Nieuw-Vlaamse Alliantie

Vlaamse advocaten steunen verzet tegen wetsontwerpen-Verwilghen (12/06/02)

In de plenaire vergadering van de Kamer van Volksvertegenwoordigers wordt donderdag gestemd over twee wetsontwerpen van minister van Justitie Verwilghen, die beide rechtstreeks verband houden met de taalwetgeving in gerechtszaken. Officieel beogen beide wetsontwerpen de bestrijding van de gerechtelijke achterstand in het gerechtelijk arrondissement Brussel. In werkelijkheid wordt evenwel alles in het werk gesteld om de benoeming van Franstalige magistraten te vergemakkelijken.

Het eerste wetsontwerp zorgt voor een ingrijpende wijziging van de historische taalwet in gerechtszaken, een Vlaamse verworvenheid van 1935. De huidige taalkennisvereiste wordt vervangen door twee kennisniveaus van de andere taal, daarbovenop wordt het examensysteem versoepeld.

Voortaan zou er voor magistraten die zetelen in de taalgrensgebieden en in het tweetalige Brussel nog louter sprake zijn van een vereiste elementaire kennis van de andere taal. De voldoende kennis van de andere taal wordt enkel vereist om "in enkele uitzonderlijke gevallen", af te wijken van het fundamentele principe dat recht gesproken wordt in de taal van het diploma van de rechter.

De elementaire taalkennis zou bewezen worden door een vereenvoudigd taalexamen. Nochtans zijn bij uitstek in Brussel gerechtszaken taalgemengd. Tal van stukken zijn in de andere taal opgesteld en ook getuigenverhoren geschieden herhaaldelijk in de andere taal. Net deze realiteit vormt de grondslag van de taalwetgeving in Brussel. De afzwakking van de taalkennisvereisten leidt niet alleen de facto tot het ondergraven van de positie van de Nederlandstalige rechtszoekende in Brussel, maar ook tot stelselmatige vertalingen, grotere kosten, vertragingen... en dus een vergroting van de gerechtelijke achterstand.

Als er in Brussel al achterstand was door openstaande betrekkingen dan hebben de Franstaligen deze gaten al lang opgevuld met ééntalige toegevoegde rechters.

Het is niet de taalwetgeving die de achterstand heeft veroorzaakt, wel de benoemingen waarbij gedurende een kwarteeuw de taalwetgeving met de voeten werd getreden. Pas toen de Raad van State aan deze onwettelijkheid terecht een einde maakte, zijn alle Franstalige partijen in koor de wijziging van de taalwetgeving beginnen vragen. Vandaag schenken de Vlaamse meerderheidspartijen hun genoegdoening.

Van het doorbreken van de onrechtvaardige pariteit bij het Hof van Cassatie, waar 60% van de dossiers Nederlandstalig zijn en veel langer op behandeling moeten wachten, is daarentegen geen sprake.

Het tweede wetsontwerp van minister Verwilghen beoogt de verhoging van het toegevoegde eentalige rechters van 25 naar 50, het aantal toegevoegde parketmagistraten van 17 naar 34. Deze toegevoegde magistraten moeten geen enkel taalexamen afleggen, maar krijgen wel een hogere vergoeding dan de magistraten die het taalexamen aflegden.

Ook hier weer wordt geschermd met de gerechtelijke achterstand. Men argumenteert dat al te weinig magistraten kunnen worden benoemd vanwege de moeilijkheidsgraad van het taalexamen. Deze laatste stelling werd door ervaringsexperts al lang naar het rijk der fabelen verwezen. Daarenboven voert het eerst vermelde wetsontwerp net een versoepeling van het taalexamen in, waardoor de toevoeging van eentalige rechters haar bestaansreden verliest.

De N-VA-fractie diende daarom in het Vlaams parlement een motie in tot inroeping van een belangenconflict. Alle Vlaams parlementsleden, inclusief deze van de meerderheidspartijen, steunden deze motie waardoor de behandeling van het wetsontwerp in de Kamer werd opgeschort. Groot was evenwel de verbazing wanneer de Vlaamse meerderheidspartijen in de Senaat en in de federale regering het belangenconflict, ingeroepen door de eigen partijleden van het Vlaams parlement, met groot gemak verwierpen.

Ook in de Kamer van Volksvertegenwoordigers bood de N-VA stevig weerwerk. In de kamercommissie Justitie werden de argumenten echter achteloos van tafel geveegd, zonder ook maar één enkel tegenargument.

Daarop richtte de N-VA een oproep aan het adres van de advocaten om de N-VA te steunen in haar verzet. Op minder dan twee weken tijd onderschreven 150 Vlaamse advocaten de eisen van de N-VA. Ook de Vlaamse Juristenvereniging, de Vereniging van Vlaamse Balies, de Nederlandse orde van Brussel, De Vlaamse Volksbeweging, het VEV-comité Brussel, het Vlaams Pleitgenootschap, het Verbond van Vlaamse Academici en het Vlaams Komitee Brussel verwerpen de maatregelen van Verwilghen. De N-VA doet een laatste oproep aan VLD, SP.A en Agalev om de wetsontwerpen van Verwilghen terug naar af te sturen. Wat vorige keer kon, moet ook nu kunnen.

Auteur:
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Geert Bourgeois, alg. voorzitter

Meer informatie:
Contactpersoon: Ben weyts, woordvoerder
Telefoon: 02/219.49.30
Fax: 02/217.35.10
E-post: ben.weyts@n-va.be
Url: www.n-va.be