Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Pronk ondertekent contract met de ontwikkelingsbank voor de Andes over terugdringen van broeikasgassen (12-6-2002)
Milieuminister Pronk heeft een contract ondertekend met
CAF, de regionale ontwikkelingsbank van de Andes, om de
uitstoot van broeikasgassen aan te pakken. CAF is de enige bank in
Latijns Amerika die actief is op het gebied van
klimaatverandering.
In de samenwerkingsovereenkomst is afgesproken dat CAF
Nederland zal faciliteren bij de koop van maximaal 10 miljoen ton
CO2 emissiereducties die uitgespaard worden met duurzame
projecten in de Andes regio. Tot deze regio behoren onder andere
Bolivia, Colombia, Equator, Peru, Venezuela, Argentinië,
Brazilië, Chili en Costa Rica. Met een aantal van deze landen
heeft Nederland al een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Het
contract geldt voor 3 jaar. Nederland mag deze uitgespaarde tonnen
CO2 gebruiken om een deel van de eigen
reductieverplichting te realiseren.
De overeenkomst is afgesloten in het kader van de zogenaamde Clean
Development Mechanism zoals vastgelegd in het Kyoto Protocol over
klimaatverandering. Het Clean Development Mechanism heeft een
dubbel doel. Allereerst stimuleren van duurzame ontwikkeling door
te betalen voor broeikasgasemissiereducties gerealiseerd met
energiezuinige en schone technologieën in ontwikkelingslanden.
Daarnaast kan dit instrument industrielanden helpen om een deel van
hun reductieverplichtingen in het buitenland te realiseren.
CAF is de derde multilaterale financiële instelling waarmee
VROM een contract heeft gesloten. De andere twee zijn IFC en IBRD,
beide onderdelen van de Wereldbank. Bij deze drie instellingen
kunnen bedrijven doorlopend CDM projectvoorstellen indienen. Begin
dit jaar hebben 78 bedrijven interesse getoond voor de inmiddels
afgesloten tender bij Senter CERUPT.
Nederland heeft zich in 1997
gecommitteerd om de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012 met 6%
te verminderen ten opzichte van 1990. In het kabinet is afgesproken dat de helft
van de reductiedoelstelling in Nederland moet gebeuren en de andere helft
gerealiseerd mag worden in het buitenland. Naast samenwerkingsprojecten met
ontwikkelingslanden (Clean Development Mechanism) zijn er ook
samenwerkingsprojecten met andere industrielanden (Joint
Implementation).
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=1&goto=7663&site=persbericht )
---