Universiteit Twente
Persberichten > Nieuw > 02-038
02-038 18-06-2002
Wat is de norm voor `bloot in de reclame'?
Reclame Code Commissie: lage drempel maar slordige motivering
Met een klacht over reclame kan bijna iedereen er terecht. Gratis of
voor weinig geld. De rechter neemt de uitspraken van de Reclame Code
Commissie doorgaans serieus. Conclusie: de RCC doet het zo slecht nog
niet. Toch is er wel wat af te dingen op de uitspraken, vindt juriste
Liesbeth Venekatte die alle zaken tussen 1982 en 2000 -zesduizend in
totaal- onderzocht. De RCC motiveert haar uitspraken slordig en de
rechter neemt ze nogal eens klakkeloos over, concludeert zij. Voor
klager èn adverteerder mag het allemaal wel wat helderder, zodat ze
ook juridisch sterker staan. Venekatte promoveert op 20 juni aan de
faculteit Techologie & Management, op haar proefschrift `Open normen
in de reclame'.
Bloot in de reclame is een treffend voorbeeld, aldus Venekatte: "Dat
was sinds 1985 volgens de Reclame Code Commissie maatschappelijk
geaccepteerd. In 1996 moest het functioneel zijn, anders kon het echt
niet door de beugel. Vanaf 1997 was het opeens weer maatschappelijk
aanvaard. Ook werd redelijk grof taalgebruik toen toelaatbaar. Geen
van deze beleidswijzigingen is toegelicht." De RCC motiveert slordig,
aldus Venekatte, en dat komt de rechtszekerheid van de partijen en de
status van de RCC en het College van Beroep niet ten goede.
Misleiding
Bij de `open normen' die Venekatte heeft onderzocht, gaat het over dit
soort fatsoensnormen, maar in belangrijker mate gaan ze over
`misleiding'. Daarnaast rangschikt zij onder open normen `strijd met
algemeen belang', `bedreiging van de gezondheid', `schending van het
vertrouwen in de reclame' en `appelleren aan angst'. Met een klacht
kan iedereen bij de Reclame Code Commissie terecht, op basis van het
recht op vrije meningsuiting. De bij de RCC aangesloten
reclamebureaus, adverteerders en media hebben zich verplicht tot het
nakomen van de uitspraken. Is een schade of dreigende schade aan de
orde, dan kan de klager ook naar de rechter stappen.
Zesduizend
Juriste Venekatte spitte alle uitspraken van de RCC en het College van
Beroep door, in de periode 1982-2000. Maar liefst zesduizend waren dat
er: "De RCC en het College van Beroep voorzien dus duidelijk in een
vraag. Maar de uitspraken zijn in veel gevallen niet consistent en
lijken een sterk ad hoc karakter te hebben."
Ook de rechter blijkt de waarde van de RCC-uitspraken niet altijd in
het goede perspectief te zien, en maakt nogal eens de fout ze
klakkeloos als maatgevend te beschouwen.
Pleegzuster Bloedwijn
Aan de andere kant wil de RCC wel eens roomser zijn dan de paus als
het gaat om gezondheidsclaims die in reclame-uitingen worden gelegd.
Moet een alom gerespecteerde merknaam als `Pleegzuster Bloedwijn' nu
echt wijken voor een eigen RCC-code voor alcoholhoudende dranken, is
het niet gewoon helderder daar de misleidingscriteria op los te laten?
Onnodige betutteling moet voorkomen worden, en enige deregulering is
hier juist op zijn plaats, aldus Venekatte.
Om helderheid te scheppen heeft Venekatte in haar proefschrift een
checklist opgenomen waaraan uitspraken zouden moeten voldoen.
Noot voor de pers
Mr. Liesbeth Venekatte (1967, Enschede) heeft haar promotie-onderzoek
gedaan bij de leerstoel Bedrijfsrecht van haar promotor prof.mr.dr.
Antoni Brack. Venekatte is nu verbonden aan de rechtbank in Almelo.
Haar promotie op 20 juni vindt plaats in het Bestuursgebouw, zaal 2 op
de campus van de Universiteit Twente.
Contactpersoon voor de pers: ir. Wiebe van der Veen, tel. (053) 489
4244, e-mail w.r.vanderveen@utwente.nl
© Universiteit Twente 2002