Gemeente Nijmegen
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP Nijmegen
Telefoon (024) 329 91 11
Telefax (024) 329 23 78
E-mail gemeente@nijmegen.nl
Postadres
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
persbericht
Gezamenlijk persbericht van gemeenten Nijmegen en Beuningen en provincie
Gelderland
Datum Nummer persbericht
18 juni 2002 c017
Fijn stof in Nijmegen-West en Weurt 'normaal'
Het fijn stof in de lucht van Nijmegen-West en Weurt is normaal, zowel naar hoeveelheid als samenstelling. Het wijkt niet in bijzondere mate af van fijn stof in Nijmegen-Oost, en ook niet van dat in andere stedelijke gebieden in Nederland. Van overschrijding van wettelijke normen is geen sprake.
Dat zijn de belangrijkste conclusies van een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Nijmegen, Beuningen en de provincie Gelderland . De resultaten geven antwoord op de vraag of er iets afwijkends aan de hand is met het fijn stof, de kleinste deeltjes in de lucht, in Nijmegen-West en Weurt. Die vraag kwam op, nadat halverwege de jaren negentig werd aangetoond, dat in Nijmegen-West en Weurt relatief meer kanker en luchtwegaandoeningen voorkomen dan op andere plaatsen.
Onderzoek in twee delen uitgevoerd
Onderzoekscentrum ECN in Petten kreeg de opdracht en werkte samen met
TNO-MEP in Apeldoorn. Een eerste onderzoek in de zomer van 1999 leverde
conclusies op ten aanzien van de hoeveelheid fijn stof, en de concentraties
daarin onder andere van cadmium, lood, ijzer en nikkel. Er werden geen
bovenmatige hoeveelheden aangetroffen.
Over arseen, chroom en Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) kon
de studie van '99 geen uitsluitsel geven. Dat maakte nieuw onderzoek
noodzakelijk, het zogenoemde verificatie-onderzoek, dat in het najaar van
2001 werd uitgevoerd.
Conclusie: fijn stof vooral van buiten Nijmegen
De resultaten op de drie onderzochte locaties (Weurt, Nijmegen-West en
Nijmegen-Oost ter controle) verschillen niet in bijzondere mate van elkaar.
En ook door de tijd heen laten ze een vergelijkbaar beeld zien. Voorbeeld:
wanneer de concentratie chroom in Weurt of Nijmegen-West op enig moment
hoger was dan bij een vorige meting, bleek doorgaans hetzelfde te gelden
voor Nijmegen-Oost. De invloed van lokale bronnen op de hoeveelheid fijn
stof is maximaal 10%. Nergens worden de wettelijk vastgestelde grenswaarden
van stoffen overschreden. De meetwaarden zitten er doorgaans ver onder.
Bovendien komen ze overeen met meetresultaten in vergelijkbare
grootstedelijke gebieden.
Wijze van onderzoek
De onderzoeken in 1999 en 2001 zijn qua opzet nagenoeg identiek. Op de drie
locaties is lucht uit de directe omgeving aangezogen, en dat dertien maal
achtereen om de zes dagen een etmaal lang. Telkens bleef een dagelijkse
portie fijn stof achter op het filter van de meetapparatuur. Voor elke
meetdag werd op elke locatie een schoon filter geplaatst. De filters werden
vervolgens in laboratoria geanalyseerd. Het RIVM heeft voor 10 van de 39
PAK-metingen in 2001 een contra-expertise gedaan. Het resultaat kwam overeen
met dat van ECN/TNO.
Het gebied van Nijmegen-West is het meest intensief onderzochte gebied van
heel Nederland op het gebied van fijn stof. Mede naar aanleiding van het
onderzoek worden er twee permanente meetpunten langs wegen in Nijmegen
geplaatst, waardoor ook in de toekomst de luchtkwaliteit bij Nijmegen goed
bewaakt blijft.
Begeleiding door maatschappelijke groeperingen
Beide onderzoeken zijn onder andere begeleid door vertegenwoordigers van
GGD, bedrijven, inspectie milieuhygiëne en bewoners- en milieugroepen.
Helaas trokken de laatstgenoemden zich in april 2002 terug uit het
onderzoek. Ze konden zich met name niet verenigen met twee aspecten van het
verificatie-onderzoek.
Kritiek
De kritiek van de bewoners- en milieugroepen richt zich in belangrijke mate
op de gebruikte analysetechniek voor PAK, waarbij een deel van de PAK
vervliegt. Onderzoekers en overheid stellen daar tegenover, dat het een
algemeen geaccepteerde methode is en dat de PAK, waar het juist om te doen
is (BaP) níet vluchtig is.
Een tweede punt van kritiek betreft de vaststelling van het aandeel van het
kankerverwekkende zeswaardig chroom (Cr-VI). Omdat Cr-VI in de lucht
moeilijk direct gemeten kan worden, wordt het aandeel ervan afgeleid van de
totale gemeten hoeveelheid chroom in het fijn stof. De critici stellen, dat
de concentratie Cr-VI hoger kan zijn, dan door de onderzoekers wordt
aangenomen. Bij de aanname van het Cr-VI gehalte is echter de in Nederland
gangbare waarde aangehouden, gebaseerd op uitgebreidere onderzoeken. Er is
geen aanwijsbare reden om daar van af te wijken.
Beleid: fijn stof terugdringen
Een en ander neemt niet weg dat Nijmegen, Beuningen en de provincie
onverkort volharden in het vergunning- en handhavingbeleid ten aanzien van
bedrijven die de omgeving belasten. Want, al komen metingen van stoffen niet
boven aanvaardbare maxima uit, fijn stof brengt op de lange duur risico's
voor de gezondheid met zich mee. Dit rechtvaardigt het streven naar een zo
laag mogelijke verontreiniging van het milieu. Dit geldt natuurlijk voor
alle steden in Nederland, niet alleen Nijmegen en Beuningen. Het verder
terugdringen van fijn stof emissies zal grotendeels geschieden door
verscherpen van Europese en landelijke wetgeving.
Voor de redactie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Janine Adriaansens/Arian
Kuil, doorkiesnummer 3292380
---
Alle informatie in dit emailbericht is onder voorbehoud.
De Gemeente Nijmegen is op geen enkele wijze aansprakelijk voor vergissingen of onjuistheden in dit bericht.