Landelijke Huisartsen Vereniging
Uitleg en nieuwe berekening van de 'ANW-deal'
Er blijken veel vragen te bestaan over de bereikte overeenstemming
tussen ZN, VWS en LHV over de betaling van de ANW-inzet van de
huisartsen. De aard van de vragen leidt tot de conclusie dat uitleg
over de wijze van tariefberekening zinnig is, zowel voor de
ziekenfonds- als particuliere betalingen.
Startpunt hierbij vormt de som van de parktijkkosten en het
norminkomen. Deze wordt gedeeld door een zogenaamde
'rekennormpraktijk', hetgeen leidt tot het basistarief. De
rekennormpraktijk voor de ziekenfondssector is ÈÈn op ÈÈn, namelijk de
normpraktijk van 2.350 patiÎnten. De rekennormpraktijk voor de
particuliere sector is ingewikkelder, omdat daar een
verrichtingensysteem geldt en naar een normpraktijk in verrichtingen
moet worden gerekend. Deze normpraktijk wordt uitgedrukt in zogenaamde
'consulteenheden' en bedraagt 8.707. De wijze van berekenen is als
volgt:
Aantal patiÎnten normpraktijk
2.350
Gemiddeld aantal contacten per patiÎnt
3,07
Totaal aantal contacten
7.211
Aandeel consulten
70%
5.048
Aandeel visites (1,5)
30%
3.245
8.293
Aantal consulten irregulier
5%
415
8.707
In formule ziet het tarief er als volgt uit:
(norminkomen + normkosten) : rekennormpraktijk = tarief
Omdat het aanvangstijdstip voor de start van de ANW-periode is vervroegd van 20.00 uur naar 18.00 uur heeft ook aanpassing plaatsgevonden van het aantal irreguliere eenheden van 415 naar 480. In het aangenomen aantal irreguliere consulteenheden is de extra vergoeding voorzien voor de contacten die in de ANW-periode plaatsvinden tegen een hoger tarief. Met andere woorden: de omrekening van de werkelijke aantallen contacten (7.211) naar consulteenheden (8.707) heeft alles te maken met de hogere tarieven. In feite hebben we hiermee alle ingrediÎnten die nodig zijn om de normatieve berekening van de tarieven te maken.
Ziekenfonds
norminkomen
normkosten
totaal
rekennormpraktijk
abonnement
Ä 92.482,-
Ä 83.309,-
Ä 175.791,-
2.350
Ä 74,80
Particulier
norminkomen
normkosten
totaal
rekennormpraktijk
consulttarief
Ä 92.482,-
Ä 94.185,-
Ä 186.667,-
8.707
Ä 21,44 (los van nacalculaties)
Per 1 januari 2002 (ziekenfonds)
Per 1 januari 2002 (of voor huisartsen die niet verbonden zijn aan een huisartsendienstenstructuur per 1 april 2002) is voor de ANW-betaling in de ziekenfondssfeer een nieuw systeem gestart. Vanaf genoemde datum wordt per consult in ANW-uren een bedrag van Ä 20,- gehanteerd. Tegelijkertijd is - onder de aanname dat de twee periodieken in het norminkomen als vergoeding voor ANW zijn besloten - het norminkomen verlaagd met Ä 5.640,- (dit is Ä 2,40 op het abonnement). Dit heeft het volgende resultaat in een normpraktijk van 100% ziekenfondspatiÎnten (aangenomen dat ook in de ziekenfondsomgeving het aantal consulteenheden circa 480 is):
als minpost
2.350 x Ä 2,40
Ä 5.640,-
als pluspost
480 x Ä 20,-
Ä 9.600,-
SALDO
Ä 3.960,-
(É 8.727,-)
Als we in plaats van een 100% ziekenfondspraktijk uitgaan van een
praktijk met 65% ziekenfondspatiÎnten, ziet het plaatje er als volgt
uit:
als minpost
65% x 2.350 x Ä 2,40
Ä 3.666,-
als pluspost
65% x 480 x Ä 20,-
Ä 6.240,-
SALDO
Ä 2.574,-
(É 5.672,-)
Per 1 juli 2002 (ziekenfonds en particulier)
Ziekenfonds
Per 1 juli 2002 wijzigt de systematiek voor de betaling van ANW-werk
in een uurvergoeding van Ä 45,- en vervalt het systeem zoals hiervoor
is aangegeven. Wat zijn hiervan de effecten ten opzichte van 1 januari
2002 voor de ziekenfondssector als we uitgaan van 300 uur ANW als het
gemiddelde?
100% ziekenfonds
als minpost
Ä 3.960,-
(É 8.727,-)
als pluspost
300 x Ä 45,-
Ä 13.500,-
(É 29.750,-)
SALDO
Ä 9.540,-
(É 21.023,-)
65% ziekenfonds
als minpost
Ä 2.574,-
(É 5.672,-)
als pluspost
65% x 300 x Ä 45,-
Ä 8.775,-
(É 19.337,-)
SALDO
Ä 6.201,-
(É 13.665,-)
Particulier
Wat betekent de wijziging voor de particuliere sfeer, waarbij bekend
is dat de maatregel per 1 januari 2002 zich beperkte tot de
ziekenfondssector.
Ook voor de particuliere sfeer is het uitgangspunt dat er in het
norminkomen reeds twee periodieken zijn opgenomen als vergoeding voor
het ANW-werk. Dit gaat dan net als in de ziekenfondssfeer om Ä 5.640,-
(2.350 x Ä 2,40). In het particuliere systeem wordt deze vergoeding
geacht te zitten in de ANW-productie, ingeschat op 480
consulteenheden. Dit zou per consult neerkomen op Ä 11,75. Feitelijk
zouden op basis van dit uitgangspunt de volgende effecten kunnen
worden aangegeven voor particulieren.
100% particulier
als minpost
480 x Ä 11,75
Ä 5.640,-
(É 12.429,-)
als pluspost
300 x Ä 45,-
Ä 13.500,-
(É 29.750,-)
SALDO
Ä 7.860,-
(É 17.321,-)
35% particulier
als minpost
35% x 480 x Ä 11,75
Ä 1.974,-
(É 4.350,-)
als pluspost
35% x 300 x Ä 45,-
Ä 4.725,-
(É 10.412,-)
SALDO
Ä 2.751,-
(É 6.062,-)
Gemengde praktijk
Als we nu kijken naar de gemengde praktijk en de effecten van de
maatregelen ten opzichte van 2001, dan ziet de optelsom er als volgt
uit.
65% ziekenfonds - 35% particulier
als minpost
Ä 4.548,-
(É 10.022,-)
als pluspost
Ä 13.500,-
(É 29.750,-)
SALDO
Ä 8.952,-
(É 19.728,-)
Voor de particuliere sfeer betekent de operatie dat er een paar compensatiemaatregelen voor de dagzorg moeten worden uitgevoerd te vermijding van onbeoogde schade. Feitelijk moet de rekennorm en het norminkomen opnieuw worden vastgesteld onder de aanname dat 5% (plus effect aanvangstijdstip ANW) van de contacten in ANW plaatsvinden.
Aantal patiÎnten normpraktijk
2.350
Gemiddeld aantal contacten per patiÎnt
3,07
Totaal aantal contacten
7.211
Aandeel consulten
70%
5.048
Aandeel visites (1,5)
30%
3.245
8.293
Gecorrigeerd voor 5% ANW (plus correctie vervroegen aanvang)
5%
480
7.813
Het consulttarief voor de dagzorg kan nu als volgt worden herberekend:
Particulier
norminkomen
normkosten
rekennormpraktijk
consulttarief
Ä 86.842,-
Ä 94.185,-
7.813
Ä 23,17
Ä 5.640,- (correctie ANW)
Ä 92.482,-
Zoals u ziet betreft de correctie van de rekennorm twee keer 5%. Dat
is ook logisch omdat de bijtelling juist dat tariefdeel in ANW betrof
dat uitsteeg boven het basistarief. Vervolgens moet de rekennorm
verder worden gecorrigeerd, omdat ook het basistarief als declarabel
voor de huisartsen verdwijnt. Daarmee wordt de rekennorm verlaagd van
8.707 consulteenheden naar 7.813 consulteenheden.
Voor de goede orde zij nogmaals gezegd, dat ZN in ieder geval
onderschrijft dat onbeoogde effecten moeten worden vermeden of worden
gecorrigeerd. Naar onze mening moet dat op basis van de bestendige
WTG-systematieken en dat is conform bovenstaand model.