Nederlands Uitgeversverbond

PERSBERICHT 02/79
Sociale verzekeringen per 1 juli 2002
Met ingang van 1 juli 2002 worden de uitkeringen op grond van een aantal socialeverzekeringswetten verhoogd. Dit als gevolg van de halfjaarlijkse aanpassing van het wettelijk minimumloon en de sociale uitkeringen aan de ontwikkeling van de lonen of prijzen.

De wijziging leidt ertoe dat bijvoorbeeld een echtpaar, waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn en die alleen AOW ontvangen, er vergeleken met de uitkeringen vanaf januari 2002 netto * 13,- per maand op vooruit gaat. De totale netto uitkering voor een echtpaar komt daarmee op ruim * 1.108,- (exclusief vakantietoeslag) per maand. Iedere partner ontvangt 50% van dit bedrag.

Alleenstaande AOW'ers gaan er ruim * 9,- netto op vooruit. Deze bedragen gelden voor AOW- gerechtigden zonder aanvullend pensioen en met een ziekenfondsverzekering.

AOW
Gehuwde of samenwonende partners hebben elk een zelfstandig recht op een AOW-pensioen dat netto gelijk is aan 50% van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande is gelijk aan 70% van het netto minimumloon. Eénoudergezinnen ontvangen een pensioen dat netto gelijk is aan 90% van het netto minimumloon. Het gaat om ongehuwde pensioengerechtigden met een kind jonger dan 18 jaar voor wie zij kinderbijslag ontvangen. Een gehuwde met een partner jonger dan 65 jaar ontvangt een pensioen van 50% van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde) en een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto * 606,78). Is het recht op pensioen ingegaan vóór 1 februari 1994 en is de partner nog geen 65 jaar, dan komt het pensioen overeen met 70% van het netto minimumloon en is de toeslag maximaal 30%.

De uitkeringsbedragen per 1 juli 2002 zijn in onderstaand overzicht weergegeven.

AOW Bruto p.mnd Bruto vak. uitk.p.mnd

Gehuwden * 606,78 * 31,69 Gehuwden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar) * 1.213,56 * 63,38 Maximale toeslag * 606,78 Ongehuwden * 880,86 * 44,35 Ongehuwd met kind tot 18 jaar * 1.092,79 * 57,04 AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994
Gehuwden zonder toeslag (partner jonger dan 65 jaar) * 880,86 * 44,35 Maximale toeslag * 332,70 Gehuwden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar) * 1.213,56 * 63,38

De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner. Van dit inkomen (voor zover verkregen uit arbeid) wordt eerst een deel buiten beschouwing gelaten. Deze vrijlating bedraagt 15% van het bruto minimumloon(* 184,77) en eenderde deel van het meerdere aan bruto inkomsten. Wat daarna overblijft, wordt in mindering gebracht op de toeslag. Als recht bestaat op een maximale toeslag bij een AOW-uitkering ingegaan voor 1 februari 1994 (bruto * 332,70), is er bij een bruto inkomen van de jongere partner van meer dan * 683,82 per maand, geen recht meer op toeslag. Wanneer de maximale toeslag gelijk is aan het bruto gehuwdenpensioen (* 606,78), dan bestaat bij een bruto inkomen van * 1094,94 of meer geen recht meer op toeslag.

Inkomen in verband met arbeid, bijvoorbeeld een sociale verzekeringsuitkering, wordt geheel gekort op de toeslag.

De bij deze bruto bedragen behorende netto uitkeringen zijn in onderstaand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de situatie dat betrokkenen geen aanvullend pensioen hebben en verzekerd zijn voor het ziekenfonds.



Netto AOW gehuwden (50% indiv. AOW-uitkering per maand)
1-1-2002 1-7-2002 verschil per maand * 547,81 * 554,45 * 6,64 vakantietoeslag * 26,56 * 27,11 * 0,55 Totaal * 574,37 * 581,56 * 7,19 Voor een echtpaar zijn de bedragen twee maal zo hoog.

Netto AOW voor alleenstaanden

1-1-2002 1-7-2002 verschil per maand * 778,11 * 787,40 * 9,29 vakantietoeslag * 37,18 * 37,95 * 0,77 Totaal * 815,29 * 825,35 * 10,06

ANW
De uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) bedraagt maximaal 70% van het netto minimumloon. Nabestaanden die een halfwees onder de 18 jaar verzorgen, krijgen bovendien een inkomensonafhankelijke uitkering van 20% van het netto minimumloon. De ANW is inkomensafhankelijk. Inkomen in verband met arbeid (uitkeringen) wordt er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50% van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere). Nabestaanden die onder het overgangsrecht vallen en vroeger een AWW-uitkering ontvingen, krijgen, indien na deze inkomenstoets een lager uitkeringsbedrag overblijft, in ieder geval een bodemuitkering van 30% van het bruto minimumloon.

Bruto p.mnd Bruto vak. uitk.p.mnd

Nabestaandenuitkering * 947,79 * 56,09 Halfwezenuitkering * 215,93 * 16,01 Wezenuitkering tot 10 jaar * 303,29 * 17,95 Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar * 454,94 * 26,92 Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar * 606,59 * 35,90

AOW en ANW: bijzondere bepalingen
Naast deze pensioenbedragen worden tevens zogeheten fictieve pensioenbedragen vastgesteld die zouden hebben gegolden als in 1990 niet de wijziging in de belasting- en premieheffing (Commissie Oort) was ingevoerd. Op grond van de Wet Brutering Overhevelingstoeslag lonen blijft deze regeling nog tot 1 januari 2005 doorlopen.

De fictieve AOW/ANW-bedragen zijn in tweeërlei opzicht van belang. In de eerste plaats kunnen deze bedragen worden gehanteerd bij de berekening van de pensioenaanspraken.

Hiermee wordt voorkomen dat de verhoging van de AOW/ANW-uitkering op grond van de Oort- maatregelen zou leiden tot een kleiner aanvullend pensioen. In de tweede plaats kunnen deze fictieve bedragen worden gebruikt bij de vaststelling van het franchisebedrag, waarover geen premies voor de aanvullende pensioenen worden geheven.



AOW (fictieve bedragen) Bruto Bruto vak. p.mnd uitk.p.mnd

Gehuwden * 519,18 * 33,07 Gehuwden met maximale toeslag * 1.038,36 * 66,14 Gehuwden zonder toeslag (partner jonger dan 65 jaar) (AOW * 731,06 * 46,29 vóór 1-2-1994)
Ongehuwden * 731,06 * 46,29 Ongehuwden met kind tot 18 jr * 935,65 * 59,52 Maximale toeslag (AOW vóór 1-2-1994) * 307,30 Maximale toeslag (AOW vanaf 1-2-1994) * 519,18

ANW (fictieve bedragen) Bruto Bruto vak. p.mnd uitk.p.mnd

Nabestaanden- en halfwezenuitkering * 845,37 * 57,27 Nabestaandenuitkering * 660,54 * 44,55 Wezenuitkering tot 10 jaar * 211,37 * 14,26 Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar * 317,06 * 21,38 Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar * 422,75 * 28,52

Kinderbijslag
De kinderbijslagbedragen worden halfjaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de prijzen.

De hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van de leeftijd van het kind. Het basisbedrag per kind is per 1 juli 2002 * 246,53 (dit betekent een verhoging van 2,19 procent).

Voor kinderen die op of na 1 januari 1995 geboren zijn, is de hoogte van het kinderbijslagbedrag alleen nog maar afhankelijk van de leeftijd. Voor kinderen die geboren zijn vóór 1 januari 1995 of die na 1 oktober 1994, 6 of 12 jaar worden, bestaat er een overgangsregeling. Deze houdt in dat de hoogte van het kinderbijslagbedrag, naast de leeftijd van het kind, ook nog afhankelijk is van het aantal kinderen in het gezin.

Vanaf 1 juli 2002 gelden in de kinderbijslag de volgende bedragen per kind per kwartaal.

I. Kinderen geboren vóór 1 januari 1995 die na 1 oktober 1994 6 of 12 jaar zijn geworden: 6 t/m 11 jaar 12 t/m 17 jaar Gezinnen met:

1 kind * 209,55 * 246,53
2 kinderen * 236,71 * 278,48
3 kinderen * 245,75 * 289,12
4 kinderen * 265,65 * 312,53
5 kinderen * 277,58 * 326,57
6 kinderen * 285,55 * 335,94 II. Voor kinderen geboren op of na 1 januari 1995 gelden de volgende bedragen: Deze bedragen blijven gelijk, ongeacht de gezinsgrootte. 0-6 jaar * 172,57 6-12 jaar * 209,55 12-18 jaar * 246,53



WAZ/Wajong
De grondslag van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), op basis waarvan de uitkering wordt berekend, wordt per 1 juli 2002 verhoogd. Ook de grondslagen voor WAZ/Wajong- gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die datum aangepast.

Per 1 juli 2002 zijn deze grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag:

vanaf 23 jaar ten hoogste * 56,63 22 jaar ten hoogste * 48,14 21 jaar ten hoogste * 41,06 20 jaar ten hoogste * 34,83 19 jaar ten hoogste * 29,73 18 jaar ten hoogste * 25,77

De WAZ-/Wajong-grondslagen die lager zijn dan de hiervoor genoemde bedragen worden per 1 juli 2002 met 2,09% verhoogd.

Daglonen
De daglonen waarnaar de uitkeringen op grond van de WAO en de WW worden berekend, worden per 1 juli 2002 verhoogd met 2,09%.

Maximumdagloon
Het maximumdagloon voor de berekening van de WW- en WAO-uitkeringen wordt per 1 juli 2002 vastgesteld op * 163,33.

Kopjes op de uitkeringen
Teneinde te voorkomen dat de loondervingsuitkeringen op minimumniveau van alleenstaanden van 21 jaar of ouder bij werkloosheid of volledige arbeidsongeschiktheid beneden het voor hen geldende sociale minimum dalen, zijn in de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid bepalingen opgenomen die voorzien in een verhoging van de uitkering tot dat minimumniveau. Dit zijn de zogeheten kopjes op de uitkering. Deze uitkeringsbedragen zijn aangepast ten opzichte van het niveau van 1 januari 2002, omdat ze zijn gekoppeld aan het netto minimumloon.

Deze kopjesbedragen zijn per 1 juli 2002 als volgt vastgesteld:

ZW/WW/WAO/WAZ/Wajong* Alleenstaanden:

*excl. vakantietoeslag
vanaf 23 jaar * 42,70 22 jaar * 33,74 21 jaar * 27,69

Premieheffing over uitkeringen per 1 juli 2002
Voor het deel van de premie dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds is een vervangende premie vastgesteld. De vervangende premie wordt onder meer ingehouden over uitkeringen op grond van de WW, de ZW, en de WAO en over de toeslag op grond van de Toeslagenwet. De vervangende premie, waarvoor dit jaar geen franchise geldt, komt ten laste van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en is voor het jaar 2002 vastgesteld op 0,72%. Wanneer het UWV de uitkering via de werkgever uitbetaalt, wordt het bedrijfstakpercentage toegepast.

Voor de gedifferentieerde WAO-premie is in verband met de premieheffing over uitkeringen eveneens een vervangende premie vastgesteld. Deze rekenpremie WAO bedraagt 2,11%.



Op een WAZ-uitkering wordt een vereveningsbijdrage ingehouden die gelijk is aan het bedrag aan premie dat een werkgever inhoudt (op het loon van een WW-verzekerde werknemer). Het betreft het percentage van het werknemersdeel werkloosheidspremie

(4,95% met een franchise van * 55,- per dag).

Premiepercentages 1 juli 2002:

werkgever werknemer totaal maximum premie inkomen

AOW -- 17,90 17,90 * 27.847,- p.j. Anw -- 1,25 1,25 idem AWBZ -- 10,25 10,25 idem WAO-basis 1) 5,85 0,00 5,85 * 159,- p.d. WAO-rekenpremie 1) 2,11 0,00 2,11 idem WAZ 2) 8,80 0,00 8,80 * 38.118,- p.j. Wachtgeldverzekering 3) 0,85 0,00 0,85 * 159,- p.d. Werkl.heidsverzekering 4) 3,60 4,95 8,55 idem ZFW 5) 6,25 1,70 7,95 * 108,- p.d.


1. ) Geen franchise.



2. ) Met een franchise van * 13.160,- per jaar.


3. ) Gemiddelde voor bedrijven; voor uitkeringeringsrechtigden 0,72%.

4. ) Marginale premiepercentage Awf vanaf franchise van * 55,- per dag

5. ) De loongrens bedraagt * 30.700,- voor mensen jonger dan 65 jaar en * 19.550,- voor 65- plussers. Verder is een nominale premie ZFW verschuldigd. De hoogte hiervan wordt door de ziekenfondsen zelfstandig vastgesteld. De gemiddelde nominale rekenpremie ZFW bedraagt * 155,40 per jaar per volwassene. Voor meeverzekerde kinderen is geen premie verschuldigd. De premie ZFW over AOW-uitkeringen bedraagt 7,95% en over aanvullend pensioen 5,95%.