Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Staatssecretaris Remkes: 'De openbare ruimte moet weer van en voor ons allemaal zijn' (13-6-2002)
'Schoon, heel en veilig': dat zijn de nieuwe prioriteiten in het
beleid voor de openbare ruimte. Op de Dag van de Openbare
Ruimte heeft staatssecretaris Remkes van VROM op locatie aan de
Vierhavenstrip en in het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) te
Rotterdam het Pleidooi voor de Openbare Ruimte
gepresenteerd. Ontoereikend beheer, verloedering, onveiligheid,
vernieling en zwerfvuil brengen de openbare ruimte op steeds meer
plaatsen in een neerwaartse beweging. Met het Pleidooi voor de
Openbare Ruimte kiezen vijf departementen onder aanvoering van VROM
voor een doorbreking van de negatieve spiraal.
Eind 2000 werd de derde architectuurnota Ontwerpen aan
Nederland vastgesteld. Hierin staan tien Grote Projecten
geformuleerd. Eén daarvan is het grote project Openbare
Ruimte in revisie. Het Pleidooi voor de Openbare Ruimte
komt uit dit project voort. In dit pleidooi wordt afscheid genomen
van de esthetiserende benadering in het ontwerp van de publieke
omgeving. 'Mooi' is belangrijk, maar 'schoon, heel en veilig' zijn
nog belangrijker.
Kernopgaven
'De openbare ruimte moet weer
een terrein worden van én voor ons allemaal. Het is een opgave die overal in ons
land speelt. Een "groter project" in de openbare ruimte is eigenlijk niet
denkbaar', aldus de staatssecretaris.De ondertekenaars van het pleidooi zien
twee kernopgaven. De eerste is het waarborgen van de belangrijkste voorwaarde
voor het alledaags gebruik: een publieke omgeving die schoon, heel en veilig is.
Die opgave speelt vooral in de naoorlogse woonwijken. Bij de herstructurering
daarvan moeten het ontwerp en het beheer van de openbare ruimte vanaf het begin
onderdeel zijn van de planvorming. Daar ligt een gezamenlijke opgave van
gemeenten en woningbeheerders. Maar ook de politie, zorginstellingen en andere
relevante partijen hebben daar een taak in.De staatssecretaris vroeg in zijn
toespraken ook aandacht voor wangedrag van bewoners rond en gebruikers van de
openbare ruimte. 'Overheid en woningbeheerders hebben behoefte aan een stok
achter de deur', stelde hij. Aan de andere kant moeten burgers ook meer invloed
krijgen op het ontwerp, de inrichting en het beheer van hun woonomgeving. Dit om
de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van bewoners te vergroten.De tweede kernopgave richt zich specifiek op
nieuwe openbare ruimte. Daarbij gaat het om plekken die in de toekomst een
belangrijke rol krijgen in de stedelijke netwerken. Op die plaatsen moet gezorgd
worden voor een functionele en kwalitatief hoogstaande inrichting. Te denken
valt aan de stations van de HSL en hun omgeving, maar ook aan het Prins
Clausplein bij Den Haag en het openbaar vervoerknooppunt Duivendrecht bij
Amsterdam.
Actieprogramma
Over een actieprogramma om de ambities in de praktijk te
brengen zal het volgend kabinet besluiten moeten nemen. Voorgesteld wordt om in
de volgende ronde van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) de
nadruk te leggen op de openbare ruimte. Daarnaast moet een aantal
voorbeeldstellende proefprojecten het mogelijk maken om vanaf 2005 een effectief
algemeen beleid voor de openbare ruimte te voeren. De projecten zijn onder
andere gericht op openbare orde, bewonersparticipatie en beheer. In
publiek-private samenwerking wordt het publiek domein bij met name de zes
HSL-stations (de zogenaamde sleutelprojecten) uitgewerkt. Het Atelier van de
Rijksbouwmeester ondersteunt daarbij het ontwerpproces.
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=1&goto=7669&site=persbericht )