid van de EU na de uitbreiding.

Milieubeleid en duurzame ontwikkeling

Een belangrijke uitdaging is de uitvoering van het milieuactieprogramma van de EU, bijvoorbeeld diverse nieuwe beleidsmaatregelen op het gebied van schone lucht en milieubeschermingsprojecten die ook van belang zijn voor de kolen- en staalindustrie. Te behandelen kwesties zijn onder meer:
* Energiebeleid: de Commissie zal een witboek indienen over de zekerheid van de energievoorziening; het witboek en het vervolgens plaatsvindende politieke debat zullen in het bijzonder van invloed zijn op kolen, als bron van energie, en staal, als energie-intensieve industrie.

* Algemene energiebeleidsinitiatieven van de EU, inclusief: de follow-up van het meerjarenkaderprogramma voor energiemaatregelen (dat verstrijkt in 2002); de vaststelling van nieuwe gemeenschappelijke energiedoelstellingen; en het debat over het overdragen van verantwoordelijkheid op het gebied van energie aan de EU met de opname van een energiehoofdstuk in het EU-Verdrag.

Handelbeleid:

Dit betreft de pretoetredings-Europa-akkoorden, associatieakkoorden en andere handelsakkoorden van de EU, voor zover deze betrekking hebben op de kolen- en staalindustrie, maar ook de
handelsbeschermingsmaatregelen met betrekking tot de kolen- en staalindustrie, bijvoorbeeld om door andere landen opgelegde invoerbeperkingen te vergelden. De Commissie zal zich ook bezighouden met de kolen- en staalaspecten van het standpunt van de EU met betrekking tot de komende onderhandelingsronden van de Wereldhandelsorganisatie.

Voor verdere informatie:

http://europa.eu.int/ecsc/index.htm