Gemeente Voorburg-Leidschendam
Oproep om grensprobleem onderling op te lossen
Persbericht Leidschendam-Voorburg, 12 juni 2002
---
Einde grenscorrectie in zicht?
Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg
hebben op 10 juni jl. een brief gestuurd aan de gemeente Den Haag,
waarin zij hen oproepen gehoor te geven aan de wens van de vaste
Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. De commissie verzoekt beide
gemeenten om voor 1 juli a.s. een oplossing te zoeken voor hun
grensprobleem. Als dit niet lukt zullen alle fracties gezamenlijk een
initiatiefwetsvoorstel indienen.
Burgemeester Van Haersma Buma laat in een eerste reactie weten
verheugd te zijn met het vorige week genomen besluit van de vaste
Kamercommissie: "Wij zijn blij met de steun vanuit de Tweede Kamer.
Wellicht dat er nu een doorbraak komt in een zaak die, naar onze
mening, al veel te lang heeft geduurd". Dit besluit is een vervolg van
een eerder verzoek (11 april jl.) van de Kamercommissie aan de
provincie Zuid-Holland om de afhandeling van de grenscorrectie ter
hand te nemen.
Volgens het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg gaat het om
een paar hectare die de gemeente Den Haag weer moet teruggeven aan
Leidschendam-Voorburg. Hiermee zou een correctie plaatsvinden op het
in 2001 vastgestelde grensbeloop tussen Den Haag en het toenmalige
Leidschendam. Leidschendam tekende daartegen bezwaar aan. Alhoewel
wethouder Hilhorst van Den Haag het bezwaar voor een groot deel
steunde, besloot het Haagse college niet van het vastgestelde
grensbeloop af te wijken.
Over de inhoud van de brief aan het college van Den Haag is geen
twijfel mogelijk. In heldere bewoording wordt aan Den Haag gevraagd om
te luisteren naar de wens van de vaste Kamercommissie en in onderling
overleg het grensprobleem op te lossen. "Het college hoeft alleen maar
ja te zeggen tegen de grens zoals wij die op de kaart hebben
aangegeven. Dan is er geen inmenging van de provincie Zuid-Holland of
de Tweede Kamer meer nodig. Dit is een kans om aan onze inwoners te
laten zien dat wij als goede buren, zonder ruzie, naast elkaar in de
regio kunnen wonen, aldus Van Haersma Buma.