D66

Doden door wachtlijsten in zorg

Zorg en gezondheid

Vivien van Geen

13-06-2002 - Patienten met kanker in het hoofd-halsgebied krijgen niet de snelle behandeling die medisch noodzakelijk is. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek van de Nederlandse Werkgroep Hoofd- Halstumoren. D66 woordvoerder Gezondheidszorg Vivien van Geen hield haar maidenspeech over de uitkomsten van dit onderzoek in een Interpellatiedebat in de Tweede Kamer. 'Niet de minister moet beslissen hoeveel ruimte voor welke ziekten in een jaar nodig is'.

Het rapport waar wij vandaag over praten brengt een misstand in ziekenhuizen aan het licht. Patienten met kanker in het hoofd-halsgebied krijgen niet de snelle behandeling die medisch noodzakelijk is. Dat is zorgelijk en roept vragen op. Veel is al gezegd en geschreven, dat hoef ik niet te herhalen. De minister heeft op veel van mijn vragen al antwoord gegeven. Daarom kan ik me concentreren op de grote lijnen.

Dit onderzoek werd gestart omdat de werkgroep signaleerde dat de wachttijden onacceptabel waren. De werkgroep verdient lof voor dit initiatief waarbij zij de eigen praktijk kritisch toetst en plannen voor verbetering maakt. Zij maakt de verantwoordelijkheid duidelijk waar je die als professional hebt. Andere partijen hebben niet gereageerd. Direkties, de verzekeraars en de inspektie. Wisten ze het niet of voelden ze zich niet verantwoordelijk? Daar wil D66 antwoord op. Het belooft weinig goeds voor de toekomst. Het is nu wel bekend dat het huidige zorgstelsel vervangen moet worden en dat er capaciteit bij moet. We kunnen hier wel een prachtig nieuw zorgstelsel ontwerpen, maar als partijen hun verantwoordelijkheid niet voelen en nemen werkt het niet. Het wordt tijd om degenen die verantwoordelijk zijn aan te spreken en af te rekenen. Met afrekenen bedoel ik niet een gouden handdruk. Uit de antwoorden van de minister krijg ik de indruk dat op verschillende fronten aan dit probleem wordt gewerkt en dat aanzienlijke verbeteringen tot stand gebracht worden. Er blijven punten over waar D66 aandacht voor wil vragen:
Het goed omgaan met urgente patienten en capaciteitsproblemen, het zorgproces en het ziekteverzuim. In ziekenhuizen wordt enthousiast en toegewijd gewerkt, veel productie van goede kwaliteit geleverd. De enkeling die zijn verantwoordelijkheid niet neemt veroorzaakt problemen. Dat lijkt nu de beeldvorming te bepalen, daardoor staat de sector in een kwaad daglicht. Het is belangrijk dat dit soort problemen in ziekenhuizen nu en in de toekomst beter en sneller worden aangepakt.

Hoe is het mogelijk dat urgente patienten niet snel behandeld worden? Het uitgangspunt moet zijn dat de patient waarvan de behandeling medisch het meest noodzakelijk is het eerst behandeld wordt. Ook met een ander bekostigingssysteem heb je soms 10 OKs maar 11 patienten. Het ziekenhuisbestuur en de medische staf zijn verantwoordelijk daarvoor een integrale afweging te maken. Specialisten moeten de urgentie van hun patienten inbrengen in de afweging. Blijkbaar is dat in deze ziekenhuizen misgegaan. Volgens de Volkskrant van vanochtend gaat het vaker mis. Hoe komt dat? Hoe gaat de minister bevorderen dat medische noodzaak bij beslissingen over behandeling in ziekenhuizen wel de rol speelt die noodzakelijk is?

Deze specialisten vragen de minister om zelfstandige centra met een eigen budget, zodat zij niet meer met andere disciplines hoeven te onderhandelen. Dat lijkt makkelijk maar is niet de oplossing: we willen juist af van budgetten. Principieler is dat niet de minister moet beslissen hoeveel ruimte voor welke ziekten in een jaar nodig is. Dat kunnen op elk moment alleen de mensen die weten om welke patienten het gaat. In elk ziekenhuis moet voor alle patienten de garantie zijn dat prioriteit integraal wordt afgewogen. Door ziekten in hokjes in te delen maak je de zaak wel overzichtelijker maar zeker niet doelmatiger.

Als je een patient niet op tijd kunt behandelen moet je zoeken naar een alternatief of hem verwijzen naar wachtlijstbemiddeling. Dat is hier ten onrechte niet gebeurd. Een ziekenhuis dat daardoor patienten benadeelt is aansprakelijk. Wil de minister betrokkenen daarop wijzen.

Bij gebrek aan capaciteit kan een ziekenhuis zo nodig extra capaciteit inkopen. 4 van de 8 HH-centra maken gebruik van OK-capaciteit elders. De werkgroep beveelt aan dat ook te doen voor MRI of CT-scans. Waarom gebeurt dat zo weinig? Wil de minister uitzoeken wat de belemmeringen zijn en ertoe bijdragen dat belemmeringen verdwijnen?

Verantwoordelijkheid van specialisten
Specialisten hebben en claimen een eigen verantwoordelijkheid voor het zorgproces. Van oudsher hebben medici veel aandacht voor medisch technische aspecten en wat minder voor logistieke aspecten. Inmiddels is duidelijk dat logistiek goede zorgprocessen leiden tot grote kwaliteitsverbetering en productietoename. Er zijn allerlei 'good practices', voorbeelden die navolging verdienen. (tijdslot, zorgcoordinator, bedrijfstijd). Specialisten die slecht samenwerken en hun zorgproces niet doelmatig inrichten benadelen patienten en maken hun beroepsgroep te schande. Zolang specialisten schaars zijn, zijn ze voor de directie moeilijk aan te pakken. Wil de minister bezien hoe specialisten op hun verantwoordelijkheid kunnen worden aangesproken? Een eerste stap is publiciteit over de doelmatigheid van verschillende specialisten. Kunnen specialisten door patientenorganisaties aansprakelijk gesteld worden voor een inefficient zorgproces?

Een belangrijke oorzaak van verminderde capaciteit is ziekteverzuim. In een kleine afdeling kan toeval een rol spelen, maar in een grote organisatie is hoog ziekteverzuim zonder meer het gevolg van slecht personeelsmanagement. Een slechte manager moet de kans krijgen zijn management te verbeteren. Als dat niet op korte termijn lukt is het in het belang van de organisatie, het personeel en de patienten dat de manager vertrekt. Het is aan de Raad van Toezicht dit niet op zijn beloop te laten maar aan te pakken. Wat mij betreft zit elke bestuurder van een ziekenhuis met een ziekteverzuim boven 7 % in de gevarenzone.

D66 vraagt de minister de inspectie, de Raden van Toezicht, de patientenbeweging en de verzekeraars op hun verantwoordelijke rol aan te spreken. Het zorgstelsel kan alleen goed functioneren als zij ziekenhuizen en specialisten aanspreken en afrekenen. Voor de patientenbeweging is wellicht extra capaciteit voor juridische ondersteuning nodig.
Door goede inzet te waarderen en belonen en slecht funktionerende enkelingen aan te pakken kan het werkklimaat, de produktie en de kwaliteit in ziekenhuizen verbeteren. Dat is nodig voor het imago van de zorg.