Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA. 2002/1958
datum
18-06-2002
onderwerp
Klassieke Varkenspest
TRC 2002/5442
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door het lid Van Velzen (SP) over het toepassen van een markervaccin in plaats van ruimingen bij uitbraken van klassieke varkenspest.
datum
18-06-2002
kenmerk
VVA. 2002/1958
bijlage
1
Klassieke Varkenspest in Europa
Klassieke Varkenspest komt in Europa op een groot aantal plaatsen voor
onder wilde zwijnen en is daar min of meer endemisch. Belangrijkste
reservoir voor het virus zijn de wilde zwijnenpopulaties in een aantal
deelstaten van Duitsland (o.a. Rheinland-Pfalz, Nordhrein-Westfalen en
Mecklenburg-Vorpommern). De ziekte komt hier vanaf het begin van de
jaren 90 van de vorige eeuw voor. In Duitsland komen dan ook geregeld
besmettingen bij gehouden varkens voor. Einde 2001 kwam een besmetting
met Klassieke Varkenspest in Spanje aan het licht. In hetzelfde gebied
(de provincie Barcelona in Cataluna) deden zich ook in de eerste helft
van dit jaar een aantal besmettingen voor.
In februari van dit jaar bleek ook in Luxemburg een bedrijf besmet te
zijn. Tot nu toe zijn daar 6 besmettingen geconstateerd. Eind april is
een besmet bedrijf in Frankrijk (het gebied Moselle) gevonden. Tot nu
toe is het bij deze ene besmetting gebleven. Ten slotte komen in
Italië (op Sardinië) zowel Klassieke Varkenspest als Afrikaanse
Varkenspest endemisch voor.
Omdat de ziekte zich voor een deel in naburige landen manifesteert, is
het ministerie zeer alert en zijn maatregelen getroffen om insleep te
voorkomen.
Maatregelen ter voorkoming
Op Europees niveau zijn de volgende maatregelen genomen om
verspreiding van Klassieke Varkenspest te voorkomen:
Spanje (sinds 7 december 2001)
* Exportverbod voor varkens, sperma, embryo's of eicellen uit de
betreffende gebieden in Cataluna.
Duitsland (sinds 18 april 2002).
* Exportverbod voor varkens, sperma, embryo's of eicellen uit
Rheinland-Pfaltz.
Frankrijk (sinds 23 april 2002)
* Exportverbod van varkens, sperma, embryo's of eicellen uit de
gebieden Moselle en Meurthe-et-Moselle.
Luxemburg (sinds 21 februari 2002)
* Diverse export- en doorvoerverboden. Op dit moment geldt een
exportverbod van varkens, sperma, embryo's of eicellen uit geheel
Luxemburg.
Varkenspest bij wilde zwijnen
* Voor gebieden waar varkenspest bij wilde zwijnen voorkomt gelden
standaard extra maatregelen, onder andere de afbakening van het
gebied en het opstellen van uitroeiingsprogramma's (de
uitroeiingsprogramma's van onder andere Duitsland en Luxemburg
zijn in februari door de EU goedgekeurd). Voor reguliere bedrijven
in deze gebieden gelden strikte regels om het contact tussen vee
en wilde zwijnen te voorkomen. Aan- en afvoer van dieren is alleen
met ontheffing toegestaan. Export van varkens is verboden.
In verband met de verspreiding van varkenspest bij wilde zwijnen
vanuit Duitsland naar Luxemburg en een deel van Frankrijk heeft de
Europese Commissie met ingang van 8 mei nog extra maatregelen genomen:
* Export van varkens, sperma, embryo's en eicellen uit een gebied
bestaande uit aansluitende delen van Frankrijk, Duitsland en heel
Luxemburg is verboden.
* Transport van varkens door het gebied mag slechts via de
hoofdwegen en per trein plaats vinden. Stoppen is verboden.
* Export uit de rest van Frankrijk, Duitsland en Luxemburg mag
slechts met een certificaat waarin aangegeven wordt dat de zending
voldoet aan de beschikking.
* Vervoer van varkens binnen het gebied, tussen de verschillende
lidstaten, mag slechts onder zeer strikte voorwaarden.
* Vervoer van varkens uit het gebied binnen dezelfde lidstaat mag
slechts onder zeer strikte voorwaarden.
Daarnaast heeft Nederland direct na de melding van een uitbraak van
varkenspest in een land, voor de verschillende landen, nationaal een
aantal extra maatregelen genomen.
* Extra reinigings- en ontsmettingsmaatregelen voor terugkerende
veewagens uit Frankrijk, België, Luxemburg, Duitsland, Italië en
Spanje. Op basis van dit regime moeten veewagens die vanuit deze
landen in Nederland worden gebracht na binnenkomst in Nederland
worden gereinigd en ontsmet op een erkende wasplaats, ongeacht of
de vervoermiddelen al in de lidstaat van herkomst waren gereinigd
en ontsmet.
* 100% bestemmingscontrole van geïmporteerde varkens uit de
betreffende gebieden. Op het moment dat een uitbraak werd gemeld,
zijn met terugwerkende kracht tot een maand voor de uitbraak alle
varkenstransporten uit de betreffende gebieden gecontroleerd. Uit
Luxemburg en de besmette gebieden in Frankrijk en Duitsland bleek
er geen transport van varkens te hebben plaatsgevonden. Export uit
heel Luxemburg is op dit moment op basis van EU-regels verboden.
Voor Spanje blijft de bestemmingscontrole van kracht.
* Op de LNV-website is de reizigersbrochure weer onder de aandacht
gebracht.
* Alle geschoten wilde zwijnen in het grensgebied
Nederland/Duitsland worden onderzocht op varkenspest.
* Het bedrijfsleven is steeds op de hoogte gebracht van de
maatregelen en verzocht om deze strikt na te leven.
2
De nieuwe richtlijn met betrekking tot de bestrijding van varkenspest
(2001/89/EG), die door de lidstaten uiterlijk per 1 november van dit
jaar geïmplementeerd moet zijn, geeft de mogelijkheid om, na een
bevestigde uitbraak, ten behoeve van noodvaccinatie gebruik te maken
van een markervaccin. Het preventief gebruik van vaccins is, net als
bij mond- en klauwzeer, ook op basis van de nieuwe richtlijn nog
verboden.
Op basis van de vaccinatieparagraaf kan een lidstaat bij een
bevestigde uitbraak in die lidstaat voor een aantal vormen van
noodvaccinatie kiezen:
1. De lidstaat kan noodvaccinatie inzetten na melding aan de Europese
Commissie, zonder goedkeuring van het vaccinatieprogramma af te
wachten. Alle gevaccineerde varkens moeten dan, zo snel mogelijk
na voltooiing van de vaccinatie worden geslacht (kruismerkvlees
met speciale behandeling) of gedood (destructie).
2. De lidstaat kan noodvaccinatie inzetten na instemming met het
vaccinatieprogramma door het PVC. Er mogen dan gedurende het
vaccineren en 6 maanden daarna geen levende dieren uit het
vaccinatiegebied worden afgevoerd (tenzij naar het slachthuis
(dubbel behandeld vlees) of de destructor). Biggen van
gevaccineerde zeugen kunnen gedurende de genoemde 6 maanden wel
afgevoerd worden naar bedrijven als ze serologisch negatief zijn.
3. De lidstaat kan een noodvaccinatie inzetten na toestemming van het
vaccinatieprogramma door het PVC en daarbij gebruik maken van het
markervaccin. Onder voorwaarden van vooroverleg PVC, het
overleggen van het vaccinatieplan en een epidemiologische studie
kan worden afgeweken van de 6 maanden termijn, vooral met
betrekking tot het kruismerkvlees met speciale behandeling.
In alle gevallen zal het inzetten van vaccinatie wel degelijk invloed
hebben op de exportmogelijkheden. Zelfs als gebruik wordt gemaakt van
het markervaccin en de lidstaten er mee instemmen dat afgeweken wordt
van de 6 maanden termijn met betrekking tot de intracommunautaire
verhandeling van producten blijft de reactie van handelspartijen
onzeker.
Er zijn geen wijzigingen in de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren
nodig om het gebruik van noodvaccinatie tegen Klassieke Varkenspest
mogelijk te maken. De RVV zal in het uitvoeringsdraaiboek, dat naar
aanleiding van de epidemie in 1997/1998 totaal herzien is en in
september 2000 is vastgesteld, de mogelijkheid van noodvaccinatie met
een markervaccin opnemen en deze technisch voorbereiden.
3
Ja.
4
De bestrijding van Klassieke Varkenspest is gebaseerd op het principe
van ruimen van besmette bedrijven. Het is dan ook op basis van de
richtlijn verplicht een besmet bedrijf (en elk bedrijf waar zich een
besmet dier bevindt is een besmet bedrijf) te ruimen. Besmettingen
moeten dan ook zoveel mogelijk worden voorkomen. Om een verspreiding
van de besmetting te voorkomen kan in bepaalde gevallen voor dat doel
een markervaccin uitstekend worden ingezet. In andere gevallen zal,
omdat een markervaccin niet direct bescherming biedt, het instrument
preventieve ruiming ingezet moeten worden. Deze problematiek wordt
thans nog op zijn veterinair epidemiologische merites beoordeeld. Een
en ander laat overigens onverlet dat in alle gevallen afhankelijk van
de situatie ter plekke op dat moment de afweging moet worden gemaakt.
Daarnaast heeft ook noodvaccinatie met een markervaccin gevolgen voor
het gevaccineerde gebied ten aanzien van transport, het merken van
vlees, en de bestemming van vlees. Tenslotte moet voorafgaand aan
inzet van het markervaccin het vaccinatieplan goedgekeurd zijn.
Complicerende factor daarbij is dat beschikking 2002/106/EG (het
'diagnosehandboek Klassieke Varkenspest') stelt dat er op dit moment
geen geschikte discriminatoire tests beschikbaar zijn waarmee
gevaccineerde varkens kunnen worden getest en dat het gebruik van een
markervaccin niet de garantie geeft dat daarmee de afzet van dieren en
producten uit het betreffende gebied mogelijk is. Het is dan nog
steeds mogelijk dat ook in die situatie gevaccineerde dieren geruimd
moeten worden.
5
De OIE International Animal Healthcode hfd 2.1.13 stelt dat een land 6
maanden na de ruiming van het laatste besmette dier varkenspestvrij
verklaard wordt, wanneer de ziekte alleen door ruimingen wordt
bestreden. Wanneer er naast de ruimingen van besmette bedrijven tevens
gevaccineerd wordt, duurt deze periode een jaar. Er kunnen dus
gedurende een jaar exportbelemmeringen zijn voor de handel naar derde
landen die vrij zijn van varkenspest, omdat zij de import vanuit
besmette landen mogen verbieden. Slechts voor de handel binnen Europa
kan de EU besluiten om andere afspraken te maken.
Mijn inzet zal dan ook zijn om bij de Europese Commissie te pleiten
voor het gebruik van (marker)vaccins zonder ruimingen van niet besmet
gebleken bedrijven, met behoud van exportmogelijkheden in EU-kader. Ik
zal dan ook zo spoedig mogelijk een uitgewerkt concept-vaccinatieplan
voorleggen om na te gaan in hoeverre de Commissie en de lidstaten
hiermee in kunnen stemmen.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
datum
kenmerk
bijlage
Vragen
Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij over het toepassen van een markervaccin bij
uitbraken van klassieke varkenspest in plaats van
ruimingen.(Ingezonden 11 juni 2002)
1
Is het waar dat er in verschillende Europese landen varkenspest is
geconstateerd en dat uw ministerie in staat van paraatheid is gebracht
in verband met de dreiging van uitbraken op Nederlandse bedrijven 1?
Welke maatregelen worden er momenteel genomen om de insleep van het
virus te voorkomen?
2
Is het waar dat er onder de nieuwe richtlijn ter bestrijding van
klassieke varkenspest die op 23 oktober 2001 is aangenomen door de
Landbouwraad de mogelijkheid bestaat (mits er toestemming is gegeven
door de Europese Commissie) om een markervaccin te gebruiken zonder
negatieve invloed op exportmogelijkheden? Zal deze richtlijn leiden
tot wijzigingen in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren en zo
ja, per wanneer? Bent u bereid deze wijzigingen met spoed door te
voeren zodat ook in het RVV draaiboek deze mogelijkheid opgenomen zal
worden? Zo nee, waarom niet?
3
Is het waar dat het bedrijf Intervet een inmiddels geregistreerd
markervaccin voor klassieke varkenspest heeft ontwikkeld 2?
4
Bestaan er momenteel nog belemmeringen om bij de bestrijding van de
eerstvolgende uitbraak van varkenspest een markervaccin te gebruiken
en daarmee af te zien van massale ruimingen van gezonde dieren? Zo ja,
welke belemmeringen bestaan er nog?
5
Bent u bereid om bij de Europese Commissie te pleiten voor de
mogelijkheid tot het inzetten van (ring)vaccinatie zonder ruiming met
behoud van exportmogelijkheden, conform de OIE International Animal
Healthcode hfd. 2.1.13?
6
Op welke wijze gaat u voorkomen dat bij een eerstvolgende uitbraak van
varkenspest opnieuw het middel van preventieve ruiming ingezet zal
worden; mede omdat voor dit middel weinig publiek draagvlak bestaat?
1 RTL nieuws 8 juni jl.
2 Dokwerk VPRO 26 mei jl.
up Reageren
Homepage
---