Katholieke Universiteit Nijmegen
Jaarlijkse Instroommonitor IOWO wijst uit:
Eerste lichting vwo-ers ´nieuwe stijl´ over het algemeen tevredener
over aansluiting met universiteit dan vwo-ers ´oude stijl´
Universiteitsstudenten die de vernieuwde tweede fase vwo hebben
gevolgd, zijn over het algemeen tevredener over de aansluiting tussen
vwo en propedeuse dan hun collega´s vwo-oude stijl. Dat geldt voor
diverse vaardigheden in de opleiding, zoals het zelfstandig aanpakken
van studietaken, het plannen van studietaken en communicatieve, ICT-
en basale onderzoeksvaardigheden.
Over de aansluiting van de inhoud van de vakken op het vwo zijn de
nieuwe-stijlers minder tevreden dan de oude-stijlers. Dit geldt vooral
voor de studenten in de universitaire sectoren ´Techniek´ en ´Natuur´.
Dit blijkt uit de zesde Instroommonitor van het IOWO, adviseurs voor
onderwijs beleid en organisatie, verbonden aan de Katholieke
Universiteit Nijmegen. De Instroommonitor is een grootschalig,
landelijk vragenlijstonderzoek, jaarlijks uitgevoerd onder alle
eerstejaarsstudenten die rechtstreeks afkomstig zijn uit het vwo (ruim
18.000). Deze gegevens zijn afkomstig van eerstejaarsstudenten in het
afgelopen studiejaar 2001-2002. Van deze respondenten heeft 19% een
vwo-programma nieuwe stijl gevolgd.
Onderzoek vernieuwingen vwo
In de jaarlijkse Instroommonitor worden eerstejaars universitaire
studenten uitgebreid ondervraagd over hun studie- en instellingskeuze
en de factoren die hun keuze hebben beïnvloed. Ieder jaar neemt
ongeveer de helft van de studenten deel aan het onderzoek (dit jaar
48%).
Gedurende de jaren waarin het vwo de overstap maakt naar de vernieuwde
tweede fase (o.a. studiehuis), wordt de eerstejaars ook gevraagd om de
aansluiting van de universiteit op hun vooropleiding te beoordelen.
Daarbij worden zes verschillende aansluitingsaspecten onderscheiden:
- De inhoud van de vakken (vereiste kennis en inzicht);
- Zelfstandig kunnen aanpakken van studietaken;
- Het kunnen plannen van studietaken;
- Communicatieve vaardigheden (verslagen schrijven, mondeling
presenteren, samenwerken);
- ICT- of computervaardigheden;
- Basale onderzoeksvaardigheden (vragen formuleren, informatie
verzamelen, conclusies trekken en presenteren).
Vaardigheden en vakinhoud
De nieuwe-stijlers in alle WO-sectoren vinden de aansluiting - met
uitzondering van de vakinhouden - over vrijwel de hele linie beter dan
de oude-stijlers. Dit is in overeenstemming met één van de doelen van
de vernieuwingen in het vwo: meer aandacht voor vaardigheden.
Vwo-geslaagden nieuwe stijl in de universitaire sectoren ´Techniek´ of
´Natuur´, zijn minder tevreden over de aansluiting van de vakinhouden
tussen vwo en WO dan studenten met een vwo-diploma oude stijl. Dit
geldt zowel voor wie met het vwo-profiel ´Natuur & techniek´ als voor
wie met het profiel ´Natuur & gezondheid´ aan deze studies begint. Ook
in de universitaire sectoren ´Economie´ en ´Gedrag en maatschappij´
zijn vwo-ers nieuwe stijl minder tevreden over de aansluiting van de
vakinhoud dan de vwo-ers oude stijl. Bij de vwo-ers die een opleiding
´Gezondheid´, ´Recht´ of ´Taal en cultuur´ hebben gekozen, zijn geen
significante verschillen te vinden in de tevredenheid over vakinhoud
tussen de ´oude stijlers´ en ´nieuwe stijlers´.
Vrouwen tevredener over aansluiting dan mannen
Zowel voor de vwo-ers oude stijl als voor de vwo-ers nieuwe stijl
geldt dat vrouwen over het algemeen tevredener zijn over de
aansluiting van de universiteit op het vwo, dan mannen. Dit geldt voor
alle aansluitingsaspecten, behalve de aansluiting op het gebied van
ICT-vaardigheden. Daar zijn mannen tevredener over dan vrouwen. Dat
neemt niet weg dat ook onder vrouwen de nieuwe-stijlers minder
tevreden zijn dan de oude-stijlers over de aansluiting van de
vakinhoud, en meer tevreden over de aansluiting van de diverse
vaardigheden.
Kanttekeningen
Een belangrijke kanttekening bij deze onderzoeksresultaten is, dat ze
gebaseerd zijn op de oordelen van de studenten zelf. Het wachten is
nog op een andere toets voor het succes van de vernieuwingen: de
vergelijking van de daadwerkelijke prestaties van de oude- en
nieuwe-stijlers op de universiteit.
Nadrukkelijk zij ook vermeld dat wanneer onderzoeksresultaten aangeven
dat bepaalde groepen studenten ´minder tevreden´ zijn over bepaalde
aansluitingsaspecten dan andere groepen, dit nog niet wil zeggen dat
zij ´ontevreden´ zijn. Zo geldt bijvoorbeeld dat van de vwo-ers nieuwe
stijl nog steeds 49% de aansluiting van de vakinhoud ´goed´ tot ´zeer
goed´ noemt, tegen 58% van de oude-stijlers (het ´slecht´ of ´zeer
slecht´ werd uitgesproken door 22% van de nieuwe-stijlers en 15% van
de oude-stijlers).
19-6-2002