Nivel
Huisarts en huisartsgeneeskunde
CODE TITEL PRIJS
W1.82 M. van Oort, I. Kulu Glasgow, M. Weide, D. de Bakker.
Gezondheidsklachten van illegalen: een landelijk onderzoek onder
huisartsen en Spoedeisende Hulpafdelingen. 2001 ¤ 10,-
Volgens waarneming van huisartsen en Spoedeisende Hulp
(SEH)-afdelingen valt het mee met de gezondheidsrisico's van
illegalen. Illegalen komen nauwelijks vaker te laat met
gezondheidsklachten bij de dokter dan reguliere patiënten (11% en 9%).
Hun klachten zijn wel vaker levensbedreigend. Illegalen komen minder
vaak (35%) met letsel naar de SEH dan de doorsnee SEH-bezoeker (57%).
Daarentegen gaan illegalen vaker met ziektes of aandoeningen bij de
SEH die eigenlijk ergens anders thuishoren, zoals kiespijn. Ernstige
besmettelijke ziekten komen onder illegalen nauwelijks voor. Het
risico voor de algemene bevolking lijkt op basis van dit onderzoek
gering. Over de gezondheidstoestand van illegalen die zich niet bij
een huisarts of SEH-afdeling melden zegt dit rapport niets.
Download het rapport
W1.81 I. Wolters, H. van den Hoogen, D. de Bakker. Evaluatie invoering
Electronisch Voorschrijf Systeem. Monitoringfase: de situatie in 2000.
2001, 82 pag. ¤ 11,-
Steeds meer huisartsen gebruiken een computerprogramma dat ze per
individuele patiënt het beste geneesmiddel in de juiste dosis
voorstelt. Driekwart van de huisartsen heeft zo'n Elektronisch
Voorschrijf Systeem (EVS), 70% daarvan gebruikt het ook, grotendeels
naar tevredenheid. De huisartsen volgen de adviezen van de computer in
60 tot 80% van de gevallen op. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel
onder 260 huisartsen.
EVS-gebruikers gaan gemiddeld iets goedkoper voorschrijven, maar niet
zoveel als vooraf werd gehoopt. In 2000, toen nog maar eenderde van de
huisartsen een EVS had, werd door gebruik van het EVS ca. 11 miljoen
gulden (ca. 5 miljoen Euro) bespaard op het voorschrijven van
medicijnen. In 2002, als iedere huisarts een EVS heeft, wordt ca. 52
miljoen gulden (ca. 23,6 miljoen Euro) bespaard.
Lees het persbericht...
Download het hele rapport
W1.80 Tates, K. Doctor-parent-child-communication: a multi-perspective
analysis. 2001, 184 pag. ¤ 22,-
In dit proefschrift staat de communicatie tussen huisarts, ouder en
kind centraal. Hoewel er de laatste jaren veel onderzoek gedaan is op
het terrein van arts-patiënt communicatie, was de medische
gespreksvoering tussen arts en kind een nog braakliggend terrein. Aan
de hand van 106 op video opgenomen consulten is onderzocht hoe het
kind betrokken wordt bij processen van informatie-uitwisseling en
besluitvorming.
Het onderzoek wijst uit dat de inbreng van het kind tijdens het
consult gering is; de volwassen participanten domineren de interactie.
Conform de verwachting is de deelname van het kind sterk afhankelijk
van de leeftijd van het kind. Een onverwacht resultaat is het verschil
in de mate waarin de huisarts en de ouder proberen het kind te
betrekken bij het medische gesprek. Daar waar artsen blijk geven te
streven naar een actieve participatie van het (oudere) kind, stellen
ouders zich sterk controlerend op door vaak in te breken in de
interactie tussen arts en kind. Dit patroon blijkt van grote invloed
te zijn op de informatie-overdracht en besluitvorming: het kind is wel
betrokken in de uitwisseling van medische informatie, maar de
besluitvorming en de medische advisering blijft behouden aan arts en
ouder. Deze resultaten staan haaks op de toegenomen
onderhandelingsrelaties tussen kind en volwassene.
Deze bevindingen staan ook op gespannen voet met de eisen van de Wet
Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Daarin wordt de nadruk
gelegd op een actieve deelname van het kind aan het medische consult.
De conclusie is dat hier een belangrijke taak is weggelegd voor de
huisarts. Deze dient al bij aanvang van het consult duidelijkheid te
verschaffen over het belang van een actieve betrokkenheid van het
kind. Een actieve participatie biedt kinderen de mogelijkheid zich te
ontwikkelen tot competente deelnemers aan medische consulten.
Download hier de uitgebreide samenvatting
W.1.79 L. van Dijk, H. Barnhoorn, D. de Bakker, Het Farmaco Therapie
Overleg in 1999: stand van zaken en effecten op voorschrijven. 2001,
98 pag. ¤ 12,-
Vrijwel alle huisartsen en openbare apothekers in Nederland
participeren in een groep voor Farmaco Therapie Overleg (FTO).
Intotaal zijn er ruim 800 FTO-groepen. De Stichting Doelmatige
Geneesmiddelen Voorziening DGV) heeft op landelijk niveau een
coördinerende en stimulerende rol voor het FTO. Om de stand van zaken
in het FTO te evalueren, hield Stichting DGV in 1992 en 1996
inventarisaties waarin het functioneren van van FTO-groepen centraal
stond. In 1999 is weer een inventarisatie gehouden. Dit keer is dat,
in opdracht van de Stichting DGV, gedaan door het Nivel. Dit rapport
omvat de resultaten van deze inventarisatie. Anders dan in de twee
eerdere inventarisaties is dit keer ook gekeken in hoeverre het
functioneren van de FTO-groepen van invloed is op het voorschrijven
van de deelnemende huisartsen. Hiertoe zijn bij vier zorgverzekeraars
gegevens van huisartsen in 85 FTO-groepen verzameld en geanalyseerd.
W1.78 S.G.M. Adam, J.B.F. Hutten, Het bepalen van dekwetsbaarheid van
mantelzorgers door de huisarts. Een pilot-studie naar de bruikbaarheid
en de validiteit van een nieuw screeningsinstrument. 2000, 66 pag.
¤ 13,-
Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar de bruikbaarheid en de
validiteit van een screeningsinstrument voor het vaststellen van de
kwetsbaarheid van mantelzorgers door de huisarts.Het
screeningsinstrument is afgeleid van een analyseprotocol dat deel
uitmaakt van het RAI-thuiszorg (Resident Assessment Instrument). In
dit onderzoek is het screeningsinstrument door zowel de huisartsen als
de mantelzorgers ingevuld. Ten eerste vulden 25 huisartsen de vragen
van het screeningsinstrument in. Hierna kregen zij een aantal
stellingen voorgelegd en werd hun een aantal vragen gesteld omtrent de
praktische bruikbaarheid van het instrument. Vervolgens zijn de vragen
van het screeningsinstrument, via een schriftelijke enquete,
voorgelegd aan de betreffende mantelzorgers. Deze enquete bevat ook
vragen over de persoonlijke omstandigheden van de mantelzorger en
degenen die hij/zij verzorgt. Verder zijn in de enquete drie
vragenlijsten opgenomen die betrekking hebbn op ervaren, druk,
emotionele uitputting en psychisch welbevinden. Met behulp van de op
deze wijze verzamelde gegevens is het mogelijk de antwoorden van
huisartsen en mantelzorgers te vergelijken en na te gaan of de
mantelzorgers die kwetsbaar zijn volgens het screeningsinstrument ook
kwetsbaar zijn volgens de bovengenoemde vragenlijsten. Hieruit bleek
dat het screeningsinstrument valide is als de huisarts het instrument
gebruikt voor het vaststellen van de kwetsbaarheid van de
mantelzorger. Het screeningsinstrument is echter het meest valide als
het door de mantelzorger zelf wordt ingevuld. Bij de vraag of het
screeningsinstrument bruikbaar is in de huisartspraktijk plaatsen we
vraagtekens. Daarom zou overwogen moeten worden om het instrument door
andere hulpverleners te laten gebruiken.
W1.77 Kulu Glasgow, D. de Bakker, M. Weide, S. Arts, Illegalen aan de
'poort' van de gezondheidszorg: Toegankelijkheid en knelpunten in de
zorg van huisartsen, verloskundigen en spoedeisende hulpafdelingen.
2000, 112 pag. ¤ 14,-
Sinds de invoering van de Koppelingswet is het voor illegalen in
Nederland (nog) moeilijker een beroep te doen op
gezondheidszorgvoorzieningen. Niettemin wordt in de wet gesteld dat de
gezondheidszorg wel toegankelijk is als illegalen zelf betalen of als
de zorg 'medisch noodzakelijk' is. Er is een fonds in hetleven
geroepen (het 'Koppelingsfonds') voor hulpverleners die
onevenredigveel kosten ten behoeve van illegalen maken. Hoe het
gesteld is met detoegankelijkheid van de zorg en welke knelpunten
optreden is nagegaan ineen onderzoek onder hulpverleners aan de
'poort' van de gezondheidszorg,te weten huisartsen, verloskundigen en
spoedeisende hulpafdelingen vanziekenhuizen. Onder deze groepen zijn
schriftelijke enquetes gehoudenwaarvan in dit rapport verslag wordt
gedaan.
W1.76 I. Wolters, L. van Dijk, H. van den Hoogen, D. de Bakker,
Evaluatie invoering elektronisch voorschrijf systeem: nulfase: de
situatie in 1999. 2000, 93 pag. ¤ 12,-
W1.75 D. de Bakker, M. Weide, D. Delnoij, Huisartsenzorg aan
asielzoekers: naar een monitoring systeem. 2000, 62 pag. ¤ 9,-
W1.74 M. Biermans, J. Dekker, A. Bartelds, E,. van den Ende, Het
voorschrijven van hulpmiddelen door de huisarts. 2000, 46 pag.
¤ 7,-
W1.73 D. Coffie, L. van Dijk, F.W. Dijkers, D.H. de Bakker, "Mag
blijvend herhaald worden". Een voorstudie naar herhaalreceptuur in
Nederland. 2000, 64 pag ¤ 9,-
W1.72 I.Wolters, L. van Dijk, J. van Vliet, D.H. de Bakker, Evaluatie
invoering Elektronisch Voorschrijf Systeem. Voorfase: ontwikkeling
meetsystematiek. 2000, 60 pag. ¤ 8,-
W1.71 I. Kulu Glasgow, M.G. Weide, D.H. de Bakker, Influenzavaccinatie
onder allochtone en autochtone ouderen. 2000, 32 pag. ¤ 4,-
W1.70 M. Tacken, H. van den Hoogen, J. Mulder, D. de Bakker, J.
Braspenning, Monitoring van de cervixscreening in het kader van het
bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker 1998. 1999, 24 pag.
¤ 5,-
W1.69 J.C.M. van Weert, Ph.J.M. Heiligers, P.F.M. Verhaak,
GGZ-Nascholing voor huisartsen: een analyse van het aanbod. 1999, 80
pag. ¤ 10,-
W1.68 K. van der Velden, General practice at work. (Dissertatie) 1999,
325 pag. ¤ 20,-
W1.67 S.J. Grielen, S. Beekhoven, D.H. de Bakker, Een grootschaliger
dienstenstructuur van huisartsenzorg in Rotterdam: de invoering van
centrale huisartsenposten voor de nachtelijke waarneming. 1999, 85
pag. ¤ 10,-
W1.66 M.G. Weide, G.P. Westert, J.S.A.G. Schouten, P.P. Groenewegen.
Praktijkvariatie en gepaste zorg: een literatuurstudie ter verkenning
van de mogelijkheid gepaste zorg te monitoren. 1999, 48 pag. ¤
5,-
W1.65 S.J. Grielen, R. Schuller-Punt, D.H. de Bakker, Het
voorschrijven van geneesmiddelen op stofnaam door huisartsen: effecten
van het implementatieprogramma 'voorschrijven op stofnaam'. 1999, 23
pag. ¤ 5,-
W1.64 R. Verheij, Urban-rural variations in health care. 1999, 228
pag. ¤ 15,-
W1.63 H. Schers, R. Drijver, M. Kastein, J. van Doremalen, H. van den
Hoogen, J. Braspenning, LINH: aspecifieke lage rugpijnklachten in de
huisartspraktijk. 1998, 25 pag. ¤ 5,-
W1.62 M. Tacken, H. van den Hoogen, W. Tiersma, D. de Bakker, J.
Braspenning, LINH: de influenzavaccinatiecampagne 1998. 1998, 28 pag.
¤ 5,-
W1.61 Tacken, M., Hoogen, H. van den, Tiersma, W., Bakker, D. de,
Braspenning, J. LINH: programmatische preventie in de
huisartspraktijk: monitoring van de cervixscreening in het kader van
het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. 1997, 34 p.
¤ 5,-
W1.60 R.A.Verheij, D.H. de Bakker, Beschikbaarheid en toegankelijkheid
van huisartsenzorg in achterstandsgebieden: eerste meting. 1998, 30
pag. ¤ 10,-
W1.59 R.A.Verheij, S.A. Reijneveld, D.H. de Bakker, Identificatie van
stedelijke achterstandsgebieden. 1998, 156 pag. ¤ 10,-
W1.57 D.M.J. Delnoij, P.P. Groenewegen, C.C. Ros, Een eigen bijdrage
voor de huisarts en de inhoud van de zorg. 1998, 60 pag. ¤ 5,-
W1.56 J.B.F. Hutten, Workload and provision of care in general
practice. (dissertatie) 1998, 256 pag. ¤ 15,-
W1.55 M.G. Weide, M. Foets, Migranten in de huisartspraktijk. 1997, 48
pag. ¤ 5,-
P.P. Groenewegen, D.M.J. Delnoij, Wat zou Nederland zijn zonder de
huisarts? Utrecht: ELSEVIER/ De Tijdstroom, 1997. ISBN: 90-352-1860-4
W1.54 J. Braspenning, H.van den Hoogen, R. Rutten, M. Tacken, W.
Tiersma, E. Wentink, J.van der Velden, Monitoring influenzavaccinatie
1996. 1997, 24 pag. ¤ 5,-
W1.53 D. de Bakker, L. Jabaaij, H. Abrahamse, H. van den Hoogen, J.
Braspenning, T. van Althuis, R. Rutten, Jaarrapport LINH 2000:
Contactfrequenties, verrichtingen en monitoring griepvaccinatie en
cervixscreening in het Landelijk informatie Netwerk Huisartsenzorg.
2001, 88 pag. ¤ 10,-
Uit analyse van de geautomatiseerde praktijkgegevens van 228
Nederlandse huisartsen, met in totaal 414.170 patiënten, blijkt o.a.:
dat het aantal geneesmiddelen voorschriften in 2000 is gestabiliseerd
op 5,4 per patiënt per jaar.
dat het aantal verwijzingen bij ziekenfonds-verzekerden (169 per 1000)
blijft dalen, en dat bij particulier verzekerden (103 verwijzingen per
1000) de lichte stijging zich voort zet.
dat mensen in 2000 ongeveer even vaak (6,2 keer per jaar) contact
hadden met hun huisarts als in de voorgaande jaren. Dat betekent niet
dat de werklast van huisartsen gelijk gebleven is, want daarbij spelen
meer factoren een rol.
Lees de uitgebreide samenvatting
Download het rapport:
W1.52 B.J.M. Welling, D.M.J. Delnoij, D.H. de Bakker, De
praktijkverpleegkundige in Nederland. 1997, 40 pag. ¤ 5,- (te
leen)
W1.51 C.C .Ros, J.J. Kerssens, M. Foets, L. Peters, Vragen over AIDS
bij de huisarts in de periode 1988-1996. 1997, 60 pag. ¤ 5,-
W1.50 D. Doeglas, Huisarts en zorgvernieuwing. 1997, 100 pag. ¤
10,- (te leen)
W1.49 P.M. Rijken, J. van der Velden, J. Dekker, J.M. Bensing, Moeheid
en het chronisch vermoeidheidssyndroom: Literatuurstudie. 1996, 48
pag. ¤ 5,-
W1.48 S.E. Kooiker, Illness in everyday life. (dissertatie) 1996, 228
pag. ¤ 15,-
W1.47 A. van den Brink-Muinen, Gender, health and health care in
general practice. (dissertatie),1996, 208 pag. ¤ 15,-
W1.45 R. Schuller, D.H. de Bakker, Huisartsenzorg buiten kantooruren
in Rotterdam e.o. 1996, 136 pag. ¤ 10,- (te leen)
W1.44 M. Foets, L. Stokx, De ziekte van Parkinson in de
huisartspraktijk. 1995, 42 pag. ¤ 5,-
W1.43 W.J. Nusselder, G.A.M. van den Bos, M.E. Lenior, J.L.A. van
Sonsbeek, J. van der Velden, Gezonde levensverwachting en het effect
van chronische ziekten. 1994. Een uitgave van het ISG, NIVEL en CBS.
112 pag. ¤ 10,- (te leen)
W1.42 G.A.M. van den Bos, J. van der Velden, J.L.A. van Sonsbeek, W.J.
Nusselder, M.E. Lenior, Gezonde levensverwachting en chronische
ziekten: vergelijking van databronnen en berekeningen. 1994. Een
uitgave van het ISG, NIVEL en het CBS. 92 pag. ¤ 10,-
W1.41 Peter F.M. Verhaak, Mental disorder in the community and in
General Practice. 1995, 154 pag. ¤ 15,-
W1.40 P.F.M. Verhaak, M. van der Pasch, Het effect van de
communicatiestijl van huisartsen op het beloop van de psychische
problematiek van hun patiënten. 1994, 56 pag. ¤ 10,-
W1.39 J.M. Bensing, De rotonde van lichaam en geest (oratie). 1994, 58
pag. ¤ 5,- (te leen)
W1.38 L.J. Stokx, M. Foets, Het voorschrijven van geneesmiddelen in de
huisartspraktijk. deel II. 1994, 88 pag. ¤ 10,- (te leen)
W1.37 M.A.W. Moons, L. Peters, Vragen over AIDS bij de huisarts. 1994,
64 pag. ¤ 10,- (te leen)
W1.36 D. Collijn, D. Wijkel, C.M. van der Feltz-Cornelis, P. Verhaak,
F.J. Huyse, Psychiatrische consulten bij somatiserende patiënten in de
huisartspraktijk: een haalbaarheidsstudie. 1994, 82 pag. ¤ 10,-
(te leen)
W1.35 J. van der Velden, H.Ph.H. Abrahamse, D.H. de Bakker, Arbeid en
gezondheid. 1994, 220 pag. ¤ 15,-
W1.34 M.A.R. Tijhuis, Social networks and health. (dissertatie) 1994,
173 pag. ¤ 10,-
W1.33 D.M.J. Delnoy, Nascholing voor huisartsen in Rotterdam: een
marktonderzoek. 1993,110 pag. ¤ 10,-
W1.32 J. van der Velden, J. Hutten, D. Bijl, B. Brandenburg, M.
Hofstra, R. Grol, NHG-standaarden en kwaliteit van zorg in de
huisartspraktijk. 1993, 228 pag. ¤ 15,-
W1.30 M. de Waal, G. Donker, J. van der Velden, Spijsverteringsziekten
in de bevolking en huisartspraktijk. 1993, 145 pag. ¤ 10,-
W1.29 R.A. Verheij, J. van der Velden, D.H. de Bakker, De huisarts in
de grote stad. 1993,168 pag. ¤ 15,-
W1.25 P.F.M. Verhaak, Interpretatie en behandeling van psychosociale
klachten in de huisartspraktijk. (dissertatie) 1986, 257 pag. ¤
15,-
W1.24 J. van der Velden, D.H. de Bakker, A.A.M.C. Claessens, F.G.
Schellevis, Morbidity in General Practice. Dutch National Survey of
General Practice. 1992, 228 pag. ¤ 20,-
W1.20 L.J. Stokx, M. Foets, D.H. de Bakker, H. Flierman, Het
voorschrijven van geneesmiddelen in de huisartspraktijk. 1992, 126
pag. ¤ 10,-
W1.19 H. Sixma, D.H. de Bakker, P.P. Groenewegen, J. van der Velden,
Ziekten en verrichtingen in de Almeerse huisartspraktijk:
Verrichtingen in de Almeerse huisartspraktijk. 1992, 119 pag. ¤
10,-
W1.18 D. de Bakker, H. Sixma, J. van der Velden, Ziekten en
verrichtingen in de Almeerse huisartspraktijk: Morbiditeit in de
Almeerse huisartspraktijk. 1992, 125 pag. ¤ 10,-
W1.17 H. Sixma, C. Thomassen, D.H. de Bakker, M. Foets, Ziekten en
verrichtingen in de Almeerse huisartspraktijk: Gezondheid en
gezondheidsgedrag in de praktijkpopulatie. 1992, 164 pag. ¤
15,-
W1.14 M. Foets, J. van der Velden, D.H. de Bakker, Survey Design.
Dutch National Survey of General Practice. 1992, 24 pag. ¤ 5,-
W1.13 M. Foets, L. Stokx, J. Hutten, H. Sixma, De huisartsenquête:
data-reductie door schaalconstructie. 1991, 59 pag. ¤ 5,-
W1.12 P.P. Groenewegen, D.H. de Bakker, J. van der Velden,
Basisrapport: Verrichtingen in de huisartspraktijk. 1991, 184 pag.
¤ 20,-
W1.10 M. Foets, H. Sixma, Basisrapport: Gezondheid en
gezondheidsgedrag in de praktijkpopulatie. 1991, 133 pag. ¤
20,-
W1.11 J. van der Velden, D.H. de Bakker, A.A.M.C. Claessens, F.G.
Schellevis, Basisrapport: Morbiditeit in de huisartspraktijk. 1991,
244 pag. ¤ 20,-
W1.09 M. Foets, J. van der Velden, Basisrapport: Meetinstrumenten en
procedures. 1990, 140 pag. Met aparte bijlage (registratie- en
enquêteformulieren) 252 pag ¤ 15,- (te leen)
W1.08 G. Donker, J. Hutten, D. Bijl, Hoofdbrekens en kopzorgen. 1992,
146 pag. ¤ 10,-
W1.07 D. van Dierendonck, P.P. Groenewegen, H. Sixma, Opgebrand, een
inventariserend onderzoek naar gevoelens van motivatie en demotivatie
bij huisartsen. 1992, 148 pag. ¤ 10,- (te leen)
W1.04 J.M. Bensing, Doctor-patient communication and the quality of
care. An observation study into affective and instrumental behaviour
in general practice (dissertatie). 1991, 252 pag. ¤ 15,-
W1.03 A.I.M. Bartelds, Continuous morbidity registration. Sentinel
stations in the Netherlands 1999. 2001, 134 pag. ¤ 15,-
W1.02 A.I.M. Bartelds, Continue morbiditeitsregistratie, Peilstations
Nederland 2000. 2001, 164 pag.
De huisarts zit als een spin in het web van de Nederlandse
gezondheidszorg. Door hun poortwachterfunctie zijn huisartsen goed in
staat om actuele feiten en cijfers te leveren. In de Continue
Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations van het Nivel doen zij dat
ook. De CMR peilstations zijn een representatieve groep van 67
Nederlandse huisartsen in 45 huisartspraktijken. De patiëntenpopulatie
van de CMR-peilstations bestrijkt ongeveer 1% van de Nederlandse
bevolking. De peilstationartsen houden wekelijks of op jaarbasis het
vóórkomen van een aantal ziektes, gebeurtenissen en verrichtingen bij.
Het gaat dan vaak om onderwerpen waarover de peilstationartsen
aanvullende informatie verzamelen die meestal niet in andere
registraties wordt vastgelegd.
Dit rapport geeft een overzicht van hun bevindingen in het jaar 2000.
De CMR-peilstations registreerden in 2000 het vóórkomen van de
volgende zaken in de huisartspraktijk
* depressie (sinds 1983)
* diabetes mellitus (intermitterend sinds 1980)
* eetstoornis (sinds 1985)
* gastro-enteritis (sinds 1992)
* geweld tegen huisarts en/of assistent(e) (sinds 1997)
* herpes zoster (sinds 1997)
* influenza-achtig ziektebeeld (sinds 1970)
* kinkhoest (sinds 1998)
* prostaatlijden (sinds 1997)
* suïcide(pogingen) (sinds 1997)
* urethritis bij de man (sinds 1992)
* verwijzen voor mammografie (sinds 1988)
* verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding (sinds 1976)
* voorschrijven van incontinentiemateriaal (nieuw in 2000)
* voorschrijven van zanamivir (anti-influenzamiddel) (nieuw in 2000)
* Vragen over AIDS (sinds 1988)
* waterpokken (nieuw in 2000)
Download het rapport
W1.01 A.I.M. Bartelds, J. Fracheboud, J. van der Zee, The Dutch
Sentinel practice network; relevance for public health policy. 1989,
367 pag. ¤ 20,-
W1.00 D.H. de Bakker, A.A.M.C. Claessens, J. van der Velden, Man-vrouw
verschillen in gezondheid en medische consumptie. 1992, 195 pag.
¤ 15,-
S1.49 J.W.M. van der Meer e.a., Langdurige lichamelijk onverklaarde
moeheidsklachten. 1997, 24 pag. ¤ 5,- (te leen)
S1.19 Samenvattend rapport Ziekten en verrichtingen in de Almeerse
huisartspraktijk. 1992, 29 pag. ¤ 5,-
S1.07 D. van Dierendonck, P.P. Groenewegen, H. Sixma, Samenvattend
rapport Opgebrand. 1992, 14 pag. ¤ 5,-
Mail deze pagina aan een collega Deze pagina naar een collega
Geef uw mening
Een indicatieprocedure voor de thuiszorg van 2 weken is(_) Te lang
(_) Precies goed
(_) Mag best langer
Stem!
Bekijk de resultaten
Nivel internet partners
Databank Zorgvernieuwing
European Public Health Association
European Influenza Surveillance Scheme
European Association for Communication in Healthcare
Nationaal Kompas Volksgezondheid
Vorige pagina | Home | sitemap | Nivel informatie
gebruiken | colofon |